Jhr.Mr. H.P. van Karnebeek

Lid van de Algemene Rekenkamer in het midden van de negentiende eeuw. Zoon van een vice-admiraal en broer van de conservatief-liberale politicus A.P.C. van Karnebeek¹. Had voor hij in de Rekenkamer kwam een loopbaan bij het ministerie van Oorlog doorlopen. Overleed in 1879 en werd op de zelfde dag begraven als Rekenkamervoorzitter Hora Siccama².

functie(s) in de periode 1870-1879: lid Algemene Rekenkamer

• - 

  commies ministerie van Oorlog, from 1855 until 1 January 1862
• - 

  chef afdeling comptabiliteit, ministerie van Oorlog (rang: referendaris), tevens belast met juridische zaken, from 1 January 1862 until March 1870
• - 

  lid Algemene Rekenkamer, from 7 March 1870 until 10 October 1879

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

• - 

  Had als ambtenaar een belangrijk aandeel in totstandkoming van de Inkwartieringswet in 1866

• - 

  Zijn moeder was de weduwe van de bankier Abraham van Eeghen (1786-1818)
• - 

  Zijn vader was vice-admiraal
• - 

  Zette zich in voor de bevordering van Noordpooltochten

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

• 1. 

  Onafhankelijke, oud-liberale politicus, die na een diplomatieke en ambtelijke loopbaan Commissaris van de Koning in Zeeland werd en later, in het kabinet-Heemskerk Azn., minister van Buitenlandse Zaken. Vanaf 1890 een actief Tweede Kamerlid. Stemde in 1900 als één van de weinige liberalen tegen de ontwerp-Leerplichtwet. Conservatieve edelman, die de komst van socialisten in de Kamer met lede ogen aanschouwde. Had als Kamerlid gezag, omdat hij doorwrochte redevoering hield en uitstekend kon formuleren. Keerde zich in 1913 tegen de vrijzinnige concentratie, omdat hij tegen het algemeen kiesrecht was. Zijn zoon was in het interbellum minister van Buitenlandse Zaken.
   
• 2. 

  Groninger uit een aanzienlijke, maar niet bovenmatig welgestelde familie. Kon mede dankzij zijn oom A.R. Falck carrière maken als ambtenaar en vervolgens contacten leggen met de hogere burgerij in Den Haag en met de hofhouding en koninklijke familie. Werd in 1841 tot zijn eigen verbazing lid van de Algemene Rekenkamer. Stond daarin als conservatief vaak tegenover zijn liberalere medeleden. Na 25 jaar lid te zijn geweest, was hij nog 13 jaar voorzitter. In 1876 had de koning hem in de adelstand verheven. Overleed op dezelfde dag als Rekenkamerlid Van Karnebeek.