Tweede verslag - Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang - Main contents
Dit tweede verslag is onder nr. F toegevoegd aan wetsvoorstel 36513 - Verbetermaatregelen van de gastouderopvang i.
Contents
Officiële titel | Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang; Tweede verslag |
---|---|
Document date | 21-05-2025 |
Publication date | 21-05-2025 |
Nummer | KST1196282 |
Reference | 36513, nr. F |
External link | original article |
Original document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
36 513 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van
de gastouderopvang
F TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN
WERKGELEGENHEID1
Vastgesteld 20 mei 2025
De nota naar aanleiding van het verslag2 en de brief van de staatssecretaris Participatie en Integratie over het uitstroomonderzoek naar gastouderopvang3 geven de commissie aanleiding tot het stellen van nadere vragen.
Inleiding:
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en de brief en hebben hierover enkele vervolgvragen.
De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA en OPNL gezamenlijk hebben naar aanleiding van het uitstroomonderzoek nog enkele vragen met betrekking tot het voorliggende wetsvoorstel.
De leden van de VVD-fractie hebben nog een aantal nadere vragen over het voorliggende wetsvoorstel.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het rapport 'Op zoek naar een nieuwe balans - onderzoek naar (gestopte) gastouders en de gevolgen'. Deze leden maken zich zorgen over het afnemende aantal gastouders in de afgelopen jaren en benadrukken dat overheidsmaatregelen juist zouden moeten bijdragen aan het behouden en versterken van deze waardevolle vorm van kinderopvang, in plaats van deze onbedoeld te beperken. Over het rapport hebben zij een aantal vragen.
Vragen van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie lezen in de nota naar aanleiding van het verslag: "Ik vind het belangrijk dat de kwaliteit bij alle gastouders voldoende is gewaarborgd. De voorgestelde maatregelen kunnen mogelijk leiden tot een grotere uitstroom van het aantal gastouders, doordat niet alle gastouders aan de voorgestelde eisen kunnen of willen voldoen. Het wetsvoorstel is opgesteld met de inzet om dit effect zoveel mogelijk te beperken. Veel gastouders voldoen al (deels) aan de nieuwe eisen. Zo blijkt uit een inventarisatiestudie onder gastouders en gastouderbureaus uit 2022 dat ruim driekwart van de gastouders al aan professionalisering doet en 35% van de gastouders al over een pedagogisch werkplan beschikt." en "Overigens laat ik op dit moment onderzoek uitvoeren naar de redenen waarom gastouders stoppen. De daling van het aantal gastouders is immers al langer gaande, ruim voordat dit wetstraject werd gestart. In het voorjaar - ik streef naar april - verwacht ik de uitkomsten van dit onderzoek met uw Kamer te kunnen delen. Dan kan ik gerichte maatregelen nemen om het stoppen van gastouders tegen te gaan". 4
Per brief d.d. 10 april 2025 is de Kamer vervolgens geïnformeerd over de uitkomsten van het uitstroomonderzoek en de maatregelen die de staatssecretaris Participatie en
Integratie neemt om de gastouderopvang te versterken.5 De leden van de BBB-fractie vragen naar aanleiding hiervan welke elementen uit het voorliggende wetsvoorstel - met inachtneming van de genoemde maatregelen uit de brief van 10 april 2025 - noodzakelijk zijn om het doel van de wet te verwezenlijken.
In het afschrift van de Tweede Kamerbrief d.d. 10 april 20256 lezen de leden van de BBB-fractie onder meer:
"Met dit wetsvoorstel laat de overheid zien dat gastouderopvang een volwaardige en professionele vorm van kinderopvang is. Het wetsvoorstel is daarmee een belangrijke waardering voor alle gastouders die keihard werken om kinderen de beste opvang te bieden.”
De leden van de BBB-fractie vragen de regering op welke wijze gastouders deze wet, waardoor gastouders zich geconfronteerd zien met nadere voorwaarden en condities, kunnen beschouwen als een “blijk van waardering”? Deze leden vragen de regering om een reflectie op dit punt.
Vragen van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA en OPNL gezamenlijk
De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA en OPNL gezamenlijk roepen in herinnering dat het voorliggende wetsvoorstel is gebaseerd op de overweging dat het wenselijk is om de kwaliteit van de gastouderopvang te verbeteren. Uit het onderzoek 'Op zoek naar een nieuwe balans' komt naar voren dat wetten en regels voor de helft van de recent gestopte gastouders een (zeer) belangrijke reden zijn om te stoppen (50%). De onderzoekers geven aan dat nieuwe wetten en regels die in de laatste twee jaar zijn aangekondigd, evenals de verwachtingen en beelden die hierover bestonden, mogelijk hebben bijgedragen aan het besluit van gastouders om te stoppen.7 Deze leden hebben hierover de volgende vragen aan de regering:
-
1.In hoeverre resulteren de inzichten uit dit onderzoek tot wijziging van het perspectief van de regering op de regeldruk die gastouders ervaren en de proportionaliteit van dit wetsvoorstel? Heroverweegt de regering andere vormen van regulering in plaats van kaderstelling via wetgeving?
In het bovengenoemd onderzoek komt ook aan de orde dat het aantal gastouders sinds 2020 met meer dan 40% is afgenomen.
-
2.In hoeverre herkent de regering de ontwikkeling dat private-equity bedrijven in het veld van kinderopvang de nabijheid van opvang aan huis of kleinschalige opvang uit dit veld drukken?
-
3.Op welke wijze is bij de kaderstelling voor kwaliteit in dit wetsvoorstel rekening gehouden met de differentiatie van het type opvang en de meerwaarde van deze differentiatie bij de formulering van de aanvullende kwaliteitseisen voor gastouders?
Vragen van de VVD-fractie
-
1.De regering heeft, zo stellen de leden van de VVD-fractie vast, geen kwantitatieve inschatting kunnen geven over de effecten van het wetsvoorstel en de voorgenomen maatregelen op de beschikbaarheid van gastouders. Kan de regering - op een schaal van nul tot tien - aangeven hoe waarschijnlijk hij het acht dat het aantal actieve gastouders zal stijgen, na:
-
I.invoering van dit wetsvoorstel,
II. het voorgenomen schrappen van de regels, en
III. de aangekondigde maatregelen om gastouderopvang te versterken?
-
2.Heeft de regering nog andere initiatieven in petto om de uitstroom van gastouders te verkleinen en de instroom van gastouders te vergroten? Welke effecten verwacht de regering hiervan?
-
3.Ongeveer 80% van de gastouders levert kwalitatief adequate opvang. De regering geeft aan dat het toezichtkader van de GGD de kwaliteit van de gastouderopvang onvoldoende waarborgt. Welke mogelijkheden ziet de regering om het toezichtkader van de GGD aan
te passen, zodat ook de overige 20% - tegen de huidige kwaliteitsnormen - adequate opvang kan bieden?
-
4.Als de invoering van de nieuwe normen volgens de regering onvermijdelijk is, is het dan mogelijk voor gastouders om deze normen niet-verplicht toe te passen maar daarmee voor een keurmerk in aanmerking te komen? Dat stelt gastouderbureaus en ouders in staat om keuzes te maken, zonder dat de beschikbaarheid van gastouders extra onder druk komt.
-
5.Welke mogelijkheden ziet de regering om - zonder dit wetsvoorstel maar met extra of intensievere handhaving - de kwaliteit van gastouderopvang te verbeteren, zodat de gastouders die nu opvang bieden van lage of onvoldoende kwaliteit (21%) streng worden aangespoord om de kwaliteit van hun opvang te verbeteren?
Vragen van de D66-fractie
-
1.Uit het uitstroomonderzoek blijkt dat wet- en regelgeving voor 72% van de gastouders een reden kan zijn om te stoppen met het gastouderschap. Hoewel het belangrijk is dat er goede regels rondom het gastouderschap zijn, zijn de leden van de D66-fractie van mening dat wet- en regelgeving niet moet leiden tot een onverhoopte afname van het aantal gastouders. Hoe kijkt de regering naar de uitkomst van dit onderzoek? In de nota naar aanleiding van het verslag stelde de regering dat het vak van gastouderopvang voor veel gastouders juist aantrekkelijker wordt door de wetswijziging. Verwacht de regering nog steeds een positief effect op het aantal gastouders, in het licht van de recente onderzoeksresultaten?
-
2.In het onderzoek geven sommige gastouders aan te weinig waardering te ervaren vanuit de overheid. De leden van de D66-fractie onderstrepen het grote maatschappelijke belang van gastouders en vinden dat de overheid hen actief en positief moet ondersteunen, zodat deze waardevolle vorm van kinderopvang behouden blijft en kan groeien. Hoe gaat de regering bijdragen aan het verbeteren van het beeld dat bestaat over gastouders? Welke maatregelen kan de regering nemen om gastouders beter te waarderen?
De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien met belangstelling uit naar de beantwoording van de gestelde vragen en ontvangen deze graag binnen vier weken.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Vos
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl
3 / 3
Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Van Wijk (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Geerdink (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD),
Nanninga (JA21), Van Apeldoorn (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kamerstukken I 2024-2025, 36513, D.
Kamerstukken I 2024-2025, 36513, E.
Kamerstukken I 2024-2025, 36513, D, p.3.
Kamerstukken I 2024-2025, 36513, E.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.