Artikel III-228: Totstandkoming gemeenschappelijk landbouwbeleid

    • Europese Grondwet (oktober 2004)
    • Deel III: Beleid en werking van de Unie
    • Titel III - Intern beleid en optreden
    • Hoofdstuk III - Beleid op andere gebieden
    • Afdeling 4 - Landbouw en visserij
III-227
Artikel III-228
III-229
  • 1. 
    Om de in artikel III-2271 genoemde doelstellingen te verwezenlijken wordt een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand gebracht.

    Naar gelang van de producten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging;
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties;
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 2. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 1 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel III-2271 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    De gemeenschappelijke ordening moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel III-2271 genoemde doelstellingen en iedere discriminatie tussen producenten of verbruikers in de Unie uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op eenvormige berekeningswijzen berusten.

  • 3. 
    Om de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
Artikel III-119: Totstandkoming gemeenschappelijk landbouwbeleid
  • 1. 
    Om de in [ex artikel 33]2 gestelde doeleinden te bereiken wordt een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand gebracht.

    Naar gelang van de producten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging,
    • b) 
      verplichte coördinatie van de ve rschillende nationale marktorganisaties,
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
    • 2. 
      De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 1 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in [artikel 33]2 omschreven doelstellingen te bereiken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    Zij moet zich beperken tot het nastreven van de in [artikel 33] genoemde doeleinden en elke discriminatie tussen producenten of verbruikers van de Unie uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op eenvormige berekeningswijzen berusten.

  • 3. 
    Om de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.
2003
Artikel III-124: Totstandkoming gemeenschappelijk landbouwbeleid
  • 1. 
    Om de in artikel III-1233 genoemde doelstellingen te verwezenlijken wordt een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand gebracht. Naar gelang van de producten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:
    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging,
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties,
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 2. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 1 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel III-123 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    De gemeenschappelijke ordening moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel III-1233 genoemde doelstellingen en iedere discriminatie tussen producenten of verbruikers in de Unie uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op eenvormige berekeningswijzen berusten.

  • 3. 
    Om de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.
2003
Artikel III-124: Totstandkoming gemeenschappelijk landbouwbeleid
  • 1. 
    Om de in artikel III-1234 genoemde doelstellingen te verwezenlijken wordt een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand gebracht.

    Naar gelang van de producten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging,
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties,
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 2. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 1 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel III-1234 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    De gemeenschappelijke ordening moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel III-123 genoemde doelstellingen en iedere discriminatie tussen producenten of verbruikers in de Unie uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op eenvormige berekeningswijzen berusten.

  • 3. 
    Om de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.
2004
Artikel III-228: Totstandkoming gemeenschappelijk landbouwbeleid
  • 1. 
    Om de in artikel III-2271 genoemde doelstellingen te verwezenlijken wordt een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten tot stand gebracht.

    Naar gelang van de producten neemt deze ordening een van de volgende vormen aan:

    • a) 
      gemeenschappelijke regels inzake mededinging;
    • b) 
      verplichte coördinatie van de verschillende nationale marktorganisaties;
    • c) 
      een Europese marktorganisatie.
  • 2. 
    De gemeenschappelijke ordening in een der in lid 1 vermelde vormen kan alle maatregelen medebrengen welke noodzakelijk zijn om de in artikel III-2271 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, met name prijsregelingen, subsidies zowel voor de productie als voor het in de handel brengen der verschillende producten, systemen van voorraadvorming en opslag en gemeenschappelijke organisatorische voorzieningen voor de stabilisatie van de in- of uitvoer.

    De gemeenschappelijke ordening moet zich beperken tot het nastreven van de in artikel III-2271 genoemde doelstellingen en iedere discriminatie tussen producenten of verbruikers in de Unie uitsluiten.

    Een eventueel gemeenschappelijk prijsbeleid moet op gemeenschappelijke criteria en op eenvormige berekeningswijzen berusten.

  • 3. 
    Om de in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke ordening aan haar doel te laten beantwoorden, kunnen een of meer oriëntatie- en garantiefondsen voor de landbouw in het leven worden geroepen.

  • 1. 
    1. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft ten doel:
     
  • 2. 
    1. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft ten doel:
     
  • 3. 
    1. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft ten doel:
    a) de productiviteit van de landbouw te doen toenemen door de technische vooruitgang te bevorderen en door zowel de rationele ontwikkeling van de landbouwproductie als een optimaal gebruik van de productiefactoren, met name de arbeidskrachten, te bewerkstelligen,
    b) aldus de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, met name door de verhoging van het hoofdelijk inkomen van hen die in de landbouw werkzaam zijn,
    c) de markten te stabiliseren,
    d) de voorziening veilig te stellen,
    e) redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren.
     
  • 4. 
    1. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft ten doel: