Inbreng schriftelijk overleg

Dit is een gedachtewisseling in commissieverband die vergelijkbaar is met een algemeen overleg1, maar dan schriftelijk (vaak is dit overleg technischer van aard, of meer voorbereidend). Zo'n overleg wordt aangevraagd door Kamerfracties als er naar aanleiding van een brief van een minister of staatssecretaris aan de Kamer nog vragen leven bij de fracties. De inbreng voor een dergelijk overleg wordt door de verschillende Tweede Kamerfracties2 bij de griffier van de betreffende commissie3 aangeleverd.

Deze inbrengen bestaan vooral uit vragen, en daarnaast uit enkele commentariërende opmerkingen. De regering reageert op de vragen die door de fracties zijn gesteld. De commissiegriffier voegt de inbrengen van de fracties dan samen met de antwoorden van de regering4. Het komt geregeld voor dat er enkele weken verstrijken tussen het stellen van de vragen en de ontvangst van het verslag.

 
 

  • 1. 
    In een algemeen overleg werd door één of meer Tweede Kamercommissies met één of meer ministers en/of staatssecretarissen van gedachten gewisseld over het beleid. Het is in 2021 vervangen door het commissiedebat.
     
  • 2. 
    Een Tweede Kamerfractie is een organisatie van Tweede Kamerleden die deel uitmaken van dezelfde politieke partij en die zowel op hoofdlijnen als bij deelonderwerpen in de Tweede Kamer standpunten bepaalt. Daarnaast worden in een fractie onderling de werkzaamheden verdeeld. Een fractie staat onder leiding van een fractievoorzitter. Tweede Kamerfracties hebben personeel in dienst, zoals voorlichters en beleidsmedewerkers.
     
  • 3. 
    De Tweede Kamerleden doen hun werk vooral in commissies. In een commissie houdt een groep Kamerleden zich bezig met een beleidsterrein of met een specifiek onderwerp. Vrijwel alle Kamerleden zijn lid van een of meer commissies. Voor specifieke onderwerpen stellen commissies soms werkgroepen in.
     
  • 4. 
    De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers. Omdat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk zijn, wordt het kabinet, (ministers en de staatssecretarissen) in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Rutte. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.