Cijfers kabinet-Van Agt II (1981-1982)
De economie verkeerde in een crisis tijdens de regeerperiode van het kabinet-Van Agt II1. Er heerste een recessie en de werkloosheid explodeerde. Gezien de extreem ongunstige economische omstandigheden en de korte zittingsduur is het moeilijk het kabinet-Van Agt II te beoordelen. Aan de andere kant kan gezegd worden dat de snelle val van het kabinet voor een belangrijk deel werd veroorzaakt door het gebrek aan draagvlak bij met name de PvdA2 om noodzakelijke economische hervormingen door te voeren.
Contents
Het kabinet-Van Agt II regeerde tijdens een zware recessie. De groei van de voor Nederland relevante wereldhandel kwam vrijwel tot stilstand, en zowel in 1981 als in 1982 kromp de Nederlandse economie.
De inflatie bleef hoog in de jaren 1981-1982 en de contractloonstijging versnelde zelfs weer naar 7,6% in 1982. Op de arbeidsmarkt was er geen houden meer aan: het aantal werklozen steeg in 1982 met 116 duizend en de i/a-ratio (de verhouding tussen het aantal inactieven en het aantal actieven) ging van 65,4 in 1981 naar 70,5 in 1982. Het aantal werkloosheids- en bijstandsuitkeringen steeg met 39% in 1981 en 33% in 1982.
Het kabinet wilde door middel van een banenplan van PvdA-minister Den Uyl3 (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) nieuwe werkgelegenheid scheppen. De financiering daarvan stuitte echter op grote problemen, omdat zich voortdurend nieuwe tegenvallers voordeden op de begroting. Bovendien voelden de werkgeversorganisatie er weinig voor mee te werken en viel het niet mee om veel banen in de publieke sector te scheppen.
Op 16 oktober 1981 ontstond, nog voor het uitspreken van de regeringsverklaring, een breuk over de financiering van het banenplan. Deze werd door de PvdA-informateurs De Galan4 en Halberstadt5 in 19 dagen 'gelijmd'.
Begin 1982 werden voorstellen gelanceerd voor versobering van de Ziektewet. De bovenwettelijke uitkering (die werkgevers en werknemers via de CAO regelen) moest worden geschrapt. Tegen deze plannen van Den Uyl (PvdA) en Dales6 (PvdA) ontstond breed maatschappelijk verzet, waarbij de vakbonden het voortouw namen. De SER7 bracht een negatief advies uit.
De PvdA leed hierdoor bij de Provinciale Statenverkiezingen8 van 1982 een enorm verlies: van 32,1% van de stemmen in 1978 naar 20,7% in 1982.
Het EMU-tekort steeg van 4,7% BBP in 1981 naar 5,9% in 1982. In het voorjaar van 1982 was een extra bezuiniging van circa f 4,5 miljard nodig. Na acht maanden en de nederlaag bij de Statenverkiezingen was bij de PvdA de maat echter vol. Bij een conflict over bezuinigingen dienden de PvdA-bewindslieden hun ontslag in.
Mutatie (%), tenzij anders vermeld |
1981 |
1982 |
Gem. |
Verschil 1982-1981 |
---|---|---|---|---|
BBP (niveau, mrd €) |
180,3 |
186,3 |
183,3 |
6,0 |
BBP |
-0,9 |
-1,3 |
-1,1 |
-0,4 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur) (%) |
-0,6 |
0,6 |
0,0 |
1,2 |
Relevante wereldhandel |
0,9 |
1,6 |
1,3 |
0,7 |
Wereldhandelsvolume |
3,2 |
-0,8 |
1,2 |
-4,0 |
Wereldeconomie |
1,9 |
0,7 |
1,3 |
-1,2 |
% BBP |
1981 |
1982 |
Gem. |
Verschil 1982-1981 |
---|---|---|---|---|
EMU-saldo |
-4,7 |
-5,9 |
-5,3 |
-1,2 |
EMU-schuld |
47,4 |
53,0 |
50,2 |
5,6 |
Bruto collectieve uitgaven |
56,9 |
59,8 |
58,4 |
2,9 |
Collectieve lasten |
40,3 |
41,3 |
40,8 |
1,0 |
%, tenzij anders vermeld |
1981 |
1982 |
Gem. |
Verschil 1982-1981 |
---|---|---|---|---|
Inflatie (hicp) (%) |
n.b. |
n.b. |
n.b. |
n.b. |
Inflatie (CPI) (%) |
6,7 |
6,0 |
6,4 |
-0,7 |
Arbeidsinkomensquote |
77,3 |
77,5 |
77,4 |
0,2 |
Olieprijs (USD/vat) |
35,5 |
32,6 |
34,1 |
-2,9 |
Contractloonmutatie marktsector |
4,0 |
7,6 |
5,8 |
3,6 |
Dzd, tenzij anders vermeld |
1981 |
1982 |
Gem. |
Verschil 1982-1981 |
---|---|---|---|---|
Werkloosheid (%) |
5,6 |
7,4 |
6,5 |
1,8 |
Werkloosheid (personen) |
343 |
459 |
401,0 |
116,0 |
Groei werkgelegenheid (uren) (%) |
-0,2 |
-2,0 |
-1,1 |
-1,8 |
Werkloosheidsuitkeringen (uitkeringsjaren) |
260 |
352 |
306,3 |
91,7 |
Bijstand (WWB/IOAW/IOAZ) (personen) |
232 |
301 |
266,5 |
69,0 |
Werkloosheids- + bijstandsuitkeringen |
492 |
653 |
572,8 |
160,7 |
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (uitkeringsjaren) |
637 |
651 |
644,0 |
13,5 |
Uitkeringen ziekte (uitkeringsjaren) |
275 |
259 |
267,0 |
-15,3 |
% |
1981 |
1982 |
Gem. |
Verschil 1982-1981 |
---|---|---|---|---|
i/a-ratio |
65,4 |
70,5 |
68,0 |
5,1 |
Bruto participatiegraad 20-64 jaar |
57,3 |
57,0 |
57,2 |
-0,3 |
Bruto participatiegraad 15-74 |
59,6 |
59,5 |
59,6 |
-0,1 |
Netto participatiegraad 15-74 |
56,3 |
55,1 |
55,7 |
-1,2 |
Meer over
- 1.Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
- 2.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 3.Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
- 4.Amsterdamse PvdA-econoom die in 1981 samen met zijn Leidse collega Halberstadt een kabinetscrisis oploste. Was begin jaren zestig directeur van het wetenschappelijk bureau van de PvdA en in 1971 minister van Economische Zaken in het schaduwkabinet van 'de linkse drie'.
- 5.Amsterdamse econoom van PvdA-huize, die tussen 1974 en 2009 in Leiden als hoogleraar openbare financiën doceerde. Loste in 1981 samen met zijn collega-hoogleraar De Galan een kabinetscrisis in het tweede kabinet-Van Agt op. Was 32 jaar kroonlid van de SER en onder meer medeorganisator van Bilderbergconferenties. Had vele maatschappelijke functies.
- 6.Kordate, sociaal bewogen en onconventionele PvdA-politica. Begon haar loopbaan bij het christelijke vormingsinstituut 'Kerk en Wereld' en was later directeur van de sociale dienst in Rotterdam. Als staatssecretaris onder Den Uyl in het kabinet-Van Agt II medeverantwoordelijk voor fel bekritiseerde plannen om de Ziektewet te versoberen. Na vijf jaar Tweede Kamerlidmaatschap werd zij burgemeester van Nijmegen. Dat ambt verruilde zij in 1994 voor het ministerschap van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Lubbers III. Zette in op een beleid van 'sociale vernieuwing' en bracht samen met Hirsch Ballin een nieuwe Politiewet en antidiscriminatiewetgeving tot stand. Bestuurder op hoofdlijnen, die goed leiding kon geven. Had soms een wat moeizame relatie met het parlement, omdat zij niet altijd wenste in te gaan op detailkritiek. Werd door volkomen zichzelf te blijven een populair politica.
- 7.De Sociaal-Economische Raad (SER) is een adviesorgaan op het gebied van sociaal-economische vraagstukken.
- 8.Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.