Maaltijdbezorgers verdienen bescherming en een fatsoenlijk loon

Source: G.J. (Gijs) van Dijk i, published on Tuesday, November 17 2020.

Het is coronatijd. De restaurants zijn dicht en we laten daarom nóg vaker ons eten thuis bezorgen.

Het is daarom de hoogste tijd dat de bezorgers mee gaan profiteren van de winsten die door bedrijven als Deliveroo en UberEats gemaakt worden, in plaats van dat deze in de zakken van aandeelhouders en directieleden belanden. De bezorger die in deze donkere maanden door weer en wind bij jou voor de deur staat, houdt geen cent over bij ziekte en is in één klap alles kwijt als hij van zijn fiets valt. Want deze bezorgers worden door deze bedrijven gezien als ‘zelfstandig ondernemer’.

De maaltijdbezorgers van Deliveroo en UberEats werken zonder bescherming tegen ziekte of arbeidsongeschiktheid. Tegen een zeer laag tarief rijden zij de benen onder het lijf vandaan om alle maaltijden op tijd bij jou en je buren thuis te bezorgen. Misschien zit jij of je zoon of dochter ook al op zo’n racefiets om mensen hun pizza of salade te bezorgen. Maar als zij een ongeluk krijgen, zijn alle risico’s voor hen en laten Deliveroo en UberEats gewoon een ander rijden. Laten we elkaar niet voor de gek houden, die jongens en meiden zijn natuurlijk geen ondernemer.

Maaltijdbezorgers rijden de benen onder het lijf vandaan om je maaltijd thuis te bezorgen.

Sinds 2017 laten maaltijdbezorgers regelmatig van zich horen. Zij vragen om zekerheid, een fatsoenlijk loon en bescherming. Er zijn acties, rechtszaken en hoorzittingen gehouden. Maar de grote Amerikaanse maaltijdbezorgers trekken zich er niets van aan. En dat deugt van geen kant. Gelukkig heeft nu ook de hoogste rechtsinstantie van ons land, de Hoge Raad, kraakhelder aangegeven dat deze platformwerkers gewoon werknemers zijn. Werknemers die zeker willen zijn van bescherming bij ziekte, een fatsoenlijk loon en een pensioen.

De afgelopen jaren is er aan de onzekere situatie van al die maaltijdbezorgers helaas niets veranderd. Ondanks alle beloften van het kabinet, schuift het de aanpak van deze schijnzelfstandigheid telkens op de lange baan. Ook nu een speciale commissie het kabinet adviseert nu écht werk te gaan maken van de aanpak van schijnzelfstandigheid. Onbegrijpelijk.

Grote bedrijven worden rijk, terwijl hun medewerkers al fietsend alle risico’s dragen.

Van het kabinet hoeven al die bezorgers dus niets te verwachten. Maar het ergste is het totale morele failliet van de snelle jongens achter deze grote bedrijven. Zij worden rijk, terwijl jij of je zoon of dochter al fietsend van voordeur naar voordeur alle risico’s draagt. Ondertussen zoeken de advocaten van deze bedrijven alle juridische gaatjes in de wet om deze onrechtvaardige praktijken voort te zetten. Waar is het maatschappelijk en morele besef van dit soort bedrijven gebleven? Het besef dat zij dankzij al die hardwerkende bezorgers groot zijn geworden en miljoenen verdienen?

Natuurlijk, apps maken ons leven makkelijker en digitale platforms zorgen voor meer gemak en innovaties. Toch zijn te veel werkenden in deze zogenaamde platformeconomie - zoals de maaltijdbezorgers, maar ook de chauffeurs en de schoonmakers - onvoldoende beschermd. Dat kan en moet écht anders. Daarom pleit ik ervoor om de bewijslast om te keren: een platform is per definitie de werkgever, tenzij het kan bewijzen slechts als bemiddelaar te werken. Dat geeft al die maaltijdbezorgers de zekerheid waar zij al zo lang om vragen.

Ik pleit ervoor om de bewijslast te keren: een platform is per definitie de werkgever.

Maar het gaat niet vanzelf. We moeten de strijd voort blijven zetten. Voor al die bezorgers, chauffeurs en schoonmakers. Want het bedroevende verdienmodel waarbij alle lusten voor bedrijven als Deliveroo en UberEats zijn en de lasten voor al die hardwerkende maaltijdbezorgers, moeten we definitief achter ons laten.

Meer weten over wat we doen om maaltijdbezorgers te beschermen? Lees dan hier onze plannen voor een eerlijker en fatsoenlijker Nederland.

Deze opinie van PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk verscheen op 17 november 2020 in het AD.