Hoofdpunten EU-Grondwet: functioneren van EU-instellingen in een Unie van 27 of meer lidstaten

Om een goed functioneren van Europese instellingen in een Unie van 27 of meer lidstaten te blijven garanderen, is de interne organisatie van deze instellingen op vele punten aangepast. Zo is het aantal leden van de Europese Commissie beperkt, zijn de stemprocedures in de Raad van Ministers herzien, en is de werkwijze van het Europese Hof van Justitie gestroomlijnd. Tevens is het aantal wetsinstrumenten drastisch beperkt.

Ook zijn de spelregels geformuleerd waaraan lidstaten zich moeten houden als zij hun EU-lidmaatschap niet willen verliezen (ze moeten de gemeenschappelijke waarden naleven en doelstellingen onderschrijven). Ten slotte is de mogelijkheid geopend om de Europese Unie vrijwillig te verlaten.

Contents

  1. Wetgeving en Handhaving
  2. Het verlaten van de Europese Unie
  3. Stroomlijning van de bestaande Europese organen

1.

Wetgeving en Handhaving

Minder instrumenten, gestroomlijnder wetgevingsprocedures

De Europese Unie kent momenteel 15 instrumenten om beleid door te voeren (richtlijnen, kaderrichtlijnen etc.). Met de nieuwe Europese Grondwet zijn sommige van die instrumenten samengevoegd, en andere, zeer zelden gebruikte instrumenten, opgeheven. Uiteindelijk zijn zes instrumenten overgebleven die alle voorkomende gevallen dekken. De vereenvoudiging betekent feitelijk het eind van de Pijlerstructuur van de Europese Unie.

Verder zijn de besluitvormingsprocedures (de wijze waarop Europese regelgeving via Commissie, Parlement en Raad tot stand komt) vereenvoudigd. Zo is één van deze procedures opgeheven (de samenwerkingsprocedure).

Relevante artikelen:

  • De uitoefening van de bevoegdheden van de Unie, Hoofdstuk: Gemeenschappelijke bepalingen (artikelen I-33 t/m I-39)
  • Artikel III-396: Wetgevingsprocedure

Zie ook:

Europees Hof van Justitie legt sneller boetes op

Het hoofdstuk over het Europese Hof van Justitie1 is met zijn 32 artikelen één van de grootste van de Europese Grondwet geworden. De bevoegdheden van het Europese Hof zijn uitgebreid door onder meer de instelling van een nieuwe gespecialiseerde rechtbank voor de bescherming van industrieel eigendom. Ook zijn de mogelijkheden verruimd om als individu een juridische procedure tegen een EU-instelling te starten (artikel III-3652).

De rol van het Europese Hof in Luxemburg is door de jaren heen steeds verder gegroeid. De uitspraken van het Hof zijn leidend voor de interpretatie van Europese richtlijnen, en nationale rechtbanken raadplegen het Hof regelmatig over de juiste toepassing van Europese afspraken. Ook legt het Hof na het doorlopen van zogenaamde inbreukprocedures boetes op aan lidstaten en bedrijven, als deze de Europese richtlijnen niet naleven. De Europese Grondwet stroomlijnt de inbreukprocedures bij het Hof, die niet meer twee rechtsgangen zullen vergen, maar slechts één.

In het rapport Unseen Europe (juli 2004) waarschuwt het Ruimtelijke Plan Bureau (RPB) voor de gevolgen van deze stroomlijning van de inbreukprocedures bij het Europese Hof. De RPB-onderzoeker Nico van Ravesteyn voorziet dat nationale en regionale overheden nu minder mogelijkheden hebben om invoering van Europese regels te traineren. "Acht, negen jaar tijdrekken wordt minstens gehalveerd. Gehoorzamen dus, er zit niets anders op."

Relevante artikelen:

  • Onderafdeling 5 - Het Hof van Justitie van de Europese Unie (artikelen III-353 t/m III-381)
  • Artikel III-362: oplegging van een forfaitaire som of dwangsom door het Europees Hof

Zie ook:

  • RPB: Ruimtelijk Planbureau (informatie op de site Parlement en Politiek)3

2.

Het verlaten van de Europese Unie

Voor het eerst krijgen lidstaten nu de mogelijkheid om vrijwillig de Europese Unie te verlaten (secessie). Ook is voorzien in de mogelijkheid om een lidstaat van de Europese Unie te schorsen, bijvoorbeeld vanwege de mensenrechtensituatie. In een dergelijk geval moet 80 procent van de lidstaten met de schorsing instemmen.

Relevante artikelen:

  • Artikel I-59: Schorsing van de lidmaatschapsrechten van de Unie
  • Artikel I-60: Vrijwillige terugtrekking uit de Unie

3.

Stroomlijning van de bestaande Europese organen

Het wetgevingsproces binnen de Europese Unie laat zich als volgt samenvatten: de Europese Commissie4 (het "dagelijks bestuur" van de Unie) neemt initiatieven voor nieuwe Europese wet- en regelgeving. Het Europees Parlement5 debatteert hierover en stelt wijzigingen voor, waarna de Raad van Ministers6 een beslissing neemt over het al dan niet doorvoeren van de richtlijn. Bovendien komen de regeringsleiders en staatshoofden van de EU-lidstaten minstens twee keer per jaar bijeen in een Europese Raad7, om zo de algemene politieke lijnen te bepalen.

Deze taakverdeling tussen de belangrijkste Europese organen verandert niet door de nieuwe Europese Grondwet. Wel zijn enkele hervormingen doorgevoerd in de werkwijze van de organen:

Europese Commissie

Na lange onderhandelingen is het principe van één eurocommissaris per lidstaat afgeschaft (momenteel is dit voor Nederland Neelie Kroes8), zoals dat nu nog geldt. In plaats daarvan wordt het aantal eurocommissarissen vastgesteld op tweederde van het aantal lidstaten. Bij een Europese Unie van 27 landen zal de omvang van de Commissie dus 18 leden bedragen.

Een toerbeurtsysteem waarborgt de gelijke vertegenwoordiging van de lidstaten: over een periode van vijftien jaar levert een lidstaat gedurende tien jaar een eurocommissaris. Het systeem gaat in per 2014, daarvoor geldt nog het principe van één eurocommissaris per lidstaat.

Relevante artikelen:

  • Artikel I-26: De Europese Commissie
  • Artikel I-27: De voorzitter van de Europese Commissie

Europees Parlement

Het aantal zetels van het Europees Parlement is verhoogd van 732 naar maximaal 750. Het minimumaantal zetels van een lidstaat bedraagt 6 (momenteel is Malta met vier afgevaardigden vertegenwoordigd), terwijl het maximumaantal zetels is vastgesteld op 96 (nu nog 99, voor Duitsland). Nederland heeft momenteel 27 zetels, maar zal bij een verdere uitbreiding van de Europese Unie mogelijk moeten 'inschikken'. De wijzigingen gaan in per 2009.

Relevante artikelen:

  • Artikel I-20: Het Europees Parlement

Europese Raad en Raad van Ministers

Eén van de moeizaamste onderhandelingsprocessen tijdens de Intergouvernementele Conferentie9 was het vaststellen van een nieuw systeem voor stemwegingen in de Europese Raad7 en de Raad van Ministers6. Aanvankelijk kreeg elk land een bepaald stemgewicht toegekend dat was vastgelegd in het Verdrag van Nice (2000). De Europese Grondwet vervangt dit systeem per 2009 door een systeem van besluitvorming via een "dubbele meerderheid": een besluit voor invoering van Europese regelgeving vindt plaats als ten minste 55 procent van de landen, die samen 65 procent van de bevolking uitmaken, vóór zijn.

Andere wijzigingen zijn:

  • - 
    het afschaffen van het roulerend voorzitterschap van de Europese Raad - in plaats daarvan komt een vaste voorzitter die de vergaderingen van de Europese Raad gedurende 2,5 jaar zal leiden
  • - 
    de wijze waarop de Raadsformaties zijn ingericht (artikel I-23), zo zal bijvoorbeeld de Raad Externe Betrekkingen geleid worden door de Europese minister van Buitenlandse Zaken

Relevante artikelen:

  • Artikel I-21: De Europese Raad
  • Artikel I-22: De voorzitter van de Europese Raad
  • Artikel I-23: De Raad van Ministers
  • Artikel I-24: De formaties van de Raad van Ministers
  • Artikel I-25: Omschrijving van de gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad en in de Raad

Europese minister van Buitenlandse Zaken

De Europese Unie krijgt een Minister van Buitenlandse Zaken. Deze minister vervangt de twee functionarissen die zich nu nog bezighouden met het Europese buitenlands beleid. Dit zijn de Hoge Autoriteit voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (Javier Solana) en de Eurocommissaris Buitenlandse Zaken (Benita Ferrero-Waldner). Deze twee functies zijn samengevoegd om de Unie naar buiten toe ook voor externe betrekkingen één gezicht te geven.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft een opmerkelijke positie omdat hij functies bekleedt in twee Europese Organen. Hij is zowel:

  • - 
    voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken (één van de samenstellingen van de Raad van Ministers), en
  • - 
    vice-voorzitter van de Europese Commissie

Relevante artikelen:

  • Artikel I-28: De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie

  • 1. 
    The Court of Justice interprets EU law to make sure it is applied in the same way in all EU countries, and settles legal disputes between national governments and EU institutions.
    It can also, in certain circumstances, be used by individuals, companies or organisations to take action against an EU institution, if they feel it has somehow infringed their rights.
    What does the CJEU do?
    The Court gives rulings on cases brought before it. The most common types of case are:
     
  • 2. 
    1. Het Hof van Justitie van de Europese Unie gaat de wettigheid na van de Europese wetten en kaderwetten, van de handelingen van de Raad, de Commissie en de Europese Centrale Bank, voorzover het geen aanbevelingen of adviezen betreft, alsmede van de handelingen van het Europees Parlement en van de Europese Raad die beogen rechtsgevolgen tegenover derden te hebben. Het gaat ook de wettigheid na van de handelingen van de organen of instanties van de Unie waarmee rechtsgevolgen ten aanzien van derden worden beoogd.
     
  • 3. 
    open.

     
  • 4. 
    The European Commission is the executive body of the EU and runs its day-to-day business. It is made up of the College of Commissioners, 27 European Commissioners, one for each member state, who are each responsible for one or several policy areas. In addition, the 'Commission' also refers to the entire administrative body that supports the Commissioners, consisting of the Directorates-General and the Services.
     
  • 5. 
    The European Parliament is the EU's law-making body. It is directly elected by EU voters every 5 years.
    What does the Parliament do?
    The Parliament has 3 main roles:
    Legislative
     
  • 6. 
    In the Council, government ministers from each EU country meet to discuss, amend and adopt laws, and coordinate policies. The ministers have the authority to commit their governments to the actions agreed on in the meetings.
    Together with the European Parliament , the Council is the main decision-making body of the EU.
    Not to be confused with:
     
  • 7. 
    The European Council brings together EU leaders to set the EU's political agenda. It represents the highest level of political cooperation between EU countries.
     
  • 8. 
    Neelie Kroes, dochter van een Rotterdamse vervoersondernemer, was tussen 1971 en 2014 als VVD-politica in vele functies actief. Zij werd in 1971 Tweede Kamerlid en was toen woordvoerster vervoer en onderwijs. In het eerste kabinet-Van Agt (1977-1981) was zij staatssecretaris van vervoerszaken en PTT-zaken. Daarna was mevrouw Kroes minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Lubbers I (1982-1986) en kabinet-Lubbers II (1986-1989). In die functie was zij onder meer verantwoordelijk voor de spreiding van de PTT (hoofddirectie naar Groningen) en voor de verzelfstandiging van de PTT. Na haar ministerschap werd zij onder meer president van Universiteit Nijenrode en had zij vele functies in het bedrijfsleven. In 2004-2010 was mevrouw Kroes als Europees commissaris belast met mededinging. In de Commissie-Barroso II (2010-2014) had zij de portefeuille digitale agenda en was zij tevens vicevoorzitter van de Europese Commissie.
     
  • 9. 
    Van 4 oktober 2003 tot en met 18 juni 2004 vond de Intergouvernementele Conferentie (IGC) plaats die heeft geleid tot de opstelling van een nieuw verdrag tot opstelling van een Grondwet voor Europa. Een IGC wordt bijeengeroepen door de staatshoofden en regeringsleiders van de EU-lidstaten, als de basisverdragen gewijzigd worden.