Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie ‘Toezicht op Algemeen Nut’ (36107-9)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie ‘Toezicht op Algemeen Nut’ (Kamerstuk 36107-9)
Document date 06-02-2023
Publication date 06-02-2023
Nummer NDS1072434
Reference kenmerk NDS1072434
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 01 februari 2023 enkele vragen en opmerkingen aan de staatssecretaris van Financiën voorgelegd over zijn op 16 december 2022 toegezonden brief inzake de kabinetsreactie Toezicht op Algemeen Nut (Kamerstuk 36 107, nr. 9).

De voorzitter van de commissie, Tielen

Adjunct-griffier van de commissie, Lips

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de kabinetsreactie op het rapport "Toezicht op Algemeen Nut". Deze leden danken de commissie voor het onderzoeksrapport.

De leden van de VVD-fractie steunen in algemeen het doel van de ANBI-status voor verschillende instellingen en de positieve invloed die zij kunnen hebben op de Nederlandse samenleving. Deze leden zien echter ook dat de ANBI-status misbruikt kan worden door sommige organisaties.

Dit vinden deze leden zorgelijk.

De leden van de VVD-fractie vragen of een overzicht kan worden gegeven van de ontwikkeling van de formatie bij de Belastingdienst die toezicht houdt op een ANBI. Hoe wordt het ANBI-team de komende jaren uitgebreid zodat hun toezichthoudende rol kan worden versterkt? Hoeveel fte zal nodig zijn voor adequaat toezicht op ANBI's?

De leden van de VVD-fractie vragen wanneer een centraal ICT-punt opgericht zal worden om het toezicht op de ANBI's te verbeteren.

De leden van de VVD-fractie vragen wat het wettelijk kader is bij het opheffen van een ANBI? Hoe kan hierbij ervoor worden gezorgd dat het geld wat in eerste instantie was bedoeld voor het goede doel niet bij individuen of partijen terecht kom(t)(em) die niet dat belang nastreven of voor privédoeleinden gebruiken?

De leden van de VVD-fractie constateren dat momenteel verschillende fiscale regimes worden getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid. Deze leden vragen of hierbij ook het ANBI-regime zal worden getoetst? Zo nee, waarom niet en is de staatssecretaris bereid de doeltreffendheid en doelmatigheid alsnog te onderzoeken?

De leden van de VVD-fractie vragen of het klopt dat bij ongeveer 20 procent van de erkende instellingen niet aan hun jaarlijkse publicatieplicht wordt voldaan? Wat is de standaardprocedure bij instellingen die niet meer actief zijn? Waarom worden deze niet automatisch gemarkeerd als beëindigd? Wat is de reden waarom deze instellingen niet meer actief zijn? Indien bij steekproef ongeveer 20 procent van de instellingen niet meer actief is, wat zegt dat over de totale omvang van erkende instellingen? Is het mogelijk om een grootschalig onderzoek te doen naar alle erkende instellingen?

De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het instellen van een grondrechtentoets voor ANBI-instellingen lastig uit te voeren is in de praktijk, vooral door botsende vrijheden die in de grondwet staan. Deze leden vragen of is overwogen of de voorwaarden om aan een ANBI-status te voldoen kunnen worden aangescherpt. Waarin bijvoorbeeld wordt opgenomen dat moet worden voldaan aan algemeen geldende normen en waarden? Of dat erin wordt opgenomen dat het prediken van haat, aanzetten tot homohaat, aanzetten tot geweld tegen vrouwen, etcetera, niet zijn toegestaan. Kan de staatssecretaris hierop reflecteren? Is de staatssecretaris het met deze leden eens dat hier scherp op toegezien moet worden? Voorts constateren deze leden dat het "groeiend" instrumentarium wat de overheid op dit moment heeft vooral ziet op strafbare feiten, wat de leden van de VVD-fractie geheel onderschrijven. Echter, kunnen daardoor onwenselijke situaties, zoals hierboven beschreven, niet direct worden aangepakt en de ANBI-status worden ontnomen? Hoe reageert de staatssecretaris daarop?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het rapport 'Toezicht op Algemeen Nut' en de bijbehorende kabinetsreactie. De leden van de D66-fractie zijn blij met de aandacht voor dit onderwerp en delen de mening van de staatssecretaris dat ongewenst gedrag door ANBI's moet worden teruggedrongen. Wel vragen de leden of dit ongewenst gedrag nu voldoende wordt aangepakt door de aankondigde vervolgstappen van het kabinet. Daarom staan deze leden in principe positief tegenover de plannen van het kabinet, maar hebben de leden van de D66-fractie nog wel enkele vervolgvragen.

De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over het gebrek aan digitalisering wat betreft de registratie, gegevensverzameling en communicatie van ANBI's. Het lijkt deze leden vrijwel onmogelijk om goed toezicht te houden wanneer de administratie grotendeels nog op papier plaatsvindt. De aanbeveling om te digitaliseren vinden deze leden dan ook een cruciale. Uit de kabinetsreactie blijkt echter niet dat de registratie, gegevensverzameling en communicatie van ANBI's volledig gedigitaliseerd gaat worden. Deze leden vragen daarom of het inderdaad klopt dat dit proces niet volledig gedigitaliseerd gaat worden en indien dit klopt, waarom dit niet zo is. Welk deel van het proces blijft via papier verlopen en welke reden ligt daaraan ten grondslag? Is de staatssecretaris niet bang dat, zolang dit proces niet zoveel mogelijk gedigitaliseerd is, goed toezicht houden vrijwel onmogelijk blijft?

De leden van de D66-fractie constateren daarnaast dat in de praktijk er weinig ANBI's onderzocht worden: in de periode 1-1-2021 tot en met 31-10-2022 heeft het ANBI-team in totaal 128 toezichtopdrachten (kantoortoetsen en boekenonderzoeken) uitgevoerd en van 47 instellingen is de ANBI-status ingetrokken. Deze leden vinden een totaal van 128 onderzoeken op een totaal van 45.000 ANBI's in een periode van bijna twee jaar bijzonder laag. Deze leden zouden graag van de staatssecretaris horen waarom dit aantal zo laag is. Komt dit door een gebrek aan inzicht in ANBI's (bijvoorbeeld door een gebrek aan digitalisering), door een gebrek aan capaciteit, of door andere redenen? De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de beslissing van de staatssecretaris om de toezichtcapaciteit niet uit te breiden, ondanks het advies om dit wel te doen in het rapport. De staatssecretaris stelt dat uitbreiding van de toezichtcapaciteit zou leiden tot het onttrekken van benodigde capaciteit elders. De leden van de D66-fractie volgen deze logica niet direct. Deze leden vragen of uitbreiding van de capaciteit in absolute zin niet mogelijk/wenselijk is, of dat de staatssecretaris extra toezicht op ANBI's simpelweg niet de moeite waard acht? Indien dat laatste het geval is, zou de staatssecretaris willen toelichten waarom dat volgens hem niet de moeite waard is?

Tot slot zijn de leden van de D66-fractie van mening dat organisaties geen ANBI-status moeten krijgen als ze zich inlaten met zaken die niet het algemeen nut dienen. Zo verbazen deze leden zich over het feit dat organisaties die zich bezighouden met ongewenste en schadelijke praktijken als conversietherapie van een ANBI-status kunnen genieten. Deze leden zijn benieuwd hoe de staatssecretaris daar tegenaan kijkt en de leden zijn vooral benieuwd welke stappen volgens de staatssecretaris genomen zouden kunnen worden om organisaties die niet het algemeen nut dienen, uit te sluiten van ANBI-status. Deze leden zijn bijvoorbeeld benieuwd hoe de staatssecretaris aankijkt tegen het uitvoeren van steekproeven om zo het toezicht te verscherpen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie Toezicht op Algemeen Nut' en hebben hierover nog enkele vragen.

Kan de staatsecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven bij hoeveel ANBI's is vastgesteld dat er sprake is (geweest) van ongewenste buitenlandse beïnvloeding, dan wel financiering? Wat voor een ANBI's betrof het, uit welke landen kwam de ongewenste beïnvloeding, waaruit bestond die en welke maatregelen zijn genomen om deze ongewenste beïnvloeding dan wel financiering te stoppen?

Kan de staatsecretaris aangeven hoeveel giften door ANBI's worden ontvangen een en ander uitgesplitst naar verschillende categorieën ANBI's? Hoeveel giften ontvangen moskeeën en andere islamitische (ANBI) instellingen?

Kan de staatssecretaris aan de leden van de PVV-fractie aangeven hoeveel belastinginkomsten er de afgelopen tien jaar zijn misgelopen als gevolg van giftenaftrek aan ANBI's? Kan de staatssecretaris hierbij een uitsplitsing per jaar maken?

De leden van de PVV-fractie verzoeken de staatssecretaris om aan te geven op welke wijze wordt gecontroleerd waaraan giften en donaties worden besteed.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderzoeksrapport naar toezicht op ANBI's en de kabinetsreactie daarop. Zoals bekend hechten deze leden aan het stimuleren van ANBI's, die maatschappelijke betrokkenheid en vrijgevigheid bevorderen. Wel hebben de leden van de CDA-fractie in het verleden al vaker vragen gesteld over de "uitwassen" in deze sector, want waar voordelen te behalen zijn, vindt helaas ook regelmatig misbruik plaats. Daarom moet het toezicht op deze sector volgens deze leden ook goed op orde zijn. Deze leden zien daar goede aanknopingspunten in het rapport en in de aanbevelingen die de staatssecretaris mee wil nemen. Deze leden zouden wel graag zien dat enige terughoudendheid geldt ten aanzien van het opleggen van allerlei extra administratieve verplichtingen aan ANBI's. Een goede balans moet volgens deze leden worden gevonden tussen verbetering van toezicht, maar ook behapbare administratieve lasten. Graag zouden deze leden horen hoe de staatssecretaris invulling geeft aan het vinden van een dergelijke balans.

De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen over de inhoud van de brief.

Wat de leden van de CDA-fractie een belangrijk element vinden is dat ANBI's gedrag blijven vertonen dat niet conflicteert met gangbare maatschappelijke waarden en opvattingen. In statuten kan men immers het algemeen nut beogen op grond van de voorwaarden voor de ANBI-status, maar het gaat ook juist om de feitelijke activiteiten en gedragingen van ANBI's. Deze leden zien daarom op dat vlak ook een belangrijke uitdaging, zeker als zij lezen dat van de circa 45.000 ANBI's, het toezichtsteam er het afgelopen jaar op basis van signalen 128 heeft onderzocht, waarna 47 ANBI-statussen zijn ingetrokken. Dat is bijna 40 procent van de onderzochte groep en de gehele populatie is vele malen groter. Juist omdat deze leden hechten aan een zuivere ANBI-sector en een verantwoorde besteding van belastinggeld, vinden deze leden het belangrijk dat ANBI's zich ook in blijven zetten om de status te behouden. De status mag in de ogen van deze leden geen fiscaal vehikel voor misbruik zijn. Deze leden zien daarom ook uit naar de evaluatie in 2023, omdat zij mogelijkheden zien in aanscherping van het algemeen nut vereiste door een minimum aan te verrichten algemeen nuttige activiteiten of bestedingen. Deze leden vragen of de staatssecretaris kan aangeven of hij van mening is dat een dergelijke aanpassing positieve effecten kan opleveren. Ook vragen deze leden of de staatssecretaris mogelijkheden ziet om met zulke aangescherpte eisen bepaalde misbruikconstructies, bijvoorbeeld het oprichten van een eigen ANBI om daar giften aan te doen om inkomstenbelasting te drukken, tegen te gaan. Die worden wellicht minder aantrekkelijk als aanvullende activiteiten moeten worden verricht.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de huidige integriteitstoets mogelijkheid biedt ANBI-statussen in te trekken. Deze leden zijn benieuwd hoe vaak een dergelijke integriteitstoets wordt uitgevoerd en of dat alleen op signalen is.

Ten aanzien van de afdeling die beoordeelt of ANBI's nog steeds aan de ANBI-eisen voldoen, vragen de leden van de CDA-fractie hoe in praktijk wordt gecontroleerd of ANBI's nog steeds aan de eisen voldoen. Welke informatie wordt onderzocht en hoe wordt dat gedaan om te onderzoeken of de uitgeoefende activiteiten algemeen nuttige belangen in praktijk nastreven.

De staatssecretaris geeft aan dat hij niet zoveel ziet in het uitbreiden van het ANBI-team, met name vanwege de personele uitdagingen die de Belastingdienst al ervaart, zo constateren deze leden. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of op termijn toch niet naar een uitbreiding moet worden toegewerkt vanwege het grote aantal actieve ANBI's en vooral ook de verwerking van en controle op de te ontvangen informatie die de staatssecretaris voornemens is extra te gaan verzamelen. Nog steeds zal veel informatie handmatig moeten worden gecontroleerd. Vooral als aanvullende eisen gesteld worden aan bijvoorbeeld een minimumaantal te verrichten activiteiten, zal hier toch controle op moeten worden uitgeoefend. Deze leden vragen de staatssecretaris hierop te reflecteren.

De leden van de CDA-fractie zien voor het toezicht meerwaarde in meer digitale verwerking van ANBI-data in een centraal punt, een aanbeveling die het kabinet ook gaat uitvoeren. Deze leden zijn benieuwd of de staatssecretaris nader kan toelichten om wat voor informatie dat gaat, of dat voor alle ANBI's geldt, en in hoeverre dit nieuwe administratieve lasten oproept bovenop waar ANBI's op dit moment al aan moeten voldoen en in hoeverre een balans gezocht wordt tussen beter toezicht en die administratieve last.

De leden van de CDA-fractie zijn blij om te lezen dat de wijzigingen in samenspraak met de sector worden vormgegeven. Deze leden vragen de staatssecretaris welke partijen uit de sector allemaal worden betrokken en wat het aandeel van het totaal aan ANBI's is wat deze partijen vertegenwoordigen.

De leden van de CDA-fractie lezen verder dat zelfregulering, bijvoorbeeld via aansluiten bij een keurmerk, volgens de staatssecretaris ook potentie heeft. Deze leden zouden er voorstander van zijn als de hele sector zulke zelfregulering zou toepassen, maar maken zich enige zorgen over het eigen initiatief dat de sector hiertoe moet nemen. Voor veel filantropische instellingen is dit geen probleem, maar de leden van de CDA-fractie vragen of er nu ook niet juist een probleem zit bij ANBI's die zich nergens bij aansluiten, omdat hun motieven niet zuiver zijn. Deze leden vragen de staatssecretaris hierop te reflecteren. Zij vragen de staatssecretaris ook aan te geven waar in de sector de Belastingdienst vooral risico's ziet, bijvoorbeeld ook volgens uit de signalen en ingetrokken ANBI-statussen. Tot slot vragen deze leden de staatssecretaris een overzicht te geven van hoeveel onderzoeken er zijn geweest in de afgelopen tien jaar en hoeveel statussen er zijn ingetrokken.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben het rapport en de kabinetsreactie met interesse gelezen. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de staatssecretaris of het klopt dat het totale budgettaire beslag van de ANBI-faciliteiten in 2018 circa 640 miljoen euro was. Kan hij daarnaast een meer actuele berekening van het totale budgettaire beslag geven?

In het rapport staat dat het toezicht op ANBI's ’gebrekkig is' en "het ANBI-team nauwelijks toekomt aan opsporing van fraude". Klopt het dat er daarom geen enkel zicht is op hoeveel fraude er gepleegd wordt en welk deel van het jaarlijkse budgettaire beslag naar organisaties gaat die het algemeen nut slechts beperkt of helemaal niet dienen?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de staatssecretaris daarnaast te reflecteren op de relatie tussen de ANBI-faciliteiten en vermogensongelijkheid in Nederland. In hoeverre is hij van mening dat de ANBI-faciliteiten bijdragen aan een grotere vermogensongelijkheid en in hoeverre denkt hij dat de voorgestelde maatregelen in het rapport bijdragen aan het verminderen van dit mogelijke effect? Is de staatssecretaris daarnaast van plan nog andere maatregelen te nemen en zo ja, welke? Kijkt het kabinet daarbij bijvoorbeeld ook naar het versmallen van de definitie van algemeen nut of naar het verder inperken van de giftenaftrek voor burgers?

Kan de staatssecretaris toelichten waarom na dit rapport nog een extra evaluatie nodig is vóór bepaalde aanbevelingen worden geïmplementeerd?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie Toezicht op algemeen nut'. Deze leden hebben begrip voor de overweging van het kabinet om de aanbevelingen al dan niet over te nemen. Hierbij benadrukken deze leden de grote diversiteit die in Nederland bestaat als het gaat om achtergronden en overtuigingen, die weerklinken in een diversiteit aan stichtingen en andere ANBI-vormen. Dit maakt een inhoudelijke definitie en beperking van het begrip "algemeen nut" zeer ingewikkeld en onwenselijk. Deze leden zijn het in dat licht zeer eens met het advies van de evaluatiecommissie en de daarop gebaseerde afwijzing van het kabinet ten aanzien van een grondrechtentoets, ook gelet op de praktische onuitvoerbaarheid van een dergelijke maatregel.

Deze leden hebben verder nog een aantal vragen. Zo lezen deze leden met instemming over de versterking van de capaciteit van het ANBI-team van de Belastingdienst. Deze leden vragen hoe deze versterking concreet gestalte krijgt en vragen waarom het kabinet deze uitbreiding ambitieus genoeg acht. Voorts vragen deze leden of het kabinet kan aangeven hoe de behandeling van het Toezicht op Algemeen Nut zich verhoudt tot de geplande evaluatie van de giftenaftrek in 2023. Heeft het kabinet in het licht van de beperking van de periodieke giftenaftrek aanwijzingen dat dit het schenkgedrag van burgers doet afnemen? Is het kabinet voornemens om de grens die bij deze beperking is ingesteld te evalueren met betrekking tot enerzijds het effect op belastingontduiking en anderzijds op geefgedrag? Verder lezen deze leden op pagina acht van de kabinetsreactie over het "meerjarenportfolio van medio 2023" en vragen het kabinet om aan te geven wat de inhoud en het beoogde doel van hiervan is. Hiernaast vragen deze leden naar de impact van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). Is het kabinet bekend met signalen dat deze wet bij met name kleinere verenigingen en stichtingen - die vaak een ANBI-status hebben - een onwerkbare werklast veroorzaken die somtijds zelfs het voortbestaan van de organisatie bedreigt? Wordt deze wet geëvalueerd en zo ja, wordt dit element in die evaluatie meegenomen? Ziet het kabinet de kans en heeft het de ambitie, indien het deze signalen herkent, op te treden om deze effecten te weg te nemen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het rapport 'Toezicht op Algemeen Nut'. Deze leden delen in grote lijnen de inzet van de staatssecretaris, maar hebben hierover nog diverse vragen.

De leden van de fractie van de SGP lezen in de kabinetsreactie op het rapport dat de staatssecretaris terecht aangeeft dat ANBI's de pluriforme samenleving reflecteren en dat er veel verschillende doelen kunnen worden nagestreefd, mede doordat het begrip "algemeen nut" neutraal is vormgegeven. Tegelijk voelt dit volgens de staatssecretaris soms "ongemakkelijk". Waarom is dat ongemakkelijk?

Hoe borgt de staatssecretaris dat er geen statussen van ANBI's worden ontnomen van instellingen die wellicht andere opvattingen hebben dan die volgens sommigen als gangbaar worden gezien? Is hij het ermee eens dat deze materiële zaken geen beoordeling van de Belastingdienst behoeven, maar dat voor de Belastingdienst enkel relevant is dat er voldaan wordt aan alle formele vereisten?

De leden van de SGP-fractie zijn verheugd te lezen dat de staatssecretaris er niet voor voelt om een grondrechtentoets op te nemen. Deze beoordeling is in de ogen van deze leden geen taak voor de Belastingdienst. Tegelijk lezen deze leden dat de staatssecretaris van mening is dat het kabinet zich duidelijk moet uitspreken wat ze als "wenselijk maatschappelijk gedrag ziet". Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Welke doorwerking heeft dat op ANBI-regelgeving? Waarom wordt er gesproken over het "wenselijk maatschappelijk gedrag" zoals het kabinet dit ziet, terwijl eerder juist werd betoogd dat ANBI's de pluriforme samenleving reflecteren en dat deze pluriformiteit van belang is? Hoe borgt de staatssecretaris een objectieve beoordeling van ANBI-aanvragen en een objectieve beoordeling van ANBI-gedrag?

De leden van de SGP-fractie vragen wanneer de regering de nota van wijziging en de nota naar aanleiding van het verslag over de Wet transparantie maatschappelijke organisaties gereed heeft.

De leden van de SGP-fractie delen de terughoudendheid van de staatssecretaris als het gaat om het voorgestelde (aangescherpte) bestedingscriterium. Deelt de staatssecretaris de mening van de leden van de SGP-fractie dat de mate van bestedingen in een jaar vrijwel niets zegt over het bijdragen aan het algemeen nut? En dat ANBI's een grote verscheidenheid kennen in de mate van bestedingen per jaar? Hoe wordt dit meegewogen in het aangekondigde onderzoek naar een aangescherpt bestedingscriterium? Hoe weegt de staatssecretaris de noodzaak van een (aangescherpt) bestedingscriterium ten opzichte van het reeds bestaande 90 procent-criterium?

De leden van de fractie van de SGP lezen dat het kabinet meerdere acties gaat ondernemen om het toezicht door de Belastingdienst te versterken. Zoals een verplichte gecentraliseerde aanlevering van ANBI-gegevens. Wanneer worden deze acties uitgevoerd? Welke regelgeving moet worden aangepast en wanneer wordt dit gedaan?

De leden van de SGP-fractie juichen zelfregulering van de sector van harte toe, net als het kabinet. Deze leden willen de staatssecretaris dan ook aansporen om vooral hierop in te zetten, in plaats van te komen met extra (generieke) regelgeving. Tevens zijn deze leden verheugd te lezen dat het kabinet in gesprek gaat met de sector om zelfregulering verder te verbeteren. Op welke wijze houdt de staatssecretaris de Kamer op de hoogte van deze gesprekken?

De leden van de SGP-fractie lezen dat het kabinet op korte termijn met de SBF in gesprek treedt om gezamenlijk tot een plan van aanpak te komen om zowel de zelfregulering als de uitvoering van de ANBI-regeling verder te verbeteren. Wanneer wordt dit plan van aanpak met de SBF besproken en opgesteld?


 
 
 

3.

More information

 

4.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.