Brief van de Voorzitter aan de president van de Algemene Rekenkamer - Financieel jaarverslag van het Rijk 2022
Deze brief is onder nr. ? toegevoegd aan dossier 36360 - Financieel jaarverslag van het Rijk 2022.
Contents
Officiële titel | Brief van de Voorzitter aan de president van de Algemene Rekenkamer |
---|---|
Document date | 26-09-2023 |
Publication date | 26-09-2023 |
Reference | 36360, nr. ? |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer
DER STATEN-GENERAAL
Voorzitter
Postbus 20018 2500 ea Den Haag
Aan de President van de Algemene Rekenkamer t070 318 30 33
T.a.v. dhr. P. Duisenberg
Den Haag, 26 september 2023
Geachte heer Duisenberg,
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in haar vergadering van 26 september 2023, op grond van artikel 7.35 lid 1b van het Reglement van Orde, besloten de Algemene Rekenkamer conform de aangenomen motie van de leden Sneller en Slootweg (Kamerstuk 36 360, nr. 6) te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de productiviteitsontwikkeling bij een selectie van uitvoeringsorganisaties.
De brief van het Presidium met de inhoud van het adviesverzoek en een afschrift van de motie-Sneller/Slootweg zend ik u hierbij toe.
Namens de Kamer vraag ik u aan dit verzoek te voldoen.
Met vriendelijke groet,
Vera Bergkamp
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 360
Financieel jaarverslag van het Rijk 2022
Nr. 21
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de Leden
Den Haag, 14 september 2023
Het Presidium legt hierbij conform artikel 7.35, tweede lid, van het Reglement van Orde aan u voor het verzoek van de commissie voor de Rijksuitgaven, bij brief van 18 augustus 2023 (zie bijlage), om de Algemene Rekenkamer te verzoeken, conform de aangenomen motie van de leden Sneller en Slootweg (Kamerstuk 36 360, nr. 6), een onderzoek in te stellen naar de productiviteitsontwikkeling bij een selectie van uitvoeringsorganisaties.
Het Presidium stelt u voor om hiermee in te stemmen en dit verzoek door te geleiden aan de Algemene Rekenkamer.
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vera Bergkamp
kst-36360-21 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 360, nr. 21
1
BIJLAGE
BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN
Aan het Presidium
Den Haag, 18 augustus 2023
In de procedurevergadering van 6 juli 2023 heeft de commissie voor de Rijksuitgaven besloten een voorstel aan de Kamer te doen om de Algemene Rekenkamer te verzoeken, conform de aangenomen motie-Sneller/Slootweg (Kamerstuk 36 360, nr. 6), een onderzoek in te stellen naar de productiviteitsontwikkeling bij een selectie van uitvoeringsorganisaties.
De motie refereert aan de uitkomsten van een onderzoek van Moons en Van Veldhuizen dat wordt besproken in een artikel in ESB van april 2023'. Dat onderzoek is een vooral kwantitatief onderzoek op basis van openbare informatie naar de productiviteitsontwikkeling van vijftig grote uitvoeringsorganisaties in de periode 2015-2021. Dat levert een beeld van grote verschillen in gemeten productiviteitsontwikkeling tussen organisaties, maar is op zichzelf onvoldoende om goed zicht te krijgen op de oorzaken van die verschillen. Het is ook onvoldoende om bredere lessen te trekken om de doelmatigheid van uitvoeringsorganisaties te verhogen.
Belangrijk aandachtspunt is dat goede cijfers om de ontwikkeling van productiviteit van uitvoeringsorganisaties te analyseren maar beperkt beschikbaar zijn.2 Ook de Staatssecretaris constateerde in het Verantwoordingsdebat van 31 mei jl. dat «cijfers niet altijd voorhanden zijn». De Algemene Rekenkamer zou met haar onderzoeksbevoegdheden in aanvulling óp het bestaande onderzoek voor een selectie uitvoeringsorganisaties de diepte in kunnen gaan. Door in de haarvaten van enkele organisaties te kijken en een analyse te maken van de interne werkwijzen kan de Algemene Rekenkamer gericht onderzoek dóen naar de oorzaken van geconstateerde ontwikkelingen en verschillen in productiviteit, ook in relatie tot de kwaliteit van de dienstverlening.
Voorgesteld wordt de Algemene Rekenkamer te verzoeken de volgende vragen voor te leggen:
-
1.Wat is de productiviteitsontwikkeling van een selectie van uitvoe-ringsorganisa ties?
-
2.Wat zijn de oorzaken voor verschillen in productiviteitsontwikkeling?
-
3.Hoe verhoudt de productiviteitsontwikkeling zich tot de ontwikkeling van de kwaliteit van de dienstverlening door de uitvoeringsorganisaties?
De commissie heeft over het voorstel positief geadviseerd, conform de
procedure van artikel 7.4, vierde lid van het Reglement van Orde. Het
advies van de commissie is als bijlage bij deze brief gevoegd.
De commissie verzoekt de Kamer overeenkomstig haar voorstel te
besluiten.
De voorzitter van de commissie, Sneller
De griffier van de commissie, Lips
1 ESB. ISaprii 2023 (https://esb.nu/productiviteitsverschillen-tussen-pubiieke-uïtvoeringsorganisaties-toegenomen/)
2 Zie Staat van de Uitvoering 2022 (bijlage bij Kamerstuk 29 362, nr. 321, p.37), onder verwijzing naar onderzoek van het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023. 36 360, nr. 21
Bijlage
Advies van de commissie voor de Rijksuitgaven
Advies
De commissie voor de Rijksuitgaven oordeelt positief over het concept-verzoek van de Kamer aan de Algemene Rekenkamer om een onderzoek in te stellen naar de productiviteitsontwikkeling bij een selectie van uitvoeringsorganisaties.
Toetsing aan criteria
-
T.Heeft de Algemene Rekenkamer voldoende bevoegdheden? Ja. Voor het onderzoek kan het nodig zijn om administraties, documenten en andere informatie van uitvoeringsorganisaties te onderzoeken. De Algemene Rekenkamer heeft op grond van artikel 7.18 van de Comptabiliteitswet 2016 voldoende bevoegdheden om bij alle onderdelen van het Rijk alle informatie die zij nodig acht voor het uitvoeren van het verzoek-onderzoek - een doelmatigheidsonderzoek - te onderzoeken.
-
2.Beschikt de Algemene Rekenkamer over de vereiste kennis en expertise?
Ja. De Algemene Rekenkamer beschikt over de vereiste kennis en expertise om het voor het onderzoek benodigde verdiepende onderzoek te doen naar productiviteitsontwikkeling bij een selectie van uitvoeringsorganisaties, inclusief de gevraagde oorzaakanalyse. Dat blijkt ook uit eerdere publicaties, bijvoorbeeld «Bekostiging Rechtspraak: gevolg voor doelmatigheid», een doelmatigheidsonderzoek uit 2016 en «Een zorgelijk gebrek aan daadkracht» (2022), onderzoek naar de effectiviteit van de zorgfraudebestrijding, inclusief een analyse naar de oorzaken van geconstateerde problemen.
-
3.Heeft uitvoering door de Algemene Rekenkamer meerwaarde?
Ja. Uitvoering van het onderzoek door de Algemene Rekenkamer heeft meerwaarde in vergelijking met soortgelijk onderzoek ten opzichte van een onderzoek door de Kamer zelf of door een extern onderzoeksbureau. Die meerwaarde vloeit vooral voort uit de bevoegdheden die de Algemene Rekenkamer bij uitvoeringsorganisaties van het Rijk kan inzetten om alle informatie die zij nodig acht te onderzoeken. De Algemene Rekenkamer kan gegevens van uitvoeringsorganisaties analyseren, vergelijken en samenbrengen met gegevens uit andere relevante onderzoeken. Andere onderzoeksbureaus zijn afhankelijk van het vrijwillig meewerken van uitvoeringsorganisaties of openbare informatie. Tot nog toe zijn goede cijfers om de ontwikkeling van de productiviteit van uitvoeringsorganisaties te analyseren echter maar beperkt (openbaar) beschikbaar. Daarmee kan onderzoek door de Algemene Rekenkamer ook meer de diepte ingaan dan onderzoek van andere onderzoeksbureaus en kan de Algemene Rekenkamer ook een verfijndere vorm van productiviteitsmeting doen dan bijvoorbeeld is gedaan in de analyse waarnaar in de motie wordt verwezen.
-
4.Is de probleemstelling en vraagstelling helder?
Ja. De staf van de commissie voor de Rijksuitgaven heeft drie onderzoeksvragen geformuleerd die aansluiten bij de motie. 1) Wat is de productiviteitsontwikkeling van een selectie van uitvoeringsorganisaties? 2) Wat zijn de oorzaken voor verschillen in productiviteitsontwikkeling? 3) Hoe verhoudt de productiviteitsontwikkeling zich tot de ontwikkeling van de kwaliteit van de dienstverlening door de uitvoeringsorganisaties? Deze onderzoeksvragen zijn naar verwachting voldoende concreet voor de Algemene Rekenkamer om te onderzoeken. Tegelijkertijd laten de onderzoeksvragen voldoende ruimte voor de Algemene Rekenkamer om
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 360, nr. 21
3
zelf keuzes te maken over bijvoorbeeld de omvang en concrete invulling van de selectie en de te onderzoeken periode. Daarmee kan de Algemene Rekenkamer zelf bepalen wat nodig is om op basis van haar oorzaakanalyse betekenisvolle uitspraken over (knelpunten in) de productiviteitsontwikkeling te kunnen doen en waar mogelijk bredere lessen voor het structureel verbeteren van de doelmatigheid van uitvoeringsorganisaties te trekken. Vanwege de complexiteit van het onderzoek zal de omvang van de selectie naar verwachting zeer beperkt en de te onderzoeken periode relatief lang zijn.
-
5.Is helder op welk termijn het onderzoek moet plaatsvinden? Ja. Hét voorstel is de Algemene Rekenkamer te vragen om het onderzoek af te ronden voor het einde van de huidige kabinetsperiode. Dat is geen harde datum, maar geeft wel aan dat het conceptverzoek rekening houdt met en ruimte biedt voor een mogelijk relatief lange doorlooptijd. Dat is ook nodig, omdat de doorlooptijden van onderzoeken van de Algemene Rekenkamer aanzienlijk zijn en er ook voldoende tijd moet zijn voor ambtelijk en bestuurlijk hoor- en wederhoor
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023. 36 360, nr. 21
4
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 360 Financieel jaarverslag van het Rijk 2022
Nr. 6 MOTIE VAN DE LEDEN SNELLER EN SLOOTWEG
Voorgesteld 31 mei 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel uitvoeringstaken van de overheid in de knel komen vanwege aanhoudende personeelskrapte en dat verhoging van de doelmatigheid een manier kan zijn om dit probleem te verminderen;
overwegende dat een analyse van de productiviteitsontwikkeling van de publieke sector tussen 2015 en 2021 een daling van 9% liet zien, met een grote variëteit tussen verschillende uitvoeringsorganisaties die het aannemelijk maakt dat organisaties van elkaar zouden kunnen leren;
verzoekt het Presidium aan de Algemene Rekenkamer te vragen onderzoek te doen naar de productiviteitsontwikkeling van een selectie uitvoeringsorganisaties en hierbij specifiek aandacht te besteden aan de oorzaken van verschillen tussen organisaties alsmede aanbevelingen te doen op welke wijze de doelmatigheid van uitvoeringsorganisaties structureel zou kunnen worden verhoogd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sneller Slootweg
kst-36360-6 ISSN 0921 7371 's-Gravenhage 2023
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 360, nr. 6
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.