24325 - Invoering van de prestatiebeurs, de vorm van de toelage en de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat

Please note

This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.

Dit wetsvoorstel werd op 4 september 1995 ingediend door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ritzen1.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om ter uitvoering van het Regeerakkoord het stelsel van studievoortgangscontrole in het hoger onderwijs te vervangen door een stelsel van prestatiebeurs; dat het tevens wenselijk is de leeftijdsgrens van 18 jaar voor aanspraken op studiefinanciering in het hoger onderwijs te laten vervallen; dat in verband daarmee wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek nodig is.

Contents

  1. Volledige titel
  2. Nota's van wijziging en amendementen
  3. Documenten
  4. Disclaimer
  5. Uitgebreide versie
  6. Parlementaire Monitor

1.

Volledige titel

Wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van de prestatiebeurs, de vorm van de toelage en de leeftijd waarop aanspraak op studiefinanciering in het hoger onderwijs ontstaat

2.

Nota's van wijziging en amendementen

Bij dit wetsvoorstel werden twee nota's van wijziging, twee nota's van verbetering en vier amendementen ingediend.

3.

Documenten

2 4 september 1995, memorie van toelichting, nr. 3     KST9589
Memorie van toelichting
publicatie: 12 september 1995
 

4.

Disclaimer

Dit dossier is automatisch samengesteld. Aan de technische programmering is veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

5.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.

The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.

6.

Parlementaire Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.


  • 1. 
    Limburgse econoom en hoogleraar onderwijsplanning en -economie, die ruim negen jaar onderwijsminister was. Behoorde tot de ideologen van de PvdA en was adviseur van Den Uyl. Als minister van Onderwijs en Wetenschappen in het kabinet-Lubbers III zette hij het beleid voort waarbij studenten meer moesten bijdragen aan de studie en de studieduur werd verkort. Voerde de OV-jaarkaart voor studenten in. Behield, nadat Job Cohen had geweigerd, als één van de weinigen in het kabinet-Kok I de zelfde post als in Lubbers III. Wetenschapper, die aanvankelijk zijn weg in de politiek moest vinden. Schuwde de dialoog met studenten niet. Na zijn ministerschap adviseur van de Wereldbank en bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht.
     
  • 2. 
    Vooraanstaande internationaal georiënteerde econoom in de PvdA, die als Tweede Kamerlid en staatssecretaris een opvallende rol speelde. Was al op jonge leeftijd hoogleraar zowel in eigen land als in het buitenland. In de PvdA-fractie tijdens Paars I financieel woordvoerder en woordvoerder studiefinanciering. Werd in het kabinet-Kok II vrij verrassend staatssecretaris voor cultuur en media. Bracht belangrijke mediawetgeving tot stand, maar zijn cultuurbeleid leidde tot kritiek. Geldt als zeer intelligent, maar ook als tamelijk eigengereid. Keerde in 2002 terug naar de wetenschap.
     
  • 3. 
    Kordate Haagse VVD-politica, die vanuit het fractiebestuur in 1998 doorstroomde naar het staatssecretariaat op Verkeer en Waterstaat in het tweede kabinet-Kok. Was voor zij in 1994 in de Tweede Kamer kwam voorzitter van de Organisatie Vrouwen in de VVD en docent aan het Koninklijk Conservatorium. In de jaren 1990-1994 lid van de Haagse gemeenteraad. In de Tweede Kamer een niet zo opvallende woordvoerster hoger onderwijs, die uiterst zorgvuldige formuleerde. Als staatssecretaris vroegen vooral de dossiers frequentieveilingen en 'ruimte voor rivier' haar aandacht. Na nog een jaar Kamerlid te zijn geweest, was zij zes jaar dijkgraaf.
     
  • 4. 
    Alom gerespecteerd voorman van het GPV. Kwam in 1981 als eenling in de Tweede Kamer, na eerder bij diverse gemeenten te hebben gewerkt, laatstelijk als plaatsvervangend gemeentesecretaris van Zeist. Verder was hij Statenlid in Utrecht. Zes keer lijsttrekker. Stond bekend als het 'staatsrechtelijke geweten van de Kamer', een benaming die volgens hem echter aangaf dat anderen op dat punt tekort schoten. Ook als woordvoerder binnenlands bestuur had hij een gezagvolle positie. Zijn optreden droeg zowel bij aan toenadering tot andere (oppositie)partijen als aan samenwerking met de RPF, die uitmondde in vorming van de ChristenUnie. Na zijn Kamerlidmaatschap lid van de Kiesraad.
     
  • 5. 
    Nijmeegs CDA-Tweede Kamerlid dat zich al snel met een veelheid aan onderwerpen bezighield, zoals milieu, energie, hoger onderwijs en volksgezondheid. Van huis uit scheikundige en onder andere werkzaam bij het Radboud-ziekenhuis. Zat ook in de Nijmeegse gemeenteraad. Gedreven politicus die geregeld in hoog tempo sprak en genoot van het debat. Groot voorstander van kernenergie; drong vaak aan op de bouw van kerncentrales. Belangrijk 'speler' in de debatten over de Wet studiefinanciering. Bekleedde naast zijn Kamerlidmaatschap bestuursfuncties bij de KNVB en was onder andere voorzitter van de sectie amateurvoetbal.
     
  • 6. 
    Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
     
  • 7. 
    Leraar biologie en geschiedenis die acht jaar Tweede Kamerlid was, eerst voor de RPF en vervolgens voor de ChristenUnie. Gedegen, hardwerkend Kamerlid dat zich met name inzette voor natuur, milieu en dierenwelzijn. Naast landbouw en milieu waren ook verkeer en onderwijs onderwerpen waarmee hij zich als Kamerlid bezighield. In de periode voor hij Kamerlid werd wethouder van Ede. In 2008-2014 was hij burgemeester van Lemsterland.
     
  • 8. 
    GroenLinks-politicus van Marokkaanse afkomst. Vluchtte in 1966 als student naar Nederland toen veel activisten tegen het regime van koning Hassan gevangen werden genomen. Studeerde in Amsterdam en werd later als directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders een belangrijk woordvoerder namens de minderheden. Koos na de Golfoorlog voor GroenLinks en was in 1994 met Ina Brouwer lijsttrekker. In de Kamer een gewaardeerd woordvoerder op onder meer onderwijsgebied. Maakte deel uit van de enquêtecommissie IRT en van het presidium van de Kamer. In 2002 werd hij vrij onverwacht op een onverkiesbare plaats gezet. Hij was na zijn Kamerlidmaatschap enige tijd wethouder van Leiden.
     
  • 9. 
    Prominente D66'er die van alle markten thuis was. Hield zich in de twaalf jaar waarin hij Tweede Kamerlid was bezig met onder meer financiën, sociale zekerheid, de zorg, buitenlands beleid, defensie, media en economische zaken. Leidde bekwaam de commissie die onderzoek deed naar de uitzending van Nederlandse militairen op vredesmissies en was voorzitter van de enquêtecommissie Srebrenica. Was, gevraagd en ongevraagd, altijd bereid de pers te woord staan en zette dan op heldere wijze de standpunten van zijn partij uiteen. Voor hij Kamerlid werd hoofd voorlichting van de Sociaal-Economische Raad. Verloor in 2006 zijn zetel, omdat Fatma Koser Kaya met voorkeurstemmen werd gekozen.
     
  • 10. 
    Vriendelijke en voorkomende hoogleraar uit Twente, die zestien jaar een vooraanstaand lid van de CDA-Eerste Kamerfractie was. Financieel woordvoerder en specialist op het gebied van de volksgezondheid, die over beide beleidsterreinen met gezag sprak. Hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit Twente en daarvoor ambtenaar op het ministerie van Financiën. Was acht jaar voorzitter van de vaste commissie voor financiën en in 1999-2001 eerste ondervoorzitter van de Kamer. Had vele adviserende en bestuurlijke functies, zowel op het gebied van de volksgezondheid als op financieel en cultureel terrein.
     
  • 11. 
    Filosofe en oud-Statenlid in Noord-Holland die acht jaar lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks was. In de Staten van Noord-Holland fractievoorzitter van de PPR en later lid van GroenLinks. Voerde in de Eerste Kamer regelmatig het woord over vooral economische zaken en onderwijs. In 1986 stond zij hoog op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer, maar werd zij niet gekozen. Was voor zij in de politiek ging actief in het actiewezen, bijvoorbeeld tegen havenuitbreiding bij IJmuiden en tegen transport van kernafval. Koos er daarna voor om via de politiek veranderingen te bepleiten.
     
  • 12. 
    Vriendelijke senator van gereformeerden huize met een grote staat van dienst. Zat achtentwintig jaar in de Eerste Kamer, eerst als eenmansfactie (RPF) en later in gezamenlijkheid van RPF en GPV en als voorzitter van de ChristenUnie-fractie. Verwierf gezag als verdediger van de positie van de Eerste Kamer, waarbij hij in 1990 zelfs premier Lubbers interpelleerde. In zijn werkzame leven opereerde hij op het scheidsvlak van wetenschap en wijsbegeerte; hij was bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte in Delft, Eindhoven en Wageningen. Als voorzitter van de Kamercommissie voor Landbouw initieerde hij een debat over genetische modificatie en later gaf hij de aanzet voor een parlementair onderzoek naar privatiseringen.
     
  • 13. 
    Hoogleraar vrouwen- en ontwikkelingsstudies aan het Internationaal Instituut voor Sociale Studies in Den Haag, die vier jaar de PvdA-fractie in de Eerste Kamer leidde. Werd in 1999 fellow aan het Netherlands Institute for Advanced Study in Humanities and Social Sciences. Als Kamerlid hield zij zich onder meer bezig met buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking en hoger onderwijs. Friezin die zichzelf niet op de voorgrond plaatste en juist daardoor een gewaardeerd Eerste Kamerlid en lid van het College van Senioren was.
     
  • 14. 
    Staatssecretaris en senator van D'66 en ook enige tijd partijvoorzitter. Als rechtsfilosoof van grote faam en als politicus onafhankelijk en inspirerend denker van links-liberale snit. Was tijdens de bezetting leidinggevend in het studentenverzet. Werd met een artikel uit 1964 onbedoeld de geestelijk vader van de latere 'kroonjuwelen' van D'66: de gekozen minister-president en het (gematigde) districtenstelsel. Kwam als staatssecretaris van Justitie in het kabinet-Den Uyl in conflict met de ambtelijke top van het ministerie, waarna de minister (Van Agt) hem liet vallen. Een geluk bij een ongeluk voor D'66, want hij kreeg de tijd om met een onvoorwaardelijke persoonlijke inzet de partij, die op sterven na dood was, tot nieuw leven te wekken. Opgewekte wetenschapper, filosoof en vooraanstaande humanist.
     
  • 15. 
    Onderwijsdeskundige die twee periodes deel uitmaakte van de VVD-Eerste Kamerfractie. Begon zijn carrière als leraar in het beroepsonderwijs en was daarna onder meer onderwijsinspecteur, onderwijsadviseur op de Antillen en interim-directeur van het Rijksopleidingsinstituut. In de Eerste Kamer hield hij zich naast onderwijs bezig met volkshuisvesting en Antilliaanse en Arubaanse zaken. Werd door zijn medeleden gewaardeerd als kenner van het onderwijs en van de verhoudingen in 'de West'.