Noodremprocedure

De noodremprocedure is een procedure waarbij een lidstaat verzoekt om bij een wetsontwerp de gewone wetgevingsprocedure1 door het Europees Parlement2 en de Raad van ministers3 te schorsen en het wetsontwerp aan de Europese Raad4 voor te leggen. De noodremprocedure kan worden gebruikt wanneer een lidstaat van mening is dat een voorgestelde maatregel een aantasting vormt van een belangrijk aspect van haar strafrechtelijke of sociale-zekerheidsstelsel of vanwege vitale redenen van nationaal beleid op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

Deze procedure is met het Verdrag van Lissabon5 ingevoerd als compromis tussen de lidstaten die op bepaalde terreinen de gewone wetgevingsprocedure en daarmee gekwalificeerde meerderheid wilden invoeren en de lidstaten die bang waren om op belangrijke punten hun vetorecht6 kwijt te raken.

De lidstaat kan door toepassing van deze procedure de besluitvorming tegenhouden en ervoor zorgen dat het ontwerp wordt besproken in de Europese Raad. De behandeling van het voorstel wordt dan geschorst.

Contents

  1. Sociale zekerheid
  2. Strafrecht
  3. Buitenlands en veiligheidsbeleid
  4. Juridisch kader

1.

Sociale zekerheid

Als het gaat om een voorstel op het terrein van sociale zekerheid en de Europese Raad consensus bereikt over het wetsontwerp, komt het ontwerp weer terug in de betreffende Raad van Ministers3 waarna de gewone wetgevingsprocedure weer van kracht is. Als in de Raad geen overeenstemming is bereikt, wordt het voorstel niet verder behandeld. De Europese Raad kan ook aan de Europese Commissie7 vragen om met een nieuw voorstel te komen.

2.

Strafrecht

Als het gaat om een voorstel op het terrein van justitiële samenwerking in strafzaken en de Europese Raad bereikt consensus over het wetsontwerp, komt het ontwerp weer terug in de betreffende Raad van Ministers waarna de gewone wetgevingsprocedure weer van kracht is. Als er in de Raad geen overeenstemming is bereikt, kunnen minstens negen lidstaten wel besluiten om op dat specifieke onderwerp een zogenaamde nauwere samenwerking8 aan te gaan. Andere lidstaten zijn dan niet aan deze samenwerking gebonden.

3.

Buitenlands en veiligheidsbeleid

Als het gaat om een besluit dat met gekwalificeerde meerderheid van stemmen9 wordt genomen op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, probeert de Hoge Vertegenwoordiger10 eerst samen met de betrokken lidstaat tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt wordt het besluit voorgelegd aan de Europese Raad. De Europese Raad neemt vervolgens met eenparigheid van stemmen11 een besluit.

4.

Juridisch kader

De noodremprocedure vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU)12.

  • - 
    buitenlands en defensiebeleid: VEU titel V hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 3113
  • - 
    sociaal zekerheid: derde deel VwEU titel IV hoofdstuk 1 art. 4814
  • - 
    strafrechtstelsel: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 4 art. 8215, 8316
 
 

  • 1. 
    This procedure is the standard decision-making procedure used in the European Union, unless the treaties specifically state one of the special legislative procedures is to be applied to a particular subject. Before the Treaty of Lisbon came into force late 2009 it was referred to as the co-decision procedure. The essential characteristic of this procedure is that both the Council of Ministers as well as the European Parliament have a deciding vote in the legislative process, and both institutions may amend a proposal.
     
  • 2. 
    The European Parliament is the EU's law-making body. It is directly elected by EU voters every 5 years.
    What does the Parliament do?
    The Parliament has 3 main roles:
    Legislative
     
  • 3. 
    In the Council, government ministers from each EU country meet to discuss, amend and adopt laws, and coordinate policies. The ministers have the authority to commit their governments to the actions agreed on in the meetings.
    Together with the European Parliament , the Council is the main decision-making body of the EU.
    Not to be confused with:
     
  • 4. 
    The European Council brings together EU leaders to set the EU's political agenda. It represents the highest level of political cooperation between EU countries.
     
  • 5. 
    Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
     
  • 6. 
    For a proposal to be adopted no single member state can vote against the proposal. This voting method also requires that all member states cast their vote. Should a member state be absent, no vote may be called. Member states are allowed to abstain without blocking decision making. Should half the member states abstain the vote is considered invalid.
     
  • 7. 
    The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
     
  • 8. 
    EU Member states may wish to cooperate more closely on specific areas than is currently the case in the European Union. If the intent to cooperate is on a policy area that lies within or is closely tied to EU competency the EU is closely involved in such initiatives. By means of the enhanced cooperation procedure the EU tries to prevent any such initiatives from a group of member states from clashing with EU policy.
     
  • 9. 
    The Council adopts a proposal when the following conditions are met:
     
  • 10. 
    De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
     
  • 11. 
    For a proposal to be adopted no single member state can vote against the proposal. This voting method also requires that all member states cast their vote. Should a member state be absent, no vote may be called.
     
  • 12. 
    Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 13. 
    1. In het kader van dit hoofdstuk worden besluiten door de Europese Raad en de Raad met eenparigheid van stemmen genomen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld.
     
  • 14. 
    Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure de maatregelen vast welke op het gebied van de sociale zekerheid noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van het vrije verkeer van werknemers met name door een stelsel in te voeren waardoor het mogelijk is voor al dan niet in loondienst werkzame migrerende werknemers en hun rechthebbenden te waarborgen:
     
  • 15. 
    1. De justitiële samenwerking in strafzaken in de Unie berust op het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke uitspraken en beslissingen en omvat de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op de in lid 2 en in artikel 83 genoemde gebieden.
     
  • 16. 
    1. Het Europees Parlement en de Raad kunnen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij richtlijnen minimumvoorschriften vaststellen betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties in verband met vormen van bijzonder zware criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie die voortvloeit uit de aard of de gevolgen van deze strafbare feiten of uit een bijzondere noodzaak om deze op gemeenschappelijke basis te bestrijden.