30912 - Wet op het kindgebonden budget

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 15 december 2006 ingediend door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Hoof1.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is dat personen voor wie de kosten van kinderen in verhouding tot hun inkomen een te zware last vormen, een financiële bijdrage in die kosten ontvangen.

Contents

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Moties
  4. Documenten
  5. Disclaimer
  6. Uitgebreide versie
  7. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet op het kindgebonden budget)

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging, twee nota's van verbetering en vier amendementen ingediend.

3.

Moties

Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer vijf moties ingediend.

4.

Documenten

(33 stuks)

2 15 december 2006, koninklijke boodschap, nr. 1     KST103942
Koninklijke boodschap
publicatie: 21 december 2006
 
2 15 december 2006, voorstel van wet, nr. 2     KST103944
Voorstel van wet
publicatie: 21 december 2006
 
2 15 december 2006, memorie van toelichting, nr. 3     KST103946
Memorie van toelichting
publicatie: 21 december 2006
 

5.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.

7.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.


  • 1. 
    Voormalige marineofficier en vakbondsbestuurder die afwisselend voor de VVD Tweede Kamerlid en staatssecretaris was. Kwam tussentijds in de Kamer en werd daar een gedegen woordvoerder ambtenarenzaken en sociale zaken. Maakte deel uit van de parlementaire enquêtecommissie sociale zekerheid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van personeels- en materieelbeleid bij Defensie. Na een kort hernieuwd Kamerlidmaatschap waarnemend burgemeester in Delfzijl en daarna opnieuw staatssecretaris, van Sociale Zaken. Hield zich vooral bezig met de problematiek van de arbeidsmarkt en de komst van werknemers uit nieuwe EU-landen. Stond bekend als de minst opvallende bewindspersoon.
     
  • 2. 
    Gedurende ruim veertien jaar een sociaal bewogen Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Begon zijn loopbaan als hulpverlener in Irak en was later actief in de Christelijke hulpverleningsorganisatie Dorcas. Was korte tijd werkzaam voor enkele Tweede Kamerleden van de PvdA, maar verliet in 1994 die partij. Na onder meer fractiemedewerker en voorlichter van de CU te zijn geweest, werd hij in november 2006 Tweede Kamerlid. Hield zich bezig met buitenlandse zaken, immigratie en asiel, defensie, ontwikkelingssamenwerking, schulden, jeugdzorg en alcoholbeleid. Tevens was hij fractiesecretaris en vicefractievoorzitter en lid van het Presidium. Zette zich in het bijzonder in voor minderjarige asielzoekers. Na zijn Kamerlidmaatschap was hij enige tijd wethouder in Alkmaar. Vanaf 1 juli 2023 is hij directeur-bestuurder van de Stichting Tot Heil des Volks
     
  • 3. 
    Martin Bosma (1964) is sinds 14 december 2023 voorzitter van de Tweede Kamer en sinds 30 november 2006 lid van de Tweede Kamerfractie van de PVV. Hij was in de periode 2004-2006 medewerker van de fractie Groep-Wilders en daarvoor werkzaam in de journalistiek en onder meer mededirecteur van een mediabedrijf. De heer Bosma hield zich als Kamerlid vooral bezig met binnenlandse zaken, hoger en wetenschappelijk onderwijs, media en cultuur. Hij was fractiesecretaris en (tweede) ondervoorzitter van de Kamer. Eerder was hij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen.
     
  • 4. 
    SP-Tweede Kamerlid in de periode 2006-2010. Slaviste. Werd direct nadat zij partijlid was geworden afdelingsvoorzitter in Groningen. Was medewerker en coördinator van de SP-Tweede Kamerfractie en gemeenteraadslid in Groningen. Als Tweede Kamerlid was zij belast met de organisatie van de SP-fractie en hield zij zich bezig met het jeugdbeleid (kinderombudsman, speelruimte, kindgebonden budget). Was tevens lid van de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning jeugdzorg. Zette zich met name in voor het terugdringen van de wachtlijsten in de jeugdzorg.
     
  • 5. 
    Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
     
  • 6. 
    Uit het onderwijs afkomstige sociaaldemocrate, die ruim drie jaar (2008-2011) de PvdA-Tweede Kamerfractie leidde. Na lerares en directeur volwasseneneducatie te zijn geweest, onder meer hoofd van de afdeling strategisch beleid en beleidsverkenningen bij de directie Hoger Beroeps Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Werd in 1998 één van de onderwijswoordvoerders van de PvdA-fractie en gaf de aanzet tot het parlementaire onderzoek naar onderwijsvernieuwingen. Later hield zij zich bezig met arbeidsmarkt en ontslagbescherming. Was verder anderhalf jaar waarnemend partijvoorzitter en enige tijd fractiesecretaris. Was lid van het Kamerpresidium. Door haar dossierkennis sterk in onderhandelingen en debatten, maar geen bevlogen spreker. Was acht jaar (2014-2022) voorzitter van de Sociaal-Economische Raad. Is nu regeringscommissaris aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
     
  • 7. 
    Jonge, spraakmakende GroenLinks-politicus die vanuit de collegebanken in de Tweede Kamerbankjes terechtkwam. Was behalve student cultuur en media in Amsterdam actief in buurtverenigingen en als organisator van demonstraties. In de Kamer woordvoerder onderwijs, justitie, jeugd en integratie en pleitbezorger van het kinderpardon. Tevens was hij fractiesecretaris en lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Ging in 2012, na ruim vijf Kamerlid te zijn geweest, zonder succes de strijd aan om het lijsttrekkerschap van zijn partij en keerde daarna niet terug in het parlement.
     
  • 8. 
    Stef Blok (1964) was van 25 mei 2021 tot 10 januari 2022 minister van Economische Zaken en Klimaat. Hij verving minister Van 't Wout. Zijn taken als minister van Buitenlandse Zaken, wat hij sinds 7 maart 2018 was, werden overgenomen door minister Kaag. In het kabinet-Rutte II was de heer Blok van 5 november 2012 tot 27 januari 2017 minister voor Wonen en Rijksdienst en van 27 januari tot 26 oktober 2017 minister van Veiligheid en Justitie. Van 25 augustus 1998 tot 5 november 2012 was de heer Blok Tweede Kamerlid. Hij was in de periode 2010-2012 fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Daarvoor was hij kredietanalist-secretaris Concern Krediet College en accountmanager Corporate Banking bij ABN/Amro. In de Tweede Kamer was hij woordvoerder sociale zekerheid, AOW, pensioenen en financiën. De heer Blok is sinds 2022 lid van de Europese Rekenkamer.
     
  • 9. 
    Tien jaar een sociaal betrokken en actief Tweede Kamerlid voor het CDA. Was voor zij parlementslid werd bestuursassistent van wethouder Sjaak van der Tak van Rotterdam en daarvoor docent godsdienst en ethiek en redacteur bij de IKON. Als Kamerlid hield zij zich bezig met armoedebeleid, arbeidsverhoudingen, Wajong, sociale werkvoorziening en de WW. Maakte zich onder meer hard voor verbetering van de regeling voor schuldhulpverlening. Van november 2010 tot september 2012 was zij vicefractievoorzitter. In 2013-2015 ambassadeur jeugdwerkloosheid en daarna directeur bij MEE, de branchevereniging voor zorgverleners. Emigreerde in 2018 naar de Verenigde Staten waar zij werkzaam was als moderator en auteur. Sinds februari 2022 is zij gedeputeerde van Utrecht.
     
  • 10. 
    Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
     
  • 11. 
    Uit de ICT-wereld afkomstige CDA-bewindspersoon, die als plaatsgenoot van premier Balkenende tot diens getrouwen behoorde. Werd, na penningmeester van het CDA te zijn geweest, in 2007 staatssecretaris van fiscale zaken in het kabinet-Balkenende IV. Toen de PvdA-bewindslieden in 2010 opstapten, werd hij minister van Financiën en hij bleef dat tot november 2012 in het kabinet-Rutte I. Had veel bemoeienis met de grote problemen in de eurozone en met name de Griekse schuldenkwestie. Stelde zich pragmatisch op. In het voorjaar van 2012 bracht hij, na de val van het kabinet het Lenteakkoord tot stand, zodat ons land aan EU-begrotingsregels voldeed. Van augustus 2014 tot maart 2020 bekleedde hij een topfunctie bij KPN. Zakelijke, nuchtere en populaire minister. Liefhebber van mooie auto's.
     
  • 12. 
    Fiscaal specialist in de VVD-Eerste Kamerfracties, waarvan hij acht jaar deel uitmaakte. Was voordien belastinginspecteur en belastingadviseur bij Deloitte en later adviseur van diverse bedrijven. Was tevens voorzitter van de VVD-afdeling Venlo. Hield zich in de Eerste Kamer ook bezig met sociale zaken. Keerde zich tegen de praktijk dat belastingvoorstellen alleen als pakket en niet als afzonderlijke maatregelen door de Senaat konden worden beoordeeld.
     
  • 13. 
    Fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Eerste Kamer in de jaren 2011-2019. Was in 2007 lid geworden van de Eerste Kamer, waarin hij een gewaardeerde rol speelde in debatten over uiteenlopende onderwerpen. Hij was lector aan de Gereformeerde Hogeschool Zwolle en bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in Rotterdam en daarna rector en buitengewoon hoogleraar aan de Theologische Universiteit Kampen. Eerder was hij directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie. Verwierf veel waardering voor de wijze waarop hij het door een Eerste Kamercommissie uitgevoerde onderzoek leidde naar privatiseringen en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Combineerde een scherpe geest en vasthoudendheid met public spirit en wellevendheid in het debat.
     
  • 14. 
    SP-Eerste Kamerlid dat met name goed was ingevoerd op het gebied van de zorg, een sector die zij als bijzonder hoogleraar zorgmanagement en inspecteur van de Volksgezondheid goed kende. Vroeg in debatten geregeld aandacht voor de positie van gehandicapten en chronisch zieken. In de Senaat hadden ook (beroeps)onderwijs, de jeugdzorg en de Antillen haar belangstelling. Zij was woordvoerder bij de debatten over de wijziging van de verhouding met het Caribische deel van het koninkrijk.
     
  • 15. 
    Zelfbewuste en ontspannen optredende PvdA-senator met onder meer grote belangstelling voor de ontwikkelingen op de Antillen. Was voor zij in 1995 Eerste Kamerlid werd onder meer zelfstandig onderzoeker op het terrein van sociale en bestuurlijke vernieuwing. Was tevens raadslid in Abcoude. Werd in 1999 niet herkozen en hield zich daarna bezig met grotestedelijke problemen in Rotterdam. Keerde in 2003 voor nog eens twaalf jaar terug in de Senaat. Aanvankelijk sprak zij vooral over ruimtelijke ordening en later was zij woordvoerster onderwijs. In 2007-2015 voorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties en in 2013-2015 eerste ondervoorzitter van de Eerste Kamer.
     
  • 16. 
    Van oorsprong Groningse, maar bestuurlijk vooral in Drenthe actieve CDA-politica. Zat twaalf jaar in de Eerste Kamer, waar zij onder meer zes jaar voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap was en verder fractiesecretaris. Hield zich in de Eerste Kamer, behalve met onderwijs, met name bezig met volkshuisvesting en welzijn. Voor zij Eerste Kamerlid werd vier jaar lid van Gedeputeerde Staten van Drenthe en vervolgens vier jaar lid van het dagelijks bestuur van een waterschap in die provincie. Kamerlid zonder veel opsmuk, dat op sobere, nuchtere wijze haar werkzaamheden verrichtte.