Achtergrond: snel achterhaalde begroting
Het kabinet moet op zoek naar 10 tot 15 miljard euro vanwege tegenvallers, meldde de NOS. In de Voorjaarsnota1 moet duidelijk worden hoe dat zal gebeuren. Dat plannen van een kabinet spoedig werden doorkruist door problemen op de begroting kwam eerder voor, maar de omvang en de snelheid waarmee dat nu gebeurt zijn bijzonder.
Een kabinet dat spoedig veel van zijn voornemens onder druk zag komen staan, was het kabinet-Den Uyl2. Dat kabinet trad in mei 1973 aan en presenteerde in september dat jaar zijn eerste begroting. In oktober brak echter oorlog uit in het Midden-Oosten, waarna Arabische landen vanwege steun door West-Europese landen aan Israël, overgingen tot een olieboycot. Ook ons land werd daardoor getroffen.
Het kabinet-Den Uyl had geen regeerakkoord, maar de begroting moest uiteraard worden aangepast. Verder kwam het kabinet met een Machtigingswet om lonen en prijzen beter in de hand te kunnen houden. De uiteindelijke impact was overigens minder groot dan zich eerder had laten aanzien, ook omdat Nederland dankzij het aardgas profiteerde van hogere energieprijzen.
Het kabinet-Van Agt II3 werd wél met voortdurende tegenvallers geconfronteerd. Dat moeizaam tot stand gekomen kabinet viel zelfs nog voor het afleggen van de regeringsverklaring, omdat de ministers het niet eens konden worden over de financiering van plannen om werkgelegenheid te scheppen. Twee informateurs wisten het kabinet alsnog tot overeenstemming te brengen.
Spoedig volgden echter nieuwe tegenvallers, waarna in de aanloop naar de Voorjaarsnota 1982 alsnog een breuk4 ontstond in het kabinet en de PvdA-ministers uittraden.
Het in november 1989 gevormde kabinet-Lubbers III5 werd kort na het aantreden geconfronteerd met tegenvallers op de nog door het vorige kabinet opgestelde begroting. Nadien waren er verslechteringen in de economie, waardoor ambitieuze plannen voor sociale vernieuwing moesten worden teruggedraaid en er zelfs bezuinigd moest worden. In 1991 werd in de zogenoemde Tussenbalans6 besloten tot forse ombuigingen.
Dat een begroting door onverwachte gebeurtenissen op de schop moet, is dus niet geheel nieuw.
- 1.De Voorjaarsnota is een overzicht van hoe het er voorstaat met de uitvoering van de lopende rijksbegroting. De minister van Financiën geeft in de Voorjaarsnota aan welke mee- en tegenvallers er zijn geweest of die te verwachten zijn. Daarnaast doet de minister eventueel voorstellen om de begroting te wijzigen.
- 2.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 3.Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
- 4.Op 12 mei 1982 kwam er een einde aan het acht maanden eerder gevormde tweede kabinet-Van Agt. De directe aanleiding van de kabinetscrisis was onenigheid over het financieel-economisch beleid. De coalitiepartijen wisten geen overeenstemming te bereiken over bezuinigingen en de financiering van het werkgelegenheidsbeleid. De PvdA-ministers stelden daarop hun portefeuilles ter beschikking.
- 5.In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
- 6.In 1991 bracht toenmalig minister van Financiën Kok (kabinet-Lubbers III) de 'Tussenbalans 1991' uit. Hierin kondigde het kabinet f 12,8 miljard aan bezuinigingen op de begroting en f 4,7 miljard aan lastenverzwaringen aan. De publicatie van de Tussenbalans, reeds enkele malen door het kabinet aangekondigd, vloeide uiteindelijk voort naar aanleiding van een verzoek van VVD-fractie-voorzitter Bolkestein tijdens een ordedebat op 29 januari 1991: