Meer geld voor kinderen in armoede

Source: T. (Tunahan) Kuzu i, published on Tuesday, September 24 2013, 17:03.

Het kabinet maakt meer geld vrij voor het bestrijden van armoede. In 2014 80 miljoen en vanaf 2015 structureel 100 miljoen euro. Daarnaast komt er een eenmalige tegemoetkoming van 100 euro voor mensen met een laag inkomen. Ik pleit er voor om een flink deel van dit geld in te zetten in de strijd tegen kinderarmoede.

De eerste tekenen van economisch herstel tekenen zich aan. Er wordt lichte groei voorspeld en de koopkracht daalt niet zo snel als de jaren daarvoor. Het gaat de goede kant op en dat is goed nieuws. Wat mij betreft vooral voor de mensen die de laatste tijd maar met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Voor de mensen die steeds vaker besluiten toch maar het lidmaatschap van de sportvereniging van de kinderen op te zeggen. En voor de mensen die zich schamen voor het feit dat zij in armoede leven en de noodklok niet durven te luiden. Voor hen moeten we er zijn. Juist nu.

Bij de besteding van deze gelden blijft het bestrijden van armoede onder kinderen wat de PvdA betreft topprioriteit. Sporten bij een vereniging of deelnemen aan muziekles mag niet afhangen van de portemonnee van je ouders. Het is onacceptabel dat in een beschaafd land als Nederland kinderen op hun verjaardag ziek thuis blijven omdat ouders geen geld hebben voor een traktatie.

Daarom wil ik dat een deel van de miljoenen tegen armoede terecht komt bij landelijke initiatieven, zoals het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds, Stichting Leergeld en Schuldhulpmaatjes. Stuk voor stuk mooie projecten. Initiatieven die kinderen daadwerkelijk verder helpen. Verreweg de beste investering die je kunt bedenken.

Een ander substantieel deel moet wat de PvdA betreft naar de gemeente. De lokale overheid kan als geen ander bepalen bij welke groepen in hun gemeente de nood het hoogst is. Zij kunnen hier het best op inspelen. Bij diverse werkbezoeken in het afgelopen jaar zag ik bijvoorbeeld dat de aanpak tegen armoede in krimpregio’s hele andere vormen kan aannemen dan die in een grote stad als Rotterdam. Voor het oplossen van deze problemen bestaat geen landelijk recept. Dat kan het beste opgelost worden in de wijk, de buurt of het dorp. Daar weten ze wat nodig is. Voorwaarde is dan wel dat het geld daadwerkelijk wordt ingezet in de strijd tegen armoede en het terecht komt bij de mensen die dat echt nodig hebben.

Juist nu we uit de dal klimmen moeten we armoede met man en macht bestrijden. Maar nog belangrijker is om ervoor te zorgen dat mensen met de laagste inkomens voldoende toegerust worden om een stap te maken. En de beste stap is een stap naar werk. Dat doen we door mensen in de bijstand aan het werk te met behulp van de Participatiewet. Werk blijft immers de kortste weg om uit de armoede te geraken. Daar zullen we voor blijven knokken.