Artikel 40: Nauwere samenwerking

    • Verdrag betreffende de Europese Unie (geconsolideerde versie 2004)
    • Titel VI - Bepalingen inzake politiĆ«le en justitiĆ«le samenwerking in strafzaken
39
Artikel 40
40 A
  • 1. 
    Nauwere samenwerking op een van de gebieden die vallen onder deze titel heeft tot doel de Unie in staat te stellen zich sneller te ontwikkelen tot een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, met inachtneming van de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en de in deze titel neergelegde doelstellingen.
  • 2. 
    De artikelen 29 tot en met 39 en de artikelen 40 A, 40 B en 41 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde nauwere samenwerking, tenzij in artikel 40 A en in de artikelen 43 tot en met 45 anders is bepaald.
  • 3. 
    De bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap die betrekking hebben op de bevoegdheden van het Hof van Justitie en de uitoefening van die bevoegdheden, zijn van toepassing op dit artikel alsmede op de artikelen 40 A1 en 40 B2.

1.

Toelichting

Artikel gewijzigd bij het Verdrag van Nice.


  • 1. 
    1. De lidstaten die voornemens zijn onderling nauwere samenwerking krachtens artikel 40 aan te gaan, richten een verzoek aan de Commissie, die bij de Raad een voorstel in die zin kan indienen. Indien de Commissie geen voorstel indient, deelt zij de redenen daarvan mee aan de betrokken lidstaten. Deze kunnen vervolgens bij de Raad een initiatief indienen om een machtiging voor de nauwere samenwerking te verkrijgen.
     
  • 2. 
    Een lidstaat die wenst deel te nemen aan krachtens artikel 40 A aangegane nauwere samenwerking geeft kennis van zijn voornemen aan de Raad en aan de Commissie, die binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving een advies aan de Raad doet toekomen, eventueel vergezeld van een aanbeveling betreffende bijzondere regelingen die zij nodig acht voor de deelneming van de betrokken lidstaat aan de samenwerking. De Raad neemt binnen vier maanden na ontvangst van de kennisgeving een besluit over het verzoek. Het besluit wordt geacht te zijn goedgekeurd, tenzij de Raad binnen die termijn met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit het op te schorten; in dat geval geeft de Raad de redenen voor zijn besluit aan en stelt hij een termijn voor een nieuwe behandeling.