Mr. K.A. Poortman
Schiedamse advocaat, notaris, wethouder en lid van Provinciale Staten die als Tweede Kamerlid medestander was van Thorbecke1. Verloor zijn zetel in het district Delft na de Aprilbeweging2 van 1853, maar keerde in 1857 voor het district Alkmaar terug in de Kamer. Maakte deel uit van de enquêtecommissie toestand van de zeemacht3. Speelde in 1866 een belangrijke rol bij het conflict tussen Thorbecke en Fransen van de Putte4. Geacht inwoner van zijn stad, die als ijverig en beginselvast bekendstond.
Thorbeckiaan
functie(s) in de periode 1849-1866: lid Tweede Kamer
Contents
Karel Arnoldus
Place and date of birth
Schiedam, 24 July 1808
Place and date of death
Schiedam, 10 April 1886 Party/Movement
liberaal (Thorbeckiaan)
-
-notaris te Schiedam, from 20 March 1837 until 1 April 1886
-
-lid stedelijke raad (vanaf 25 oktober 1851 gemeenteraad) van Schiedam, from 1837 until 15 September 1859
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 13 February 1849 until 20 August 1850 (voor het kiesdistrict Schiedam)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 7 October 1850 until 26 April 1853 (voor het kiesdistrict Delft)
-
-wethouder van Schiedam, from 25 October 1851 until 15 September 1859
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, from 21 April 1857 until 19 September 1866 (voor het kiesdistrict Alkmaar)
-
-lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, from 2 July 1867 until 10 April 1886 (voor het kiesdistrict Schiedam)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-kantonrechter-plaatsvervanger te Schiedam, from 19 April 1839 (nog in 1875)
-
-lid bestuur Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, afdeling Schiedam
-
-lid commissie tot oprichting van een monument voor J.R. Thorbecke
-
-buitengewoon lid Gedeputeerde staten van Zuid-Holland, from 18 July 1882 until 10 April 1886
Derived functions (4/7)
-
-lid parlementaire enquêtecommissie toestand van de zeemacht (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from 17 December 1861 until 31 October 1862
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from November 1862 until May 1863
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from February 1865 until May 1865
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), from September 1865 until August 1866
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
as Member of the Parliament-
-Sprak in de Tweede Kamer over verschillende onderwerpen, waaronder koloniale zaken, buitenlandse zaken, volksgezondheid en belastingen
-
-Stemde in 1860 tegen de ontwerp-Wet aanleg van spoorwegen voor rekening van de staat
-
-Het door hem ingediende (en aangenomen) verzoenende amendement op de ontwerp-Cultuurwet van Fransen van de Putte over het waarborgen van recht op individueel en erfelijk grondgebruik en tevens handhaving van dessagewoonten, leidde op 18 mei 1866 tot intrekking van het wetsvoorstel en tot de val van het kabinet-Fransen van de Putte
-
-Was reeds in 1853 verkiesbaar voor de Provinciale Staten, maar werd niet gekozen
-
-Stelde zich in 1859 niet meer beschikbaar als wethouder wegens drukke werkzaamheden
Campaign trail (5/10)
-
-Werd in 1856 verslagen door C. Hoekwater (cons.)
-
-Versloeg in 1857 bij een tussentijdse verkiezing in het district Alkmaar na herstemming R.J. graaf Schimmelpenninck van Nijenhuis (cons.)
-
-Versloeg in 1858 bij de periodieke verkiezingen W.L.F.Ch. ridder van Rappard (cons.)
-
-Versloeg in 1862 J.J. Rochussen (cons.)
-
-Was in 1866 geen kandidaat meer
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publications-
-C. Poortman, scriptie staatkundige studierichting, basisdoctoraalvak geschiedenis der Nederlandse Staatsinstellingen, RU Leiden (1981)
-
-Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel X, 750
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Uitgebreide biografieën van de huidige leden van de Eerste en Tweede Kamer zijn beschikbaar via parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
- 1.Liberale staatsman. Hoogleraar in Gent en Leiden, die als voorzitter van de Grondwetscommissie in 1848 grondlegger was van onze parlementaire democratie. Kwam als Tweede Kamerlid al in 1844 met acht medeleden met een voorstel tot herziening van de Grondwet in democratische zin. Werd in 1848 door koning Willem II gevraagd een liberale Grondwet te ontwerpen. Hierdoor kwamen er rechtstreekse verkiezingen en ministeriële verantwoordelijkheid en werden parlementaire rechten uitgebreid. Leidde daarna drie keer een kabinet, waarbij hij onder meer de Kieswet, Gemeentewet en Provincie Wet tot stand bracht. Legde daarmee ook de basis voor de bestuurlijke organisatie met drie bestuurslagen. Zijn tweede kabinet zorgde voor instelling van de HBS en aanleg van de Nieuwe Waterweg. Had niet de sympathie van koning Willem III. Hoewel hij veel medestanders later van zich vervreemdde en soms weerstanden opriep, was hij ongetwijfeld de grootste staatsman van de negentiende eeuw.
- 2.De Aprilbeweging van 1853 was het protestantse en conservatieve protest tegen het herstel door de paus van de bisschoppelijk hiërarchie in Nederland. De bisschoppelijke hiërarchie is de indeling van de Rooms-Katholieke kerk in Nederland in (toen vijf) kerkprovincies, met aan het hoofd een bisschop. De beweging richtte zich tevens tegen het kabinet-Thorbecke, dat de RK-kerk geen strobreed in de weg legde, op grond van de scheiding van kerk en staat.
- 3.Er bestond al lang een verschil van inzicht over de door Nederland benodigde zeemacht. Een plan van minister Huyssen van Kattendijke was voor enkele Tweede Kamerleden in 1861 aanleiding om hiernaar een parlementaire enquête te laten instellen. De resultaten van het onderzoek zouden dan door de minister kunnen worden gebruikt om met een goed onderbouwd voorstel te komen.
- 4.Voornaam liberaal in de tweede helft van de negentiende eeuw. Vernieuwingsgezind op koloniaal gebied. Markante Zeeuw zowel door zijn voorkomen als accent. Scherpe, geestige man, die beschikte over een goed verstand. Niet geheel vrij van ijdelheid. Was succesvol ondernemer in Nederlands-Indië. Werd na een jaar Kamerlidmaatschap in 1863 minister van Koloniën en kwam in 1866 in conflict met Thorbecke over de koloniale grondpolitiek. Vormde toen zelf een kabinet, dat echter door Thorbecke c.s. snel ten val werd gebracht. Trachtte tijdens zijn tweede periode als minister tevergeefs te bemiddelen in het conflict tussen de koning en diens oudste zoon Willem. In die kabinetsperiode brak de Atjeh-oorlog uit. Speelde later ook als Eerste Kamerlid nog een vooraanstaande rol.