BWBR0046232 NL - wet
Goedkeurings- en uitvoeringswet Benelux-politieverdrag

Deze wet werd op 22 december 2021 ondertekend en op 25 januari 2022 gepubliceerd (Stb. 2022, 28).

 
Deze wet is gebaseerd op de overweging, dat het op 23 juli 2018 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake politiesamenwerking ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden, en dat het voorts noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van het genoemde Verdrag, in hoofdzaak door middel van wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.

1.

Oorspronkelijk wetsvoorstel


2.

Wijzigingen van deze regeling

Ingelogde gebruikers zien hier de in werking getreden en de nog niet in werking getreden wijzigingen van deze wet, alsmede de nog bij de Tweede of de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstellen die deze wet beogen te wijzigen.

3.

Geldende tekst

Wet van 22 december 2021, houdende goedkeuring en uitvoering van het op 23 juli 2018 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake politiesamenwerking (Trb. 2018, 160)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 23 juli 2018 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake politiesamenwerking ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden, en dat het voorts noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van het genoemde Verdrag, in hoofdzaak door middel van wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. (goedkeuring)

Het op 23 juli 2018 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake politiesamenwerking, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2018, 160 wordt goedgekeurd voor het Europese deel van Nederland.

Artikel 2. (terugtocht)

  • 1 Een persoon in de openbare dienst van een vreemde staat die handelt in het kader van dit verdrag kan de aanhouding van een persoon die heeft plaatsgevonden op een internationale trein of schip buiten Nederland, tijdens de verplaatsing van de trein of het schip over Nederlands grondgebied voortzetten.
  • 2 De aangehouden persoon wordt zo spoedig mogelijk overgedragen aan Nederlandse opsporingsambtenaren, die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de aangehouden persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
  • 3 De aangehouden persoon wordt zo spoedig teruggeleid naar het land waar de aanhouding heeft plaatsgevonden. In afwachting van een passende gelegenheid tot vertrek kan de aangehouden persoon in Nederland ten hoogste zes uur worden opgehouden. De tijd tussen middernacht en negen uur ’s morgens wordt voor de berekening van deze termijn niet meegerekend.

Artikel 3. (wijziging Wetboek van Strafrecht)

[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]

Artikel 4. (wijziging Wetboek van Strafvordering)

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 5. (evaluatie)

Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het op 23 juli 2018 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden inzake politiesamenwerking, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet en het Verdrag, met inbegrip van de tot dan toe in werking getreden uitvoeringsovereenkomsten als bedoeld in artikel 62, tweede lid, van het Verdrag, en ministeriële beschikkingen als bedoeld in het vierde lid van genoemd artikel, in de praktijk.

Artikel 6. (inwerkingtreding)

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van de artikelen 3, onderdelen A, C en L, en 4, die op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking zullen treden.

Artikel 7. (citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Goedkeurings- en uitvoeringswet Benelux-politieverdrag.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 22 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

  • D. 
    Yeşilgöz-Zegerius

De Minister van Buitenlandse Zaken,

W.B. Hoekstra

De Minister van Defensie,

K.H. Ollongren

Uitgegeven de vijfentwintigste januari 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

  • D. 
    Yeşilgöz-Zegerius

4.

Tekst op wetten.overheid.nl

5.

Wetstechnische informatie