Brief van de staatssecretaris van VWS ter aanbieding rapport Eerste evaluatie Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en Wet zorg en dwang - Zorg en dwang

Deze brief is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 31996 - Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten i, wetsvoorstel 32399 - Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg i en dossier 35370 - Zorg en dwang.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Zorg en dwang; Brief van de staatssecretaris van VWS ter aanbieding rapport Eerste evaluatie Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en Wet zorg en dwang
Document date 17-12-2021
Publication date 17-12-2021
Nummer KST1010350
Reference 35370; 31996; 32399, nr. E
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021 - 2022

35 370    Zorg en dwang

31    996    Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten)

32    399    Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)

E1    BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN

VOLKSGEZONDHEID,WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 december

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) traden op 1 januari 2020 in werking. Beide wetten bepalen dat binnen twee jaar na de inwerkingtreding een eerste verslag over de doeltreffendheid en de effecten van beide wetten in de praktijk naar beide Kamers van de Staten-Generaal wordt gezonden. Dat is bijzonder snel gelet op de complexiteit van beide wetten, die een lange aanlooptijd hebben gehad en waarvan de implementatie vertraging heeft opgelopen door onder andere de COVID-pandemie. Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd2, wordt de wetsevaluatie in twee fases opgeleverd. Het rapport van de eerste fase bied ik hierbij, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, als bijlage bij deze brief aan uw Kamer aan. Vooruitlopend op de evaluatie zijn via twee reparatiewetten3 al de nodige aanpassingen gerealiseerd waarvoor draagvlak bij alle betrokkenen was.

Begin 2020 heb ik ZonMw de opdracht gegeven de wetsevaluatie uit te laten voeren. Vervolgens heeft ZonMw de onderzoeksopdracht toegekend aan een samenwerking tussen het Amsterdam UMC en het Trimbos-instituut. Ik wil de onderzoekers en alle betrokken partijen danken voor hun inzet.

In bijgaand rapport van de eerste fase is een brede analyse gemaakt van de thema's en knelpunten die de uitvoerbaarheid en de implementatie van beide wetten beïnvloeden. Ook de samenhang met schakelartikel 2.3 van de Wet forensische zorg (Wfz) is onderzocht. De tweede fase richt zich vooral op de doeltreffendheid en de (neven)effecten van de wetgeving. In dat rapport zal naar verwachting op grond van meer beschikbare kwantitatieve gegevens een aantal thema's nader worden uitgediept. Zodra de tweede fase is afgerond zal ik u het rapport daarvan doen toekomen. Parallel aan dit proces zal het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de evaluatie van de Wfz uitvoeren. De eerste fase van deze evaluatie wordt u separaat aangeboden door de minister voor Rechtsbescherming.

Op basis van met name de door respondenten aangedragen knelpunten, zijn de onderzoekers tot een groot aantal aanbevelingen en een aantal voorlopige conclusies gekomen. Deze laatste zullen voor een deel nog een nadere onderbouwing krijgen in de tweede fase.

De aanbevelingen en voorlopige conclusies van deze eerste fase onderstrepen het belang van de wetsevaluatie zoals deze nu plaatsvindt. Op basis van deze aanbevelingen wordt in beeld gebracht welk vervolg nodig is om de uitvoering en wetgeving te verbeteren. Uiteraard zal ik het veld daarbij betrekken. Om een goede afweging te kunnen maken op welke wijze de wetten moeten worden aangepast is het noodzakelijk om ook te beschikken over de tweede fase van de evaluatie. Immers de tweede fase ziet toe op de doeltreffendheid en de (neven)effecten van de wetgeving. De beleidsreactie op de wetsevaluatie - eerste en tweede fase - is aan een nieuw kabinet. Gelet op de oplevering van het eindrapport van de evaluatie medio 2022, is de verwachting dat deze reactie eind 2022 aan uw Kamer toegezonden kan worden.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Paul Blokhuis

2

1

   De letter E heeft alleen betrekking op 35 370.

2

   Kamerstukken I 2020-21, 35 370, D

3

   Wet van 7 oktober 2020, houdende wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoerbaarheid op punten te vergroten en enkele technische onvolkomenheden en omissies te herstellen en Wet van 29 september 2021 tot wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen.


3.

Attachments

 
 
 

4.

More information

 

5.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.