Cijfers kabinet-Zijlstra (1966-1967)

Source: Parlement.com.

Het kabinet-Zijlstra1 regeerde na de val van het kabinet-Cals2 eind 1966 en begin 1967 als overgangskabinet. Vanwege de korte zittingsduur had het kabinet-Zijlstra nauwelijks gelegenheid een eigen economisch beleid te voeren. Wel trad tijdens deze kabinetsperiode, op 1 januari 1967, de Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO) van minister Veldkamp3 (Sociale Zaken en Volksgezondheid) in werking. In tegenstelling tot in de oude Invaliditeitswet hoefde de arbeidsongeschiktheid nu niet meer uitsluitend veroorzaakt te zijn door de uitoefening van het beroep.

1.

Algemeen Beeld

Het jaar 1966 kende, met 2,8%, de laagste economische groei van de jaren '60. De werkloosheid, die naar latere maatstaven zeer lag was, nam iets toe. Het kabinet trok daarom, vooral door enkele massaontslagen in de textielsector, meer geld uit voor werkgelegenheidsbevordering. Verder handelde het kabinet de behandeling van de begroting voor 1967 af. Ook nam het kabinet een besluit over de winning van aardgas op de Noordzee.

 

Meer over

  • historisch overzicht cijfers kabinetten
  • verantwoording cijfers kabinetten

  • 1. 
    Dit kabinet van KVP en ARP was een overgangskabinet. Het werd gevormd na de val van het kabinet-Cals. Minister-president Zijlstra was afkomstig uit de ARP. Het kabinet trad aan op 22 november 1966.
     
  • 2. 
    Dit centrumlinkse kabinet van KVP, PvdA en ARP was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities.
     
  • 3. 
    Krachtdadig KVP-minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid die belangrijke wetgeving tot stand bracht, zoals de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet, de Wet sociaal minimum, de Wet op de Arbeidsongeschiktheid en de Wet Werkloosheidsvoorziening. Was na leraar, ambtenaar en raadslid te zijn geweest als 31-jarige al staatssecretaris van Economische Zaken. Bracht in die functie de eerste Middenstandsnota uit. In 1961 volgde hij de zwakke minister Van Rooy op en loodste hij direct bekwaam de Kinderbijslag door het parlement. Had goede banden met de vakbeweging, maar weinig vrienden in de kabinetten waarvan hij deel uitmaakte. Voorstander van samenwerking met de PvdA. Zeer bekwame wetgever, maar ook een onbehouwen doordouwer in discussies en regelmatig het middelpunt van kabinetsruzies.