Buitenstaatverklaring

Source: Parlement.com.

De buitenstaatverklaring is een verklaring van de Staten-Generaal1 dat de Koning niet meer in staat is het koninklijk gezag (zijn taken als Koning) uit te oefenen. Voor een buitenstaatverklaring zijn voorschriften vastgelegd in artikel 35 van de Grondwet. De procedure wordt gezien als een soort 'noodrecht' met betrekking tot de Koning.

In artikel 35 van de Grondwet wordt de buitenstaatverklaring als volgt geregeld. Zodra de ministerraad2 van oordeel is dat de Koning buiten staat is, moet zij hierover een verklaring naar de Staten-Generaal sturen. Na advies van de Raad van State3 wordt in Verenigde Vergadering4 van de Staten-Generaal besloten of dit inderdaad het geval is. Na het afgeven van de verklaring wordt het koninklijk gezag uitgeoefend door een regent5 of de Raad van State.

In de Grondwet staat geen enkel criterium voor de buitenstaatverklaring. Diverse omstandigheden zoals lichamelijke of geestelijke ziekte en langdurige afwezigheid kunnen daartoe leiden. Het is ook mogelijk om de regeling toe te passen op een regent.

Sinds 1814 is een Koning twee maal buiten staat verklaard. Bij koning Willem III6 gebeurde dat in 1889 en in 1890 wegens ernstige ziekte.

 

Meer over

  • De Koning7

  • 1. 
    Onder de Staten-Generaal verstaan we de Tweede en Eerste Kamer gezamenlijk. Formeel is er dan ook sprake van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beide Kamers kunnen tevens in Verenigde Vergadering bijeenkomen.
     
  • 2. 
    De ministerraad is de vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. Alle ministers, ook de ministers zonder portefeuille, maken deel uit van de ministerraad en hebben daarin stemrecht. Staatssecretarissen hebben alleen toegang als zij zijn uitgenodigd. In de ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid. De leden dragen hiervoor een collectieve verantwoordelijkheid.
     
  • 3. 
    De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
     
  • 4. 
    De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
     
  • 5. 
    Een regent is iemand die tijdelijk het koninklijk gezag uitoefent, we spreken dan van een regentschap. In welke gevallen een regent optreedt, is geregeld in de Grondwet.
     
  • 6. 
    Vorst in de tweede helft van de negentiende eeuw. Volgde in 1849 zijn vader pas na enige aarzeling op, omdat hij weinig ingenomen was met de nieuwe liberale Grondwet. Trachtte nog enige jaren zijn macht enigszins te herwinnen en behield nog enige jaren invloed op ministersbenoemingten. Ging soms in tegen zijn ministers, bijvoorbeeld in 1853 (Aprilbeweging). Had lange tijd ook een afkeer van Thorbecke. Verloor later steeds meer interesse in de politiek. Kreeg bovendien te maken met privé-affaires, met conflicten met zijn zoons en met gezondheidsproblemen. Berucht vanwege zijn wispelturigheid en barse uitvallen tegen onder anderen ministers. Trouwde op hoge leeftijd met de veel jongere Duitse prinses Emma, die hem een opvolgster, Wilhelmina, schonk.
     
  • 7. 
    Nederland is een koninkrijk. Dat betekent dat een koning het staatshoofd is of eigenlijk: het 'onschendbare deel' van de regering. Het Statuut voor het Koninkrijk bepaalt dat de Kroon van het Koninkrijk wordt gedragen door de erfgenamen van koningin Juliana. Sinds 30 april 2013 is Willem-Alexander koning der Nederlanden.