Drs. K. (Klaas) de Jong Ozn.

Foto Drs. K. (Klaas) de Jong Ozn.
Source: Parlement.com.

Friese antirevolutionaire onderwijsdeskundige. Was leraar Nederlands en rector, eerst in Dokkum en daarna in Goes en Amersfoort. Trad in 1975 als opvolger van Veerman1 tussentijds toe tot het kabinet-Den Uyl2 als staatssecretaris voor het voortgezet onderwijs. Vervulde die functie ook in het eerste kabinet-Van Agt3. Speelde geen opvallende politieke rol, maar stond in het parlement wel goed aangeschreven als constructieve bewindspersoon. Organist, componist en historicus; vader van de schrijver Oek de Jong.

ARP, CDA
functie(s) in de periode 1975-1981: staatssecretaris

Contents

  1. Personal data
  2. Party/Movement
  3. Main functions and occupations
  4. Other positions
  5. Education
  6. Activities
  7. Miscellaneous
  8. Publications
  9. Family
  10. Extended version

1.

Personal data

Surnames
Klaas (Klaas)

Place and date of birth
Drachten (gem. Smallingerland), 27 February 1926

Place and date of death
Sneek (gem. Súdwest Fryslân), 28 February 2011

2.

Party/Movement

Party/Parties
  • - 
    ARP (Anti-Revolutionaire Partij), until 11 October 1980
  • - 
    CDA (Christen-Democratisch Appèl), from 11 October 1980

3.

Main functions and occupations

  • - 
    leraar Nederlands, Handelsavondschool te Dokkum, from 1954 until 1 September 1960
  • - 
    rector "Christelijk Lyceum voor Zeeland" te Goes, from 1 September 1960 until 1 August 1972
  • - 
    rector Christelijke scholengemeenschap "Farel College" te Amersfoort, from 1 August 1972 until 1 September 1975
  • - 
    staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen (belast met algemeen voortgezet- en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en technisch- en beroepsgericht onderwijs), from 1 September 1975 until 19 December 1977
  • - 
    staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen (belast met voortgezet onderwijs), from 4 January 1978 until 11 September 1981
  • - 
    voorzitter Stichting Unie "School en Evangelie", from 1 January 1982 until 1 March 1991 (steun aan christelijk onderwijs in Nederland en de Derde Wereld)

Responsibilities as statesecretary
  • - 
    Was als staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl belast met de behartiging van zaken op het terrein van 1. de directies Algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, Technisch Beroepsonderwijs, Beroepsgericht voortgezet onderwijs; 2. Bouwzaken onderwijs; 3. vaststelling van het plan van scholen ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs.
  • - 
    Was als staatssecretaris in het eerste kabinet-Van Agt belast met de behartiging van zaken op het terrein van 1. het directoraat-generaal voor het voortgezet onderwijs, met dien verstande dat onder die taak niet worden gerekend: a. de coördinatie van en de eindverantwoordelijkheid voor de innovatie van het voortgezet onderwijs, b. de coördinatie van en de eindverantwoordelijkheid voor de volwasseneneducatie; 2. het bouwbeleid, m.u.v. de academische ziekenhuizen; 3. het plan van scholen ingevolge de Wet op het voortgezet onderwijs.

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Other positions

  • - 
    voorzitter algemeen bestuur Christelijke Hogeschool voor de Kunsten "Constantijn Huygens" te Zwolle/Kampen, from 1986
  • - 
    voorzitter Stichting Christelijk Lektuur Centrum, around 1987
  • - 
    medewerker "Haagsche Courant" (veertiendaagse onderwijsrubriek)
  • - 
    medewerker "Friesch Dagblad" (wekelijkse column 'leren en leven' en recensies van Nederlandse poëzie)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Education

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activities

Policy-making activities as minister (5/6)
  • - 
    Bracht in 1977 de Nota speciaal onderwijs uit, waarin onder meer een eigen wettelijke regeling voor het speciaal onderwijs wordt aangekondigd. Er komen experimenten met vernieuwingsprojecten die er op gericht zullen zijn verschillende soorten van speciaal te integreren. Ook moeten leerlingen uit het speciaal onderwijs meer teruggeplaatst worden in het gewone onderwijs. (14.415)
  • - 
    Besloot in 1978 om per 1 augustus 1979 te starten met proefprojecten in het beroepsonderwijs, die gericht waren op integratie van vormingswerk en beroepsbegeleidend onderwijs voor 16- tot 18-jarigen. Door een beter aanbod moest voortijdige schooluitval worden voorkomen.
  • - 
    Bracht in 1979 als bijlage van de begroting samen met minister Pais het Ontwikkelingsplan voor het voortgezet onderwijs uit. Daarin staan de hoofdlijnen voor de ontwikkeling in het voortgezet onderwijs voor de komende drie tot vijf jaar. Doelen van beleid zijn: voorkomen van te vroege school- en beroepskeuze, gelijkwaardige mogelijkheden voor alle leerlingen om hun talenten te ontplooien, verbreding van het onderwijsaanbod, aanbod van intern gedifferentieerd onderwijs. Omstreeks 1990 moet er een tweejarige ongedeelde brugklas zijn. Vorming van brede scholen van l.b.o.-a.v.o.-v.w.o. wordt bevorderd. (15.800 VIII, X)
  • - 
    Verdedigde in 1980 samen met minister Pais het Ontwikkelingsplan voor het Voortgezet Onderwijs, waarin onder meer een tweejarige brugperiode werd voortgesteld in plaats van de vierjarige middenschool. Verder werd voorgesteld h.a.v.o. en v.w.o. meer te integreren en de scheiding tussen atheneum a en b op te heffen.
  • - 
    Verdedigde in 1981 met succes in de Tweede Kamer een wetsvoorstel waardoor het onderscheid tussen gymnasium alfa en beta en tussen atheneum alfa en beta kwam te vervallen. De wet werd door zijn opvolger in het Staatsblad gebracht.

Legislative activities as minister
  • - 
    Bracht in 1979 een wijziging (Stb. 203) van de Wet op het voortgezet onderwijs tot stand over de verplichting van de gemeente om bijzondere v.o.-scholen bij overschrijding van de exploitatiekosten de vergoeding door te betalen (13.005 & 15.446)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

7.

Miscellaneous

Private life
  • - 
    Was cantor-organist van de gereformeerde kerk "Open Hof" te Amersfoort
  • - 
    Was begin jaren zestig regisseur van toneelvoorstellingen en componeerde het schoollied van het Christelijk Lyceum
  • - 
    Werkte mee aan totstandkoming van het Liedboek der Kerken
  • - 
    Zijn vader was wethouder van Smallingerland

8.

Publications

Publications
W. Slagter, "Een samenbindend bestuurder die altijd leraar bleef. Klaas de Jong Ozn. (1926-2011)", in: Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2011, 147

9.

Family

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Extended version

Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


  • 1. 
    Rustige, nauwgezette ARP- en CDA-politicus. Was een gewaardeerd parlementair journalist van Trouw en later rector van het Christelijk Lyceum in Delft. Begin jaren zestig en daarna vanaf 1967 woordvoerder onderwijs en binnenlandse zaken van de ARP-Tweede Kamerfractie. Stond links in de ARP en leidde die partij als voorzitter aan het einde van de roerige jaren zestig en begin jaren zeventig. Speelde in die functie in 1973 een belangrijke rol bij het vertrek van Biesheuvel uit de politiek. Zijn staatssecretarisschap van Onderwijs in het kabinet-Den Uyl moest hij vanwege zijn gezondheid voortijdig beëindigen, waarna hij terugkeerde naar de Tweede Kamer.
     
  • 2. 
    Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
     
  • 3. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.