33290 - Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 11 juni 2012 ingediend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kamp1.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het, in verband met de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de noodzaak ook voor toekomstige generaties een solide stelsel van collectieve voorzieningen zeker te stellen, wenselijk is de leeftijd waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat met ingang van 2013 stapsgewijs te verhogen naar 66 jaar in 2019 en naar 67 jaar in 2023 en vervolgens te koppelen aan de stijging van de levensverwachting en in samenhang daarmee ook de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 aan te passen.

Contents

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging, een nota van verbetering en twee amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twee moties en in de Eerste Kamer vijf moties ingediend.

4.

Documenten

(67 stuks)

2 11 juni 2012, koninklijke boodschap, nr. 1     KST332901
Koninklijke boodschap
 
2 11 juni 2012, voorstel van wet, nr. 2     KST332902
Voorstel van wet
 
2 11 juni 2012, memorie van toelichting, nr. 3     KST332903
Memorie van toelichting
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.


  • 1. 
    Henk Kamp (1952) was van 24 september 2021 t/m tot 10 januari 2022 minister van Defensie in het (demissionaire) kabinet-Rutte III. Eerder was hij in het kabinet-Balkenende I minister van Volkshuisvesting en nam later in dat kabinet ook Defensie op zich; een ministerschap dat hij ook bekleedde in Balkenende II. Had toen intensieve bemoeienis met de missies in Irak en Uruzgan. Na twee jaar Kamerlid en een functie op de Antillen keerde hij in 2010 terug als minister van Sociale Zaken in het kabinet-Rutte I. Wegbereider van het kabinet-Rutte II en daarin minister van Economische Zaken. De heer Kamp begon zijn loopbaan als fiscaal rechercheur en wethouder van Borculo en werd in 1994 Tweede Kamerlid voor de VVD. Sinds 1 januari 2018 was hij voorzitter van branchevereniging ActiZ (zorg).
     
  • 2. 
    Wetenschapper die acht jaar Tweede Kamerlid was voor de SGP. In 1999-2003 was hij voorzitter van de SGP-jongeren. Promoveerde in 2004 op een studie over afvalverwerking. Was daarna onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en verbonden aan daaraan gelieerde onderzoeksinstituten. Bijzonder hoogleraar empirische economie van de publieke sector in Rotterdam. Als Kamerlid hield hij zich onder meer bezig met financiën, sociale zaken, economische zaken, landbouw, defensie, milieu en ontwikkelingssamenwerking. Kon als lid van een kleine fractie het nodige bereiken en genoot van het parlementaire werk, maar zag zich vanwege privéomstandigheden genoodzaakt de politiek te verlaten.
     
  • 3. 
    In Twente geboren SP-Tweede Kamerlid, dat zich onder meer sterk maakte voor betere arbeidsomstandigheden in de transportsector. Was eerder bestuurder van de Industriebond FNV en directeur van een Bureau Beroepsziekten. Als woordvoerder sociale zaken voerde hij verder geregeld het woord over pensioenen, inkomen en werkgelegenheid en kwam hij op voor de belangen van zzp'ers. Sprak als Kamerlid in ronde bewoordingen en hield op laagdrempelige wijze contact met zijn achterban en met maatschappelijke organisaties.
     
  • 4. 
    Veelzijdig Tweede Kamerlid van de PvdA, dat zich gedurende ruim tien jaar bezighield met uiteenlopende dossiers, zoals ruimtelijke ordening, pensioenen, sociale zekerheid en arbeidsmarkt. Was verder lid van de enquêtecommissie financieel stelsel, twee jaar fractiesecretaris en lid van het Presidium. Voor zij Kamerlid werd, was zij manager van TransLink Systems, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van de OV-chipkaart. Zij werkte daarvoor als adviseur van minister Netelenbos. In 2017 werd zij uitvoerend bestuurder van pensioenfonds PME. Van februari 2021 tot juni 2022 was zij wethouder van Rotterdam.
     
  • 5. 
    Uit het onderwijs afkomstige sociaaldemocrate, die ruim drie jaar (2008-2011) de PvdA-Tweede Kamerfractie leidde. Na lerares en directeur volwasseneneducatie te zijn geweest, onder meer hoofd van de afdeling strategisch beleid en beleidsverkenningen bij de directie Hoger Beroeps Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Werd in 1998 één van de onderwijswoordvoerders van de PvdA-fractie en gaf de aanzet tot het parlementaire onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Later hield zij zich bezig met arbeidsmarkt en ontslagbescherming. Was verder anderhalf jaar waarnemend partijvoorzitter en enige tijd fractiesecretaris. Was lid van het Kamerpresidium. Door haar dossierkennis sterk in onderhandelingen en debatten, maar geen bevlogen spreker. Was acht jaar (2014-2022) voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Is nu regeringscommissaris aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
     
  • 6. 
    Léon de Jong (1982) is sinds 23 maart 2017 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Eerder was hij dat van 17 juni 2010 tot 20 september 2012. De heer De Jong was fulltime muzikant (zanger in een band) en later medewerker van de PVV-fractie in het Europees Parlement. In maart 2014-oktober 2015 was hij raadslid (fractievoorzitter) in Den Haag. De heer De Jong is woordvoerder inkomen.
     
  • 7. 
    Hoffelijk lid van de PVV-Tweede Kamerfractie in de periode november 2010 tot september 2012. Toen hij op 63-jarige leeftijd Kamerlid werd, had hij een carrière achter zich in het bedrijfsleven, in belangenorganisaties en als rijksambtenaar. De kennis die hij daarin had opgedaan van sociale zekerheid en pensioenen kwam hem ook als Kamerlid te stade. Hij voerde onder meer het woord over het ontslagrecht en de AOW-leeftijd. Verder maakte hij deel uit van de tijdelijke commissie lessen uit de arbeidsmigratie. Combineerde stellige standpunten met milde humor.
     
  • 8. 
    Carola Schouten (1977) is sinds 10 oktober 2024 burgemeester van Rotterdam. Zij was minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en viceminister-president in het kabinet-Rutte III en van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister voor Armoedebestrijding, Participatie en Pensioenen en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Van 18 mei 2011 tot 26 oktober 2017 en van 31 maart 2021 tot 10 januari 2022 was mevrouw Schouten Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Eerder was zij medewerkster financiën en sociale zaken van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. Zij groeide op in Giessen in het Land van Heusden en Altena. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met financieel-economische aangelegenheden, sociale zaken, pensioenen en wonen.
     
  • 9. 
    Wouter Koolmees (1977) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 mei 2020 was hij tevens (tweede) viceminister-president. Van 17 juni 2010 tot 26 oktober 2017 was de heer Koolmees Tweede Kamerlid voor D66. Hij was toen financieel woordvoerder en vicefractievoorzitter. Na zijn studie werd de heer Koolmees economisch onderzoeker en daarna ambtenaar op het ministerie van Financiën en laatstelijk hoofd begrotingsbeleid bij het directoraat-generaal van de Rijksbegroting. Sinds 1 november 2022 is het president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
     
  • 10. 
    Jesse Klaver (1986) is sinds 17 juni 2010 Tweede Kamerlid. Tot 27 oktober 2023 was dat voor GroenLinks en sindsdien is hij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. Van 27 oktober 2023 tot 6 december 2023 was hij voorzitter van de gezamenlijke fracties van PvdA en GroenLinks en eerder (sinds 12 mei 2015) fractievoorzitter en politiek leider van GroenLinks. Bij de verkiezingen van 2017 en 2021 was hij lijsttrekker van GroenLinks. Jesse Klaver is sedert 17 juni 2010 lid van de Tweede Kamer. Hij was voorzitter van CNV-jongeren en was eerder voorzitter van DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks. Hij is woordvoerder Europese zaken van de GL-PvdA-fractie en voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.
     
  • 11. 
    Eddy van Hijum (1972) is sinds 2 juli 2024 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vicepremier in het kabinet-Schoof. Sinds 19 juni 2025 is hij tevens belast met migratie en inburgering. De heer Van Hijum was van 6 december 2023 tot 2 juli 2024 Tweede Kamerlid voor NSC. Eerder was hij elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. Voor hij Kamerlid werd was hij werkzaam als adviseur op het gebied van bestuurlijke organisatie en onderzoeker op het gebied van waterbeheer. Tevens was hij toen gemeenteraadslid in Zwolle. Hij maakte deel uit van de onderzoekscommissie onderhoud spoor en was fractiesecretaris en presidiumlid. In 2014-20123 was de heer Van Hijum gedeputeerde van Overijssel.
     
  • 12. 
    Werkzaam en veelzijdig VVD-Tweede Kamerlid, dat tijdens de coronacrisis bekendheid kreeg als voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Afkomstig uit een agrarisch gezin en zelf enige tijd landbouw-woordvoerder van haar fractie. Daarnaast hield zij zich in de bijna elf jaar als Kamerlid onder meer bezig met natuurbeleid, arbeidsmarktbeleid in de zorg, fiscale zaken, financiële verhoudingen decentrale overheden, kredietfaciliteiten, pensioenen en kansspelen. Werd opgeleid voor de kraamzorg en was voor zij in de Haagse politiek kwam zes jaar wethouder in Zeewolde. Werkte voorts in de financiële dienstverlening en was zelfstandig adviseur. Vertegenwoordiger uit en van Flevoland, die soms opviel door uitbundige kleding.
     
  • 13. 
    Vooraanstaande PvdA-senator en bestuurder met een vakbondsachtergrond. Was bij de Dienstenbond FNV onderhandelaar, en werd daarna topman in onder meer de pensioensector en bij de Nederlandse Spoorwegen. Leidde in 2005 een PvdA-commissie over hervorming van de verzorgingsstaat en was acht jaar voorzitter van de PvdA-Eerste Kamerfractie. Gemoedelijke Limburger, die als manager ontspannen leiding gaf. Bedenker van de 'ijzeren wet van Noten' over het verband tussen het stemgedrag van bevriende fracties in beide Kamers. Van 1 februari 2011 tot 1 december 2018 was hij burgemeester van het Overijsselse Dalfsen.
     
  • 14. 
    Fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Eerste Kamer in de jaren 2011-2019. Was in 2007 lid geworden van de Eerste Kamer, waarin hij een gewaardeerde rol speelde in debatten over uiteenlopende onderwerpen. Hij was lector aan de Gereformeerde Hogeschool Zwolle en bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in Rotterdam en daarna rector en buitengewoon hoogleraar aan de Theologische Universiteit Kampen. Eerder was hij directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie. Verwierf veel waardering voor de wijze waarop hij het door een Eerste Kamercommissie uitgevoerde onderzoek leidde naar privatiseringen en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Combineerde een scherpe geest en vasthoudendheid met public spirit en wellevendheid in het debat.
     
  • 15. 
    Juriste in de D66-Eerste Kamerfractie 2011-2015, die zich als Kamerlid vooral bezighield met justitie, asielbeleid, zorg en sociale zaken. Zo voerde zij het woord bij de behandeling van wetsvoorstellen over langdurige zorg, het Nederlanderschap, verhoging van de AOW-leeftijd, de gerechtelijke indeling en vernieuwing van de wet maatschappelijke ondersteuning. Voor zij in de Eerste Kamer kwam achttien jaar werkzaam als advocaat en daarna tweeëntwintig jaar als rechter, kantonrechter en vicepresident van de rechtbank in Amsterdam.
     
  • 16. 
    Gepensioneerde hoogleraar scheikunde aan de Vrije Universiteit, die in 2011 voor OSF in de Eerste Kamer kwam. Hield zich in de Eerste Kamer met vele onderwerpen bezig. Was als OSF'er tevens nauw verbonden met 50PLUS, waarvan hij bestuurder was, tot het in 2012 na een conflict met Jan Nagel tot een breuk kwam. Kort voor de verkiezingen van 2015 brak hij ook met de OSF, waarna hij als zelfstandige eenmansfractie doorging. Een rol als eenling leek voor hem, als wetenschapper en onafhankelijk denker, ook het best passend. Bij interrupties moest de Voorzitter hem geregeld vragen enige bondigheid in acht te nemen. Was in 2009-2011 tevens voorzitter van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen.
     
  • 17. 
    Uit de PSP afkomstige GroenLinks-senator en bestuurder. Had vanaf 2004 ruim tien jaar zitting in de Eerste Kamer, waarin hij acht jaar fractievoorzitter was. Daarvoor was hij wethouder van Roermond en ruim zeven jaar voorzitter van Divosa, de landelijke vereniging van leidinggevenden bij Nederlandse overheidsorganisaties op het terrein van werk, inkomen en zorg. In 2009-2015 was hij directeur van Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten en in 2015-2023 was hij directeur divisie werkbedrijf UWV. Spreekvaardig, gedreven, energiek en betrokken senator, die over uiteenlopende onderwerpen sprak.
     
  • 18. 
    Politicus die ruim een halve eeuw actief was op vele fronten en bij meerdere partijen, vanaf 2011 bij 50PLUS. Begon bij de PvdA-jongeren, werd voorman van Nieuw Links en was later Eerste Kamerlid voor die partij. Was jarenlang programmamaker bij de VARA en lange tijd een prominent partijbestuurder van de PvdA. Stapte later uit die partij en richtte de lokale partij Leefbaar Hilversum op, die succesvol was bij de gemeenteraadsverkiezingen, waarna hij in 2001 wethouder werd. Medeoprichter van Leefbaar Nederland, waarvan hij ook voorzitter werd. Haalde Pim Fortuyn in de politiek. Na mislukte pogingen een nieuwe partij op te richten, keerde hij in 2011 terug in het politieke centrum als medeoprichter van 50PLUS. Was als voorzitter naast Henk Krol voorman van die partij en acht jaar Eerste Kamerlid. Schaker, die wist hoe in Hilversum en Den Haag 'de hazen liepen' en volop gebruikmaakte van die kennis.
     
  • 19. 
    Reinette Klever (1967) was van 2 juli 2024 tot en met 3 juni 2025 minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp in het kabinet-Schoof. Zij is bedrijfseconome en deed ervaring op in de logistieke dienstverlening. Verder werkte zij en mee in het bedrijf van haar echtgenoot en was zij beheerder van het familievermogen. Mevrouw Klever was een jaar Eerste Kamerlid en zat daarna vijf jaar in de Tweede Kamer (2012-2017), waar zij zich bezighield met economische zaken en curatieve zorg. Laatstelijk was zij bestuurder van omroep Ongehoord Nederland.
     
  • 20. 
    Wopke Hoekstra (1975) is sinds 9 oktober 2023 lid van de Europese Commissie, belast met klimaatactie. In de Commissie-Von der Leyen zijn klimaat en duurzame groei zijn portefeuilles. Hij was van 10 januari 2022 tot 1 september 2023 minister van Buitenlandse Zaken en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was hij vanaf 26 oktober 2017 minister van Financiën. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 was de heer Hoekstra lijsttrekker van het CDA. Hij was van 7 juni 2011 tot 26 oktober 2017 Eerste Kamerlid. De heer Hoekstra was consultant bij adviesbureau McKinsey en bestuurslid van het CDA-Amsterdam. Hij was voorts voorzitter van de commissie CDA-verkiezingsprogramma 2017.
     
  • 21. 
    Roermondse liberale politicus, afkomstig uit het verzekeringswezen en later vastgoedondernemer. Spraakmakende slagerszoon met grote geldingsdrang. Keerde zich in Limburg tegen de overheersing in het bestuur door de KVP. Hield zich als Tweede Kamerlid vanaf 1982 vooral bezig met volkshuisvesting en het midden- en kleinbedrijf en was ondervoorzitter van de enquêtecommissie bouwsubsidies. Gaf in 1989 een nogal openhartig interview, wat hem tijdelijk zijn Kamerzetel kostte, maar keerde in 1991 terug. Werd in 1989 opnieuw wethouder van Roermond, waarmee hij zich een machtspositie verwierf in die gemeente. Zijn nauwe banden met de vastgoedwereld brachten hem later in opspraak en in 2012 moest hij zijn Eerste Kamerlidmaatschap neerleggen. Nadat de VVD hem royeerde, ging hij met een lokale partij verder. De rechter verhinderde in 2018 zijn terugkeer als wethouder, maar in 2022 werd hij dat wel (tot en met 2024).
     
  • 22. 
    Uit de vakbond afkomstig SP-Eerste Kamerlid, dat zich negen jaar bezighield met wetgeving op het gebied van sociale zekerheid, pensioenen en bijstand en daarnaast het woord voerde over buitenlandse en Europese zaken. Hij was enige jaren voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken. Werkte voor hij lid werd van de Senaat bij de fractie van de SP in de Tweede Kamer en was algemeen coördinator van solidariteitsfonds XminY. Combineerde zijn Kamerlidmaatschap met de functie van beleidsmedewerker van FNV Mondiaal. In 2016 werd hij adviseur internationaal en Europees vakbondswerk bij FNV Internationaal en daarna vicevoorzitter van de FNV. In maart 2021 werd hij tot voorzitter gekozen. Dat bleef hij tot maart 2025.