27075 - Initiatiefvoorstel Wijziging van de Arbeidstijdenwet, het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling (gewetensbezwaren zondagsarbeid)
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 11 april 2000 aanhangig gemaakt door het Tweede Kamerlid Bakker (D66)1.
Voorstel van wet van het lid Bakker tot wijziging van de Arbeidstijdenwet, het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling (gewetensbezwaren zondagsarbeid)
(4 stuks)2 |
11 april 2000, geleidende brief, nr. 1
KST45120 Geleidende brief publicatie: 14 april 2000 |
2 |
11 april 2000, voorstel van wet, nr. 2
KST45121 Voorstel van wet publicatie: 14 april 2000 |
2 |
11 april 2000, memorie van toelichting, nr. 3
KST45122 Memorie van toelichting publicatie: 14 april 2000 |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Prominente D66'er die van alle markten thuis was. Hield zich in de twaalf jaar waarin hij Tweede Kamerlid was bezig met onder meer financiën, sociale zekerheid, de zorg, buitenlands beleid, defensie, media en economische zaken. Leidde bekwaam de commissie die onderzoek deed naar de uitzending van Nederlandse militairen op vredesmissies en was voorzitter van de enquêtecommissie Srebrenica. Was, gevraagd en ongevraagd, altijd bereid de pers te woord staan en zette dan op heldere wijze de standpunten van zijn partij uiteen. Voor hij Kamerlid werd hoofd voorlichting van de Sociaal-Economische Raad. Verloor in 2006 zijn zetel, omdat Fatma Koser Kaya met voorkeurstemmen werd gekozen.