35613 - Wet betaald ouderschapsverlof
Please note
This page contains a limited version of this dossier in the EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 28 oktober 2020 ingediend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Koolmees1.
Dit wetsvoorstel is ingediend in verband met de invoering van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019. Deze richtlijn bevat een aantal maatregelen om ouders en mantelzorgers beter in staat te stellen arbeid en zorg te combineren. De meest ingrijpende maatregel voor Nederland is dat iedere ouder recht krijgt op minimaal vier maanden ouderschapsverlof waarvan twee maanden betaald. De richtlijn stelt verder minimumvoorschriften vast voor gezinsgerelateerd verlof (vaderschapsverlof, ouderschapsverlof en zorgverlof) en flexibele werkregelingen. Hiermee wordt gestreefd naar een grotere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt en naar een betere verdeling van de zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Voor de invoering van de richtlijn wordt de Wet arbeid en zorg (Wazo), de Wet flexibel werken (Wfw) en enkele andere wetten gewijzigd.
Contents
Wijziging van de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad (PbEU 2019, L 188) (Wet betaald ouderschapsverlof)
Bij dit wetsvoorstel werden drie nota's van wijziging en vier amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer twee moties en in de Eerste Kamer een motie ingediend. (66 stuks)2 |
28 oktober 2020, koninklijke boodschap, nr. 1
KST356131 Koninklijke boodschap |
2 |
28 oktober 2020, voorstel van wet, nr. 2
KST356132 Voorstel van wet |
2 |
28 oktober 2020, memorie van toelichting, nr. 3
KST356133 Memorie van toelichting |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, het betrokken EU-dossier, de betrokken EU-wetgeving, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Internetconsultatiedocumenten en reacties, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
The full version is available for registered users of the EU Monitor by ANP and PDC Informatie Architectuur.
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.Wouter Koolmees (1977) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 mei 2020 was hij tevens (tweede) viceminister-president. Van 17 juni 2010 tot 26 oktober 2017 was de heer Koolmees Tweede Kamerlid voor D66. Hij was toen financieel woordvoerder en vicefractievoorzitter. Na zijn studie werd de heer Koolmees economisch onderzoeker en daarna ambtenaar op het ministerie van Financiën en laatstelijk hoofd begrotingsbeleid bij het directoraat-generaal van de Rijksbegroting. Sinds 1 november 2022 is het president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.
- 2.Roel van Gurp (1956) is sinds 13 juni 2023 lid van de gezamenlijke PvdA/GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer. Hij was sinds 11 juni 2019 lid van de GroenLinks-Eerste Kamerfractie. Hij begon zijn loopbaan als vormingswerker en was later docent. Als wethouder was hij ruim acht jaar wethouder van onder meer volkshuisvesting in Tilburg en daarna bestuurder in de jeugdzorg en van een woningcorporatie. Als Kamerlid houdt de heer Van Gurp zich onder meer bezig met volksgezondheid, welzijn en sport en pensioenen.
- 3.Petra Stienen (1965) was van 9 juni 2015 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor D66. Zij is publiciste en commentator, alsmede zelfstandig adviseur op onder meer het gebied van mensenrechten en leiderschap. Mevrouw Stienen is arabiste en Midden-Oostenspecialist. Eerder was zij diplomate in Egypte en Syrië en daarna ambtenaar op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Mevrouw Stienen hield zich als Eerste Kamerlid onder meer bezig met immigratie en asiel en werkgelegenheid, alsmede met de nieuwe Omgevingswet.
- 4.Peter Ester (1953-2022) was van 7 juni 2011 tot zijn overlijden op 11 december 2022 Eerste Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij was lector arbeidsmarktvraagstukken en innovatief ondernemerschap aan de Hogeschool Rotterdam. Daarvoor was hij onder meer hoogleraar sociologie in Tilburg, directeur van onderzoeksinstituten, gasthoogleraar in de VS en plaatsvervangend kroonlid van de SER. In de Eerste Kamer hield hij zich bezig met sociale zaken en werkgelegenheid, financiën en Koninkrijksrelaties.
- 5.Esther-Mirjam Sent (1967) was van 7 juni 2011 tot 7 oktober 2021 Eerste Kamerlid voor de PvdA. In juli 2018-juni 2019 was zij fractievoorzitter (aanvankelijk als waarnemer). Op 2 oktober 2021 werd zij tot voorzitter van de PvdA gekozen. Mevrouw Sent is hoogleraar economische theorie en economisch beleid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij promoveerde in de Verenigde Staten en was in de VS docent en onderzoeker aan een universiteit. Zij was tot zij Eerste Kamerlid werd lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Mevrouw Sent was in de Eerste Kamer woordvoerster voor onder andere financiën (belastingen), sociale zaken en onderwijs. Zij was voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
- 6.Henriëtte Prast (1955) was van 6 april 2021 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor de Partij voor de Dieren. Eerder was zij van 9 juni 2015 tot 1 maart 2019 Eerste Kamerlid voor D66. Zij is emerita hoogleraar persoonlijke financiële planning aan de Universiteit van Tilburg en was eerder onder meer onderzoeker bij De Nederlandsche Bank, lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van Toezicht van de Autoriteit Financiële Markten. Hield zich als Eerste Kamerlid onder meer bezig met financiën, pensioenen, Europese zaken, zorg en sociale zaken.
- 7.Peter Schalk (1961) is sinds 9 juni 2015 Eerste Kamerlid voor de SGP. Tevens is hij fractievoorzitter. De heer Schalk was vijfentwintig jaar bestuurder (Raad van Bestuur) van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie, een belangenorganisatie voor werknemers, werkgevers en zelfstandigen die Bijbelse principes als uitgangspunt voor haar activiteiten heeft. Momenteel is hij naast zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer werkzaam als zelfstandig adviseur.
- 8.Ria Oomen-Ruijten (1950) was a member of the European Parliament from 25 July 1989 to 1 July 2014 as an independent member, and was aligned with the European People's Party. She took seat in Parliament on behalf of the Netherlands.
- 9.Mirjam de Blécourt (1964) was van 11 juni 2019 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor de VVD. Zij is sinds 1990 advocaat en vanaf 2003 bestuurder van advocatenkantoor Baker McKenzie in Amsterdam. Zij is vooral deskundig op het gebied van arbeidsrecht. Als Kamerlid hield mevrouw De Blécourt zich vooral bezig met justitie, economische zaken en mediabeleid.
- 10.Rik Janssen (1957) is sinds 11 juni 2019 lid van de SP-Eerste Kamerfractie. Sinds 25 januari 2022 is hij fractievoorzitter. De heer Janssen verving van 11 januari tot 14 april 2011 in de SP-Tweede Kamerfractie Sadet Karabulut, die toen met zwangerschaps- en bevallingsverlof was. Hij was zelfstandig horecaondernemer in Scheveningen en justitiemedewerker van de SP-Tweede Kamerfractie. In 2011-2019 was hij lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Als Eerste Kamerlid houdt de heer Janssen zich bezig met justitie en veiligheid, binnenlandes zaken, immigratie en asiel, en digitalisering.