Kabinet, durf af te wijken van OMT

Source: SGP-jongeren (SGPJ) i, published on Tuesday, February 2 2021.

statement 15:00 - 2 februari 2021

Het laatste advies van het OMT legt de ongemakkelijke relatie bloot die het kabinet met dit adviesorgaan heeft. Het is een grote politieke wens om de scholen weer te openen en de maatschappelijke druk op politici is groot. Het laatste advies van het OMT biedt hiervoor echter nauwelijks ruimte. De manier van communiceren heeft er alle schijn van dat het kabinet de verantwoordelijkheid voor deze keuze af wil schuiven op het OMT. Een onwenselijke situatie en slecht voor het vertrouwen in de wetenschap. Deze adviseurs moeten onafhankelijk hun werk kunnen doen. SGP-jongeren heeft daarom geen kritiek op het inhoudelijke besluit, maar wel op het proces en de rolverdeling.

In het laatste advies ventileert het OMT grote zorgen over de huidige ontwikkelingen rondom het coronavirus. Op grond van hun medische en virologische expertise ziet het OMT weinig tot geen ruimte voor versoepelingen. Allerlei gevolgen en nevenschade van de bestrijdingsmaatregelen vallen buiten de expertise van het OMT, maar moeten wel worden meegewogen door het kabinet. Het kabinet kan dus besluiten om het advies van het OMT naast zich neer te leggen om allerlei redenen. Ze moeten zelf helder zijn waarom ze afwijken van de geadviseerde koers, bijvoorbeeld vanwege voorziene nevenschade in de ontwikkeling van kinderen. Dat ligt op het bordje van het kabinet en daarover zou het OMT zich niet uit moeten (willen) laten.

Het blijft daarom onduidelijk waarom het OMT toch ‘het advies overneemt’ dat de scholen weer open kunnen. Wiens advies is dat? Alle overwegingen van het OMT zetten juist aan tot grote voorzichtigheid en het OMT lijkt niet de ruimte te krijgen om die conclusie te publiceren. Bovendien geeft de manier waarop het kabinet vooruitgreep op dit advies te denken. Daarmee werden verwachtingen gewekt die het OMT belemmeren in hun onafhankelijke advisering, nog afgezien van het feit dat deze beslissing al gelekt werd voordat alle OMT-leden en andere adviseurs zich uit hadden kunnen spreken. Zo is volstrekt niet duidelijk waar onafhankelijke wetenschap eindigt en de politieke keuzes beginnen.

Ministers moeten daarom leren om een pas op de plaats te maken en niet voor hun beurt te spreken. Dat is extra ingewikkeld als deze ministers ook nog eens lijsttrekker zijn voor de komende verkiezingen. Niemand is gebaat bij een vermenging van hun campagne met zulke ingrijpende besluitvormingsprocessen.

Het getuigt van leiderschap als het kabinet klip en klaar duidelijk maakt wie verantwoordelijk is voor lastige politieke keuzes. Dat zijn de ministers zelf en zij mogen daar op bevraagd en afgerekend worden, óók bij de komende verkiezingen. Nu lijkt het kabinet zich achter de wetenschappers te verschuilen én loopt het dezelfde wetenschappers ernstig voor de voeten. Het is niet de bedoeling dat het OMT hun adviezen overneemt, maar zelf onafhankelijk advies uitbrengt.