Memorie van toelichting - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2021

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35570 K - Vaststelling begroting Defensiematerieel­begrotingsfonds 2021 i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds voor het jaar 2021; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document date 15-09-2020
Publication date 15-09-2020
Nummer KST35570K2
Reference 35570 K, nr. 2
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2020-2021

35 570 K    Vaststelling van de begrotingsstaat van het

Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2021

Nr. 2    MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontvangen 15 september 2020

INHOUDSOPGAVE

Geraamde uitgaven en ontvangsten    2

 

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

3

B.

Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

4

 

1.

LEESWIJZER

4

 

2.

DEFENSIEMATERIEELAGENDA

7

 

3.

ARTIKELEN

15

 

3.1

Artikel 1: Defensiebreed materieel

15

 

3.2

Artikel 2: Maritiem materieel

23

 

3.3.

Artikel 3: Land materieel

31

 

3.4.

Artikel 4: Lucht materieel

37

 

3.5.

Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

43

 

3.6.

Artikel 6: IT

50

 

3.7.

Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk

55

 

4.

BIJLAGEN

57

   

Bijlage 1: Conversietabel

58

   

Bijlage 2: Lijst met afkortingen

61

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Geraamde uitgaven begrotingshoofdstuk K 2021 (bedragen x € 1.000). Totaal € 4.610.299

0    250.000    500.000    750.000    1.000.000    1.250.000    1.500.000

Geraamde ontvangsten begrotingshoofdstuk K 2021 (bedragen x € 1.000). Totaal € 4.610.299

Defensiebreed materieel 56.058

Maritiem materieel

Land materieel

Lucht materieel

Infrastructuur en Vastgoed

IT

  • A. 
    ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Defensie,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten

  • B. 
    ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

Het Ministerie van Defensie heeft twee begrotingen:

  • 1. 
    De beleidsbegroting (Hoofdstuk X van de Rijksbegroting);
  • 2. 
    De begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) (Hoofdstuk K van de Rijksbegroting).

Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel kan beter invulling worden gegeven aan het voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting.

Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit begroting Hoofdstuk X.

  • 1. 
     LEESWIJZERStructuur

De opzet en de structuur van de begroting van het Defensiematerieelbe-grotingsfonds (DMF) zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Het DMF is als volgt opgebouwd:

  • Allereerst is de begrotingsstaat voor het DMF voor het jaar 2021 opgenomen.
  • In de Defensiematerieelagenda worden de prioritaire projecten beschreven, waarbij zoveel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen uit de Defensiebegroting is aangegeven.
  • Daarna worden de artikelen behandeld. De begroting van het fonds kent zeven artikelen. Deze worden onderstaand nader toegelicht.
  • Tenslotte zijn twee bijlagen opgenomen:
  • • 
    De conversietabel die laat zien wat is overgenomen uit de reguliere Defensiebegroting;
  • • 
    Een afkortingenlijst.

Opzet DMF

Door het in werking treden van de Wet Defensiematerieelbegrotingsfonds zijn delen van de defensiebegroting geconverteerd naar het DMF. In bijlage 2 is een conversietabel opgenomen die laat zien welke bedragen uit welk artikel van de Defensiebegroting zijn overgenomen.

Om het inzicht in de investeringsplanning te vergroten, worden per artikel in de tabel "budgettairegevolgen van beleid"de verplichtingen, uitgaven en eventuele ontvangsten met betrekking tot investeringen en instandhouding voor een periode van vijftien jaar gepresenteerd.

Instandhoudingsuitgaven zijn de uitgaven die nodig zijn om materieel operationeel te houden. De instandhoudingsuitgaven in de begrotingsartikelen zijn de instandhoudingsuitgaven die door een Defensieonderdeel gedaan worden, daar kunnen ook uitgaven ten behoeve van andere Defen-sieonderdelen in zitten vanwege het assortimentsgewijs werken (AGW). Het AGW beoogt de logistieke keten van een aantal artikelen centraal te beleggen, dus bij één Defensieonderdeel. Dat Defensieonderdeel wordt dan ook budgettair belast met de uitgaven van voor andere Defensieonderdelen verworven artikelen. Om meer inzicht te geven in de instandhoudingsuit-gaven van grote wapensystemen worden deze in de toelichtingen van de verschillende artikelen weergegeven. Deze informatie is nieuw ten opzichte van voorgaande begrotingen. Daarnaast heeft de Kamer (Kamerstuk 35 280, nr. 7) geïnformeerd naar de mogelijkheid om - conform het Infrastructuurfonds - een instandhoudingsbijlage in het DMF op te nemen. Dit om eventuele tekorten zichtbaar te maken. De Minister heeft toegezegd (Kamerstuk 35 280, nr. 7) in de eerste begroting van het DMF terug te komen over de wijze waarop de Kamer nader geïnformeerd kan worden over instandhouding ten aanzien van vastgoed. Om zo goed mogelijk invulling te geven aan deze toezegging is uitgezocht of het mogelijk is een dergelijke bijlage te maken. Momenteel wordt de vorm en inhoud van deze bijlage bepaald. Het voornemen is vanaf volgend jaar (DMF 2022) de instandhoudingsbijlage vastgoed op te nemen in de begroting van het DMF.

Personele uitgaven verbonden aan de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, infrastructuur en vastgoed en IT vallen ook binnen de reikwijdte van het fonds (wetsvoorstel DMF, artikel 5). Op 22 april jl. werd de motie (Motie Diks, Kamerstuk 35 280, nr. 11) aangenomen om uiterlijk in 2022 personele uitgaven op te nemen in het DMF Opname van relevante personele uitgaven sluit aan bij de doelstellingen van het DMF om te komen tot een meer schokbestendige en voorspelbare begroting. Daarnaast maakt het een meer integrale afweging tussen inbesteden en uitbesteden mogelijk. Het opnemen van personele uitgaven is echter een grote en ingewikkelde operatie, doordat budgetten ontvlochten moeten worden uit de administratie en dit gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van alle defensieonderdelen. Omdat de gevolgen daarvan op voorhand niet goed zijn in te schatten, wordt de komende twee jaar (2021 en 2022) proefgedraaid, waarbij na 1 jaar bezien wordt of al voldoende informatie beschikbaar is om een besluit op te kunnen baseren. Het proefdraaien geeft de mogelijkheid te bezien wat de gevolgen van het opnemen van personele uitgaven in het DMF zijn voor bijvoorbeeld het herschikken van budgetten en middensommen. Daarnaast kunnen eventuele onbedoelde effecten op voorhand worden waargenomen en kan bepaald worden wat de meest voor de hand liggende mogelijkheid is deze uitgaven in het DMF te presenteren. Deze manier maakt het mogelijk in de eerste helft van 2023 een goed onderbouwd besluit te nemen over het opnemen van de personele uitgaven in het DMF

De reguliere Defensiebegroting (hoofdstuk X) bevat het voorgenomen Defensiebeleid. De begroting van het DMF bevat de uitwerking van dat beleid in concrete projecten en de instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT en heeft daardoor een meer uitvoerend karakter. In het DMF worden alle investeringsprojecten benoemd met een project-budget van meer dan € 100 miljoen, per categorie onderverdeeld naar voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het Defensieprojectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die de afgelopen jaren in de reguliere begroting is gehanteerd, maar de toelichtingen zijn uitge-breider:

  • Voor projecten in voorbereiding worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd:

€ 100 - € 250 miljoen, € 250 miljoen - € 1 miljard,

€ 1 miljard - € 2,5 miljard en meer dan € 2,5 miljard.

  • Bij projecten in onderzoeksfase wordt per project de bandbreedte en de planning van de DMP-brieven gepresenteerd.
  • Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. In dat geval wordt de bandbreedte weergegeven.

Informatie over investeringsprojecten die jaarlijks in het DPO wordt gepubliceerd, is op hoofdlijnen geïntegreerd in het DMF. De Kamer ontvangt het DPO - gelijktijdig met het DMF - op Prinsjesdag. Het DPO omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.

Tot slot heeft het Kabinet - naar aanleiding van het verslag van de Kamerleden Sneller en Snels over het verslaggevingsstelsel Rijksoverheid (Kamerstuk 31 865, nr. 125) - toegezegd dat de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Defensie elk een tweetal pilots gaan uitvoeren waarin in de financiële informatievoorziening baten-lasteninformatie wordt opgenomen. Bij Defensie zijn hiervoor twee materieelprojecten geselecteerd, zoals aangegeven in de Kamerbrief Pilotprojecten verslaggevingsstelsel (Kamerstuk 31 865, nr. 130):

  • 1. 
    Het project Midlife Update van het infanteriegevechtsvoertuig CV-9035NL. Dit project zit in de realisatiefase. De baten-lasten informatie zal bij de D-brief worden verstrekt, waarmee kan worden bezien of de kwaliteit van de besluitvorming kan worden versterkt door het verstrekken van baten-lasteninformatie.
  • 2. 
    Het project Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen, deelproject voertuig 50-100-150 kN. Dit project zit in de realisatiefase. Omdat het contract al getekend is en de voertuigen al geleverd worden draagt deze pilot bij aan het tweede doel van de pilot, namelijk bezien of door het toevoegen van baten-lasteninformatie de waardeontwikkeling van publiek bezit beter zichtbaar gemaakt kan worden. Voor dit project wordt bij deze begroting in een separate brief de baten-lasten informatie verstrekt.

Groeiparagraaf

Naar aanleiding van het aangenomen amendement Voordewind (Kamerstuk 35280, nr. 15, d.d. 21 april 2020) is het oorspronkelijke artikel 1 (Materieel) opgesplitst in artikelen voor defensiebreed materieel, maritiem materieel, land materieel en lucht materieel. Deze opsplitsing kan het budgetrecht van de Kamer verder versterken.

Daarnaast wordt vanaf dit jaar het projectbudget in plaats van project-volume opgenomen in het DMF. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Het projectvolume bestaat uit het projectbudget vermeerderd met het effect op de exploitatie. In het DPO wordt per project zowel het projectbudget als (indien van toepassing) het projectvolume opgenomen.

  • 2. 
    DEFENSIEMATERIEELAGENDA

Algemeen

Veiligheid is het fundament onder een bloeiende en vrije samenleving. De kwetsbaarheid van Nederland is toegenomen in een wereld die aan verandering onderhevig is en onveiliger wordt. Het is de taak van Defensie te beschermen wat ons dierbaar is. Daarom hebben wij in de Defensienota 2018 gekozen om te investeren in mensen, middelen en manieren. Voor wat betreft middelen hebben we de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken en om te komen tot een schokbestendige begroting.

Deze begroting die voor u ligt is hier een resultaat van. Met het instellen van het fonds voor Defensiematerieel kunnen wij namelijk beter invulling geven aan de doelstelling om te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting.

Naar aanleiding van de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken zijn wij een omvangrijk investeringsprogramma gestart. Dit programma is zichtbaar in een stijgende investeringsquote, in een groot aantal nieuwe projecten dat is gestart en in vele contracten die zijn afgesloten. Toch blijft er nog veel werk te verzetten. De projecten, het investeringsprogramma en ook het herzien van de Defensie Industrie Strategie (DIS) zijn een eerste stap in de lange lijnen naar de toekomst. De DIS is een richtinggevend kader voor het versterken, beschermen en internationaal positioneren van de Nederlandse defensie-industrie. Ook in 2021 zetten we stappen in de implementatie. Zo werkt het kabinet aan aanvullende maatregelen ter bescherming van defensie-industrie tegen ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. Met een nieuw te introduceren sectorale investeringstoets op het gebied van defensie, kan worden voorkomen dat bepaalde overnames en investeringen leiden tot risico's voor de nationale veiligheid en in het bijzonder het vitale proces 'Inzet defensie'. Naar verwachting zal het conceptwetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2021 in internetconsultatie gaan.

Momenteel zijn er veel projecten in uitvoering, hetgeen veel vergt van onze voorzien-in keten. Met nieuwe werkvormen waarbij eerder en meer geïntegreerd wordt samengewerkt proberen we waar mogelijk te versnellen. Complexiteit en schaarste aan benodigde kennis en capaciteit leiden echter tot vertragingen. Tevens zijn levertijden van materieel en vastgoed vaak lang. Ook werken achterstanden vanuit het verleden door in de huidige materiële situatie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een van de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (Kamerstuk 32359, nr. 4): extra stappen in het kader van herstel op het gebied van instandhouding van wapensystemen zijn nodig om de balans tussen de ondersteuning en gevechtseenheden te herstellen. Vanaf 2020 is enige financiële ruimte beschikbaar om een eerste stap te zetten de materieel logistieke capaciteit de komende jaren beter in balans te brengen met de bestaande werklast. Daarbij gaat het niet alleen om het aantrekken van meer personeel, maar ook over gerichte mogelijkheden tot uitbesteding van werkpakketten, inhuur en slimme samenwerking met (internationale) partners. Herstel en modernisering vergen daarmee tijd.

De COVID-19-uitbraak heeft impact op de maatschappij, op projecten van Defensie en op de ketens van de defensie- en veiligheidsindustrie. Een voorbeeld van deze impact die zich al voordoet is het vertragen van de levering van de nieuwe helmen. Defensie en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat staan hierover in contact met het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Investeringsopdrachten zijn niet zomaar naar voren te halen. Dit omdat het investeringsbudget van Defensie al bijna volledig gevuld is. Dat betekent dat als iets naar voren wordt gehaald, iets anders naar achteren moet schuiven. Defensie is in goed overleg met onze ketenpartners om te bezien waar maatwerk een oplossing is voor de uitdagingen en knelpunten die bij bedrijven en instellingen ervaren worden. Binnen de gegeven financiële en wettelijke kaders betrachten wij in deze uitzonderlijke tijden de nodige coulance bij de beoordeling van verzoeken van ondernemers. In het kader van het Strategisch Vastgoedplan en de instandhouding vastgoed heeft Defensie wel enkele vastgoedprojecten kunnen versnellen zoals de versnelde revitalisatie van de Bernhardkazerne in Amersfoort. Momenteel wordt onderzocht welke projecten Defensie nog meer kan versnellen.

Het investeringsprogramma bestaat voor een belangrijk deel uit materieel. Naast investeren in nieuwe projecten moderniseert Defensie haar systemen en wordt er geïnvesteerd in innovatie. Er zijn sinds de Defensienota 2018 tientallen projecten gestart en A-brieven en D-brieven aan de Kamer aangeboden. Deze stijging verwachten wij door te zetten. Dat is hard nodig voor de operationele inzet en veiligheid van onze mensen. Maar het verwerven van defensiematerieel blijft complex en gebeurt zorgvuldig. Voordat we tot zichtbare realisaties komen worden er veel stappen gezet, zoals marktverkenning, contractvorming, productie, afname en testen. Dit leidt uiteindelijk tot het sluiten van contracten. Daarom hebben projecten vaak een lange looptijd. Bij steeds meer projecten zijn contracten gesloten, waardoor nu de financiële verplichtingen toenemen vooruitlopend op de daadwerkelijke uitgaven in de toekomst. We zetten hiermee een eerste noodzakelijke stap naar herstel en modernisering van onze organisatie.

Met de Defensienota 2018 is ook gestart met het op orde brengen van uiteenlopende voorraden van munitie tot en met operationele infrastructuur gebaseerd op het huidige beleidskader. Dit Beleidskader Inzetvoorraden (2009) is nog gebaseerd op een beperktere inzet van de Krijgsmacht in het kader van de tweede hoofdtaak: internationale missies. Alleen voor dit deel is financiering. De eerste en derde hoofdtaak van Defensie winnen aan belang en de tweede hoofdtaak blijft onverminderd relevant. Zoals beschreven in de verzamelbrief versterking voorraden (Kamerstuk 27830, nr. 268 d.d. 19 oktober 2018) actualiseert Defensie daarom het beleidskader inzetvoorraden door naast de voorraden voor de tweede hoofdtaak ook de voorraden voor de eerste en derde hoofdtaak te beschouwen. Op basis van dit geactualiseerde beleidskader, en waar nodig ook met de lessen van COVID-19 in gedachten, start in 2021 de uitwerking en planvorming voor versterking van de voorraden. Het programma volgt het reguliere DMP proces en wordt dan opgenomen in het Defensieprojectenoverzicht.

De investeringen in vastgoed zijn sinds de Defensienota 2018 structureel opgehoogd (Kamerstuk 34919, nr. 55). Ook is meermaals incidenteel geld vrijgemaakt voor het verminderen van achterstallig onderhoud. Hoewel het duidelijk is dat het weer gezond krijgen van het vastgoed een lange adem vergt, blijft ook op korte termijn voldoende budget benodigd om verdere achteruitgang van het vastgoed te beperken. Daarom wordt een gedeelte van het investeringsbudget dat in 2019 is vrijgemaakt voor de uitvoering van de lange termijn aanpak van het Strategisch Vastgoedplan ingezet voor instandhouding in 2020 en 2021.

Op grond van het huidige en toekomstige dreigingsbeeld moet Defensie een informatiegestuurde organisatie worden die weerbaar is tegen digitale dreigingen. In de Defensienota 2018 en de voorjaarsnota van 2019 heeft het kabinet middelen uitgetrokken om verdere stappen te zetten om die ambities te kunnen realiseren. Ontwikkelingen op het gebied van oorlogsvoering staan echter niet stil. Technologie en het slim gebruiken van informatie spelen hierbij een belangrijke rol. Voortdurend innoveren is daarom noodzakelijk. Om effectiever om te gaan met de groeiende hoeveelheid data, is het bovendien van belang om de mogelijkheden op het gebied van datawetenschap binnen Defensie uit te breiden. Randvoorwaardelijk voor deze ontwikkelingen is onder meer het programma Grensverleggende IT (GrIT), waarmee Defensie een infrastructuur inricht die cruciaal is voor de doorontwikkeling van Defensie als informatiegestuurde organisatie. Vanwege de noodzaak om een informatiegestuurde organisatie te worden, maar ook vanwege ontwikkelingen in de IT-wereld, waaronder een groeiende rol van IT bij de inzet van wapensystemen en bedrijfsvoering, de prijsstijgingen binnen de IT-sector en schaarste aan IT-personeel, staan de financiële exploitatie en de investeringen onder druk. De komende periode maakt Defensie een analyse van die situatie, waarbij (extern gevalideerde) inventarisaties uitgevoerd worden naar de schaarste van het IT-personeel, de exploitatie en de investeringen van de IT.

Projecten en mijlpalen

Om het materieel, vastgoed en de IT van Defensie te herstellen en te moderniseren worden ook in 2021 nieuwe projecten gestart. Voorbeelden hiervan zijn de Midlife Update van de Zr. Ms. Johan de Witt, de upgrade van de NH-90 helikopter en de vernieuwing van de Very Short Range Air Defence (VSHORAD).

In 2021 wordt er ook volop verder gewerkt aan de talrijke projecten die nu deel uit maken van het investeringsprogramma. Een verwachte mijlpaal is de B-brief voor het Defensiebrede programma Wissellaadsystemen, trekke-ropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB). Ook noemenswaardig is de start van de verbetering van de legering, de aanvang van de nieuwbouw van het Logistiek Centrum Soesterberg, de voorziene start van het werk aan de eerste spiral (deelproject) van het programma Foxtrot voor mobiele tactische connectiviteit en de start van de invoering van IT vanuit het programma Grensverleggende IT (GrIT). Het verwerven van materieel, vastgoed en IT voor Defensie is vaak com-plex en specialistisch werk dat inspanning vraagt. In 2021 leidt deze inspanning volgens plan ook tot levering van nieuw materieel, vastgoed en IT geleverd. Te denken valt aan:

  • De hydrografische opnemingsvaartuigen die een Midlife Update ondergaan;
  • De levering van de laatste nieuwe brugleggende tanks;
  • De MALE UAV MQ-9 onbemande vliegtuigen die geleverd worden;
  • De voortgaande levering van operationele vrachtauto's en containers;
  • De levering van nieuwe helmen en uitrusting aan militairen en de start van het keuzeconcept gevechtslaarzen;
  • De uitvoering van het programma Legering fase 1 om de leefbaarheid te verbeteren;
  • De voorbereiding van de werkzaamheden en voorbereiding van de aanbesteding van het revitaliseren van het vastgoed op de Bernhardka-zerne;
  • Projecten in het kader van thematische vastgoedproblematiek, waaronder keuken- en eetfaciliteiten, beveiliging van gebouwen en valbeveiliging op daken worden uitgevoerd;
  • De afronding van de uitrol modernisering navigatiesystemen.

6.000

4.500

3.000

1.500

  • 1. 
    Defensiebreed    ¦ 2. Maritiem    ¦ 3. Land
  • 6. 
    IT    - Budgettair kader    - Verplichtingen
  • 4. 
    Lucht
  • 5. 
    Vastgoed

In bovenstaand figuur wordt het totale investeringsprogramma van € 45 miljard in de periode 2020 tot en met 2035 weergegeven, conform laatste stand administratie. In de grafiek is het investeringsprogramma onderverdeeld naar de artikelen in dit begrotingsfonds. De artikelen geven de actuele verdeling van de investeringen over de domeinen defensiebreed, land, lucht, zee, vastgoed en IT, maar kunnen niet gezien worden als een vaste verdeling. De verschillende artikelen zullen in de tijd achtereenvolgens pieken vertonen als gevolg van de verdeling in de tijd van vervangingsbe-hoeftes en door pieken rondom grote investeringsprojecten zoals verwerving F-35, vervanging onderzeebootcapaciteit en de vervanging van de pantservoertuigen. De verdeling van het investeringsprogramma berust op een integrale afweging.

De roze lijn is het totale investeringsbudget, wat geldt als het budgettaire uitgavenplafond: Defensie kan niet meer uitgaven doen in een jaar dan beschikbaar is onder dit uitgavenplafond. De grafiek maakt zichtbaar dat in de eerste jaren het investeringsprogramma optelt tot een hoger bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering in de eerste jaren. Investeringsopdrachten kunnen dus niet zomaar naar voren worden gehaald. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. De gele lijn laat de reeds aangegane verplichtingen zien. Deze toont aan dat, ondanks de overprogrammering, er geen risico is op overschrijding van het beschikbare budget.

Figuur 2 Investeringsprogramma

6.000

r 6.000

¦ Projecten in realisatie    ¦ Projecten in onderzoeksfase    ¦ Projecten in voorbereidingsfase

Budgettair kader     Verplichtingen

Bovenstaand figuur geeft inzicht in de mate van flexibiliteit van het totale investeringsprogramma. De investeringsprojecten zijn onderverdeeld naar de volgende fasen:

  • Projecten in voorbereidingsfase (groen): voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen juridisch of bestuurlijk bindende afspraken gemaakt. Voor de DMP-plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden. In het gelijktijdig aangeboden Defensie Projectenoverzicht (DPO) is een tabel opgenomen met de planning van de te versturen DMP-brieven.
  • Projecten in onderzoeksfase (paars): voor deze projecten geldt dat de behoeftestelling is vastgesteld, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
  • Projecten in realisatiefase (blauw): dit betekent dat de realisatiefase is gestart. De opdracht voor verwerving is aan de uitvoeringsorganisaties gegeven. In de grafiek worden daarnaast de uitgaven aan projecten kleiner dan € 25 miljoen ook als in realisatie weergegeven, omdat deze (als ware het projecten in realisatie) zijn belegd bij de uitvoerende defen-sieonderdelen.

Het volledige budget is benodigd en het investeringsprogramma is volgepland met projecten voor het herstellen en moderniseren van de krijgsmacht. Investeringsopdrachten zijn dus niet zomaar naar voren te halen. Elk project kent wel een vooraf bepaalde reservering voor risico's. De mogelijkheid om gedurende een project wijzigingen door te voeren is afhankelijk van de fase waarin een project zich bevindt. Logischerwijs is de flexibiliteit groter bij projecten in voorbereidingsfase dan bij een project in realisatiefase, waar in veel gevallen het contract al is getekend.

Investeringsquote en EDA-norm

Een moderne krijgsmacht moet voldoende investeringsruimte hebben om haar inzetbaarheid op langere termijn te garanderen en haar materieel te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor is de investeringsquote. Defensie streeft er naar om op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Als gevolg van het benodigde herstel na de lange periode van bezuiniging en schaarste in het verleden, zal deze investeringsquote ook langere tijd ruim boven deze norm liggen. Voor het bepalen van de (gewenste) investeringsquote voor de begrotingsperiode wordt gebruik gemaakt van een voortschrijdend vijfjaars gemiddelde. Voor het jaar 2021 is dit naar verwachting 22 procent.

De volgende figuur toont de gerealiseerde investeringsquote van 2010 tot en met 2019 en het verwachte vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2020.

Investeringsquote

Kennis en technologie zijn essentieel voor Defensie om materieel, vastgoed en IT te kunnen realiseren dat inspeelt op bedreigingen en kansen een veranderende wereld. Defensie hanteert hierbij de norm van het Europees Defensie Agentschap (EDA) dat ten minste twee procent van haar uitgavenbudget wordt besteed aan kennis en technologie. Voor het jaar 2021 is dit naar verwachting 1,2 procent. De uitgaven van Defensie aan kennis en innovatie vallen deels, namelijk waar het investeringen betreft, binnen het DMF

Instandhouding

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materiaal als (reserve-) onderdelen. Dit betreft o.a. de militaire uitrustingen, de operationele inframiddelen (t.b.v. legering), werkplaatsinrichting, de brandbestrijdingsmiddelen en de niet-wapensysteemgebonden artikelen en diensten.

Investeringen en instandhouding (bedragen x € 1 miljoen )

6.000 -|

 ¦   Instandhouding IT

¦    Instandhouding materieel

 ¦   Investeringen infrastructuur en vastgoed

 ¦   Instandhouding infrastructuur en vastgoed

 ¦   Investeringen IT

 ¦   Investeringen materieel

Onderstaand worden de investeringen en instandhouding van het materieel uitgesplitst volgens de DMF materieelartikelen.

Investeringen en instandhouding (bedragen x € 1 miljoen )

3.209

3.154

2031

2032

¦    Investeringen defensiebreedmaterieel

 ¦   Investeringen luchtmaterieel

 ¦   Instandhouding landmaterieel

 ¦   Investeringen maritiemmaterieel

 ¦   Instandhouding defensiebreedmaterieel

 ¦   Instandhouding luchtmaterieel

 ¦   Investeringen landmaterieel

 ¦   Instandhouding maritiemmaterieel

Defensieprojectenoverzicht

Het DPO wordt jaarlijks tegelijkertijd maar separaat van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds aan de Kamer aangeboden. Het geeft meer gedetailleerde informatie over projecten van meer dan € 25 miljoen die Defensie uitvoert voor de verwerving van materieel, IT-middelen en vastgoed. Het DPO sluit daarmee aan bij deze begroting en ook bij het «Voorstel integrale rapportage en kritieke prestatie indicatoren (kpi's)» (Kamerstuk 35000, nr. 68). Met het DPO beoogt Defensie de Kamer completer en met meer overzicht van informatie te voorzien.

Valuta afspraak

Valutaschommelingen verstoren het begrotings- en verwervingsproces binnen Defensie. Dit geldt zowel voor mee- als tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld in het ene jaar bezuinigd moet worden als gevolg van tegenvallers in de wisselkoersen en een jaar later juist sprake kan zijn van meevallers als gevolg van de ontwikkeling van de wisselkoersen. Dit brengt onrust met zich mee in het planproces van de investeringsportefeuille, vertraagt de uitvoering van projecten en draagt niet bij aan een voorspelbare begrotingsuitvoering en rust in het begrotingsproces. Om de verstorende werking van valutaschommelingen op de defensiebegroting op te lossen, heeft het kabinet de afspraak gemaakt dat mee- en tegenvallers als gevolg van valutaontwikke-lingen voortaan als niet-plafondrelevante mutaties worden verwerkt, deze komen daardoor direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. Het betreft uitsluitend mutaties die op artikel 6 van de Defensiebegroting (hoofdstuk X) worden geboekt, deze uitgaven zijn volgend jaar onderdeel van het DMF Hiermee wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord waarin is opgenomen dat het kabinet komt met voorstellen voor het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de materie-elbegroting, zoals een specifieke prijsindex of een structurele oplossing voor valutaschommelingen. In de brief van 2 juli 2020 (Kamerstuk 35300, nr. 84) over dit onderwerp, heb ik u toegezegd u na het zomerreces te informeren over de nadere uitwerking van deze afspraak.

Voor de regeling komen in aanmerking alle projecten waarvan vaststaat dat die in vreemde valuta moeten worden betaald. Dit wordt doorgaans bepaald aan het einde van de gunningsfase van een project. Voor DMP-plichtige projecten (projecten > 25 miljoen euro) geldt dat op basis van de DMP D-brief, de brief waarin de aan te gane verplichting wordt aangekondigd, vastgesteld wordt of sprake is van valutarisico's. Voor projecten waarvoor geen DMP-plicht geldt, of voor projecten die door de Kamer gemandateerd zijn, wordt geen D-brief verstuurd. Voor dergelijke projecten geldt ook dat het valutarisico doorgaans wordt vastgesteld aan het einde van de gunningsfase. Voor sommige projecten, wel of niet DMP-plichtig, staat op voorhand al vast dat sprake is van een valutarisico. Dit betreft bijv. FMS-cases (Foreign Military Sales). Voor dergelijke projecten geldt dat, bij wijze van uitzondering, deze projecten na overleg met het ministerie van Financiën in aanmerking kunnen komen voor de afspraak over de verwerking van valutarisico's.

De komende maanden worden benut om nadere afspraken te maken tussen Defensie en het ministerie van Financiën over de administratieve verwerking van deze afspraak, bijvoorbeeld ten aanzien van het uitfaseren van de huidige valutatermijncontracten. Ook worden de door Defensie te vergoeden uitvoeringskosten bij het ministerie van Financiën in kaart gebracht.

  • 3. 
    ARTIKELEN

3.1 Artikel 1: Defensiebreed materieel Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het Defensiebrede materieel. Dit artikel is voor zowel de investerings-als instandhoudingsuitgaven nauw gerelateerd aan delen van de beleidsdoelen en -instrumenten uit Beleidsartikel 6 (Investeringen) van de Begroting Hoofdstuk X. Daarnaast vallen de Defensiebrede materieel ontvangsten, over- en onderprogrammering, onzekerheidsreservering en uitgaven aan kennis en innovatie onder dit artikel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

 

Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

747.089

647.904

620.133

705.060

769.500

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

0

669.194

796.997

491.898

571.538

558.270

waarvan juridisch verplicht

   

102,6%

       
 

Verwerving

Opdrachten

0

0

876.786

702.759

655.565

669.771

457.011

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

81.408

84.147

63.091

78.162

104.070

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

830

1.269

60.599

145.177

114.595

Verwerving: realisatie

0

0

794.548

617.343

531.875

446.432

238.346

Instandhouding

Opdrachten

   

324.942

287.741

294.006

288.434

280.073

Instandhouding materieel

0

0

324.942

287741

294.006

288.434

280.073

Kennis en Innovatie

Bekostiging

0

0

32.066

32.080

32.080

32.080

32.080

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

0

0

3.019

3.020

3.020

3.020

3.020

Technologieontwikkeling

0

0

22.546

22.559

22.559

22.559

22.559

Kennisgebruik

0

0

3.113

3.113

3.113

3.113

3.113

Kort Cyclische Innovatie

0

0

3.388

3.388

3.388

3.388

3.388

Onzekerheidsreservering

   

16.192

12.385

12.505

2.222

2.236

Over-/ onderprogrammering

   
  • - 
    580.792
  • - 
    237.968
  • - 
    502.258
  • - 
    420.969
  • - 
    213.130
 

Ontvangsten

0

0

56.058

50.258

85.658

85.658

85.658

Overige ontvangsten materieel

0

0

56.058

50.258

85.658

85.658

85.658

Artikel 1 Defensiebreed materieel (bedragen x € 1.000)

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 102,6 procent van het uitgavenbudget.

Aan te gane verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen zowel verplichtingen voor de verwerving als voor de instandhouding van Defensiebreed materieel. Verplichtingen leiden tot uitgaven. Bij instandhouding is dat doorgaans in het jaar waarin de verplichting wordt aangegaan. Bij verwervingsprojecten is dat vooral in de jaren volgend op het aangaan van de verplichting. In 2020 is Defensie bijvoorbeeld een verplichting van € 294 miljoen aangegaan voor het Combat Support Ship (CSS). Deze verplichting leidt in de periode 2020-2025 tot uitgaven op de begroting.

De raming van de verplichtingen is (deels) gebaseerd op het geplande moment dat voor een verwervingsproject een contract getekend wordt.

Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.

Verwerving Defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van materieel dat door alle operationele commando's wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden. Het betreft bijvoorbeeld kleding, klein-kaliberwapens, munitie en gevechtssimulatoren als het Mobile Combat Training Centre (MCTC). Ook betreft het de uitgaven aan de Kustwacht Nederland en Kustwacht Caribisch gebied.

Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving defensiebreed materieel - voorbereidingsfase

Er zijn geen verwervingsprojecten voor defensiebreed materieel boven € 100 miljoen die zich in de voorbereidingsfase bevinden.

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Het Programma WTB is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan.

Verwerving defensiebreed materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en de planning van Kamer-brieven weergegeven van de Defensiebrede verwervingsprojecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

 

Projecten in onderzoek

Projectbudget 2020

2021 2022

2023

2024

2025

Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB)

250-1.000

B-brief

     

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Het Programma WTB is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan.
 

Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB)

Het programma Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) voorziet in de defensiebrede vervanging van deze operationele wielvoertuigen en gerelateerd materieel zoals aanhangwagens, opslag-, overslag- en distributiemiddelen.

Verwerving defensiebreed materieel - realisatiefase

De volgende Defensiebrede projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit project-budget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

 

Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2019

2020

2021

2022

2023    2024    2025    2026 e.v.

Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden

113,5

95,7

17,8

-

-

- - - -

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed

           

(MILSATCOM)

146,6

126

4,2

5,3

8,2

3    -    -    -

Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

228,5

31,0

46,7

86,3

37,1

27,3    -    -    -

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

 

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

264,2

109,4

32,0

76,6

46,2

----

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) 1.000-2.500

Commercieel vertrouwelijk

 

Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de Defensiebrede projecten in realisatiefase.

 

Toelichting projecten in realisatiefase

 

Projecten in realisatie

Toelichting

Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden    Om de inzetbaarheidsdoelstellingen te kunnen realiseren en de tijdige beschikbaarheid van munitie voor inzet te garanderen, zal Defensie de komende jaren gefaseerd munitievoorraden ophogen. Als gevolg van de gewijzigde veiligheidssituatie is voorts een hogere mate van gereedheid noodzakelijk. De behoefte betreft een kwantitatieve ophoging van inzetvoorraden van bij Defensie gangbare munitieartikelen ten behoeve van de tweede hoofdtaak waarmee de knelpunten bij huidige missies worden opgelost en op de te verwachten verbruiken bij voorziene missies wordt geanticipeerd.

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM)

Doel van het project MILSATCOM is het voorzien in de behoefte van de krijgsmacht aan satellietcommunicatiecapaciteit voor militair gebruik. Het project betreft de gegarandeerde beschikbaarheid van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) in verschillende frequentiebanden, het realiseren van grondstations in Nederland en Curagao (het statische grondsegment) en het verwerven van land- en scheepsterminals (het mobiele grondsegment). Het deelproject MILSATCOM voorziet in de zogenaamde AEHF-satellietcommunicatiecapaciteit met de bijbehorende AEHF-terminals.

Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)    Het project DBBS voorziet in de vervanging van de huidige bewakings- en beveiligingssystemen, teneinde de continuïteit van de ondersteuning binnen de bewakings- en beveiligingsoperatie te waarborgen, te verbeteren en hierbij kosten te besparen. Onder het bewakingssysteem vallen elektronische toegang, indringerdetectie en de meldkamersystemen. Het project DBBS is randvoorwaardelijk om toekomstvast en structureel betaalbaar de fysieke beveiliging uit te kunnen voeren van Defensielocaties.

Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS)    Het project Defensie Operationeel Kledingsysteem betreft de invoering van nieuwe gevechtskleding voor de krijgsmacht. Het project dient om individuele militairen en eenheden beter te beschermen. De kleding is bestemd voor wereldwijd gebruik, in alle delen van het geweldsspectrum. Invoering van het Defensie Operationeel Kledingsysteem draagt bij tot een meer effectieve inzet van Nederlandse militairen. De defensiebrede invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem leidt tot stroomlijning van de uitrustingspakketten en vereenvoudiging van de bevoorrading en instandhouding.

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)    Het project VOSS past in het streven om te voorzien in betere bescherming van ingezette eenheden en het vermogen op te treden in netwerken (Network Enabled Capabilities) verder te vergroten. Met VOSS worden de operationele capaciteit van de individuele militair, maar ook van de lagere eenheden vergroot.

Defensiebrede Vanvanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) De defensiebrede behoefte betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van Defensie die voor het merendeel zijn ingevoerd tussen 1980 en 2000. Deze wielvoertuigen vormen de basismobiliteit van nagenoeg alle expeditionaire, nationale, opleidings- en overige eenheden van alle operationele commando's. Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type vrachtauto.

Instandhouding defensiebreed materieel

De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrus-tingbedrijf (KPU-bedrijf) en het munitiebedrijf. Daarnaast is onder de instandhouding van defensiebreed materieel ook de bijdrage aan de NAVO opgenomen. De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF De instandhoudingsuitgaven van het defensiebrede verwervingsproject DVOW zijn opgenomen bij het Landmaterieel, omdat de Landmacht de instandhouding van deze voertuigen verzorgt.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door DMO aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

 

Wapensysteem

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Klein kaliber wapens

57,6

59,6

60,9

60,9

60,9

60,9

60,9

60,9

Kleding- en persoonlijke uitrusting

39,2

52,8

71,6

83,4

90,9

96,0

96,6

96,6

MILSATCOM

11,1

12,5

12,6

12,5

12,7

12,5

12,3

12,3

Kennis en Innovatie

De bekostiging van kennis en innovatie bestaat uit middelen voor de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten, technologie ontwikkeling, kennis-gebruik en kort-cyclische innovatie. Deze uitgaven vallen binnen de investeringen en daarmee binnen het DMF Daarnaast zijn er uitgaven aan kennis en innovatie in de reguliere Defensiebegroting, zoals de algemene Defen-siebijdrage aan TNO, NLR en MARIN (onderdeel van artikel 9).

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

Defensie draagt met deze middelen specifiek bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.

Technologie ontwikkeling

Het budget voor technologie-ontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie (inclusief MKB) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31125, nr. 92) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (NAVO, European Defence Agency) afgestemd en ingebed.

CODEMO

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale midden- en kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty's over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty's toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,4 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 2,9 miljoen.

 

CODEMO (per 1 juni 2020)

Ingediende voorstellen

91

Gehonoreerde voorstellen

27

Afgewezen voorstellen

64

Afgeronde voorstellen

19

De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven, waarvan een MKB-bedrijf twee voorstellen gehoneerd heeft gekregen.

Kennisgebruik

De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonder-delen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.

Kort-cyclische innovatie

Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.

Onzekerheidsreservering defensiebreed materieel

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. De onzekerheidsreserveringen betreffen het gehele portfolio groot materieel en beslaan daarmee artikel 1 t/m 4. Met de onzekerheidsreservering worden risico's afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico's bij internationale samenwerking. Deze risico's kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico's.

Over-/onderprogrammering defensiebreed materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.

Figuur 3 Defensiebreed materieel 1.000

750

500

250

0 -1-

2020    2021    2022    2023    2024    2025    2026    2027    2028    2029    2030    2031    2032    2033    2034    2035

  • - 
    BEHOEFTE - BUDGET

Ontvangsten defensiebreed materieel

De ontvangsten bestaan uit verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten.

Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:

  • Pantserrupsvoertuigen en voorraad wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van voertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
  • Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.

De overige ontvangsten betreffen de overige ontvangsten van materieel door verkoopopbrengsten van civiele dienstauto's (€ 9,5 miljoen) en ontvangsten voor medische investeringen (€ 1,5 miljoen).

3.2 Artikel 2: Maritiem materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het maritiem materieel. Dit artikel is voor de investeringsuitgaven gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten uit beleidsartikel 6 (Investeringen) en voor de instandhoudingsuitgaven aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 2 (Koninklijke Marine) van de Begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

 

Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

4.242.634

862.635

818.767

958.490

904.541

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

0

631.224

863.319

860.001

1.126.310

1.124.504

waarvan juridisch verplicht

   

47,2%

       
 

Verwerving

Opdrachten

0

0

740.426

1.010.326

1.033.430

1.298.585

1.335.469

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

64.510

87109

83.911

192.368

207.755

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

224.134

388.847

532.035

703.631

677.964

Verwerving: realisatie

0

0

451.782

534.370

417.484

402.586

449.750

Instandhouding

Opdrachten

   

148.995

142.712

142.676

142.696

143.360

Instandhouding materieel

0

0

148.995

142.712

142.676

142.696

143.360

Over-/ onderprogrammering

   
  • - 
    258.197
  • - 
    289.719
  • - 
    316.105
  • - 
    314.971
  • - 
    354.325
 

Ontvangsten

0

0

9.600

9.600

9.600

9.600

9.600

Overige ontvangsten materieel

0

0

9.600

9.600

9.600

9.600

9.600

Artikel 2 Maritiem materieel (bedragen x € 1.000)

 

'sf

00

o

CM

801.304

O

o

 

1.055.836

     

S6S099

413.487

151.470

95.638

 

co

0

co

d

't

03

O

03

d

'St

254.433

 

009'6

009'6

oo

PO

o

CM

co

LD

LD

N

CM

LO

O

o

 

r*.

r*.

co co

o

o

     

co

o

co

N

CO

CO

oo

'St

OO

r<

co co

o

oo

LO

03

'O'

 

00

0

co

d

't

03

O

03

d

'St

«0

0

LO

r>

 

0

0

co

0

0

co

d

CM

00

O

CM

CM

CO

OO

oo oo

o

o

 

r>

LO

r>

CM

oo

     

CM

r>

6

co co

oa

5

o

'St

LO

03

O

'O-

 

0

0

co

d

't

0

0

03

d

'St

LO

co

't

d

CM

 

O

O

CO

0

0

co

CJÓ

03

O

CM

«o

CM

LO

o

o

 

LO

oo

ó

co

o

     

oo co

co

c\i

r>

LO

co co

'«t

O

LO

CM

OO

03

O

CM

LO

CM

03

LO

 

CM

0

co

d

't

CM

O

03

d

'St

co

LO

N

co

 

0

0

co

0

0

co

CJÓ

O

oo

o

CM

CM

CM

r>

oo oo

't

o

o

 

LO

oo co

o

     

r>

LO

o

6

LO

LO

co

'St

b

O

CM

'St

OO

oo

03

'«t

 

LO

r-

00

d

't

LO

00

d

'St

CM

CO

't

cd

r*.

co

 

0

0

co

0

0

co

d

OO

CM

O

CM

r>

co

o

N

«O

o

o

 

co

o

oo co

CM

     

co

CM

00

cd

r>

O

o

d

co

CM

03

o

LO

d

03

CM

OO

03

r<

co

 

LO

CM

LO

CM

LO

<0

r*.

d

co

't

 

0

0

co

0

0

co

CJÓ

OO

CM

O

CM

CD

CM

CO

CD

o

o

 

CM

CO

cd

     

oo

r-

LO

cd co

co

O

03

00

b

'St

CM

'St

03

03

'St

'O-

LO

o

oo

 

00

co co

d

't

OO

03

03

d

'St

CD

O

O)

cd co

co

 

0

0

co

0

0

co

CJÓ

CM

o

CM

CD

LO

r>

6

o

co

o

o

 

o

co

CM

N

co

     

00

co cd

r*.

o

O

03

LO

CM

co

LO

'St

C\i

03

CO

'St

CM

'St

03

CO

CM

 

CM

co

CM

03

'St

r>

co

CM

 

0

0

co

0

0

co

CJÓ

co

CM

O

CM

co

LO

CM

r>

o

"oi

c

co

V)

03

Q.

CD

O

c

co

>

c

CD

b

c

c

CD

O)

c

i:

o

¦Q.

CD

>

0

c

co co

0)

c

§

co

1

o

"oi

c

"to

0

co

Q.

CD

o

c

co

>

c

CD

b

c

c

CD

0)

c

-C

o

"o.

0

>

CD

_o>

0

>

o

c

§

co

1

 

oo

o

co

N

o

co

     

r*.

r>

co co

CO

CO

O

o

CM

OO

O)

oo

C\i

03

CM

O

CM

03

 

co

<0

03

CO

'«t

CO

co

N

r>

1

 

0

0

co

0

0

co

CJÓ

 

c

0

0>

c

'+¦>

.C

O

O.

1

   

i:

o

¦Q.

0

>

-C

o

co

b

.0

c

§

co

1

     

to

0

O)

c

b

b

.Q

o

o

>

0

0

0

co

0

O

N

0

"O

c

o

#0

0

CO

"0

0

00

c

b

0

0

.c

¦0

c

0

+¦>

0

c

 

0

0

0

0

E

0)

c

b

0

0

-C

"O

c

0

0

c

oo

c

0

E

E

0

oo

0

Q.

0

"0

C

O

0

>

0

 

c

0

+¦>

0

0)

c

0

>

+¦>

c

0

0

0

0

0

E

c

0

0

01

c

0

a

c

0

0

01

0

>

0

   

c

0

>

0

0>

+¦>

b

 

0>

c

E

0

5

c

0

+¦>

.C

O

0

¦G

CL

O

d

c

0

5

1

00

c

¦fc

0

5

1

00

c

¦fc

0

1

c

0

+¦>

.c

0

0

¦0

CL

O

 

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 47,2 procent van het uitgavenbudget.

Verwerving maritiem materieel

De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in maritieme wapensystemen: de Luchtverdedigings- en Commandofregatten, M-fregatten, patrouilleschepen, Landing Platform Docks (LPD's), het Joint Support Ship (JSS), de onderzeeboten, mijnenbestrijdingsvaar-tuigen en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het project-volume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving maritiem materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.

A-brief

A-brief

A-brief

A-brief

 

Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

         

Projecten in voorbereiding    Projectbudget 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV)    100-250

Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS) 100-250 Vanvanging MK 48 Torpedo    100-250

Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP)    100-250

Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU)    100-250

Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA)    100-250

Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1)    250-1.000

A-brief

A-brief

A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het project Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) is nieuw in de voorbereidingsfase.
 

Toelichting projecten in voorbereidingsfase

 

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV)    Dit betreft de Midlife Update van de Oceangoing Patrol Vessel om de schepen in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.

Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1)

Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Rotterdam, een Landing Platform Dock (LPD).

Verwerving maritiem materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

 

Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

         

Projecten in onderzoek    Projectbudget 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper)

100-250

 

Softkill Torpedo Defensiesysteem (SK-TDS)

100-250

 

ESSM Block 2: Verwerving en Integratie

250-1.000

B/D-brief

Vervanging Hulpvaartuigen

250-1.000

B-brief

Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM)

250-1.000

 

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het project Vervanging Onderzeeboten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan;
  • Het project Vervanging M-fregratten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan;
  • Het project Vervanging Zr. Ms. Mercuur en Hydrografische Opname Vaartuigen (HOV's) is een programma in plaats van een project geworden en heet nu Vervanging Hulpvaartuigen en is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan;
  • Het project Softkill Torpedo Defensiesysteem (SK-TDS) is nieuw in de onderzoeksfase;
  • Het project FLATM is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan en werd in de begroting 2020 toegelicht onder de naam 'Vervanging All Terrain Vehicle' (ATV).

Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper)

Softkill Torpedo Defensiesysteem (SK-TDS)

ESSM Block 2: Verwerving en Integratie

Vervanging Hulpvaartuigen

Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM)

Toelichting

Dit betreft een wapensysteem om tijdens operaties op open zee en in kustwateren op relatief korte afstand luchtdoelen en oppervlaktedoelen te kunnen bestrijden, ook bij een hoge dreiging.

Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo's is daarom noodzakelijk.

Het betreft het verwerven van nieuwe luchtverdedigingsraketten voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) en Multipurpose fregatten (M-fregatten). Dit is van belang voor de ondersteuning en de beïnvloeding van landoperaties vanuit zee en voor operaties in en nabij maritieme knooppunten en transportroutes.

Dit betreft de vervanging van het torpedowerkschip, de beide Hydrografische Opnemingsvaartuigen, het transport- en ondersteuningsschip in het Caribische Gebied, vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse en het duikopleidingsvaartuig, waarbij gestreefd wordt naar een gemeenschappelijk ontwerp en familievorming waar dat doelmatig is.

Dit betreft de vervanging van het Over-Snowen All Terrain voertuig van het Korps Mariniers.

Verwerving maritiem materieel - realisatiefase

De volgende maritiem materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

 

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

Vervanging maritiem suface-to-surface missile

100-250

Commercieel vertrouwelijk

       

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem

100-250

Commercieel vertrouwelijk

       

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten

129,1

1,0

17,8

11,4

14,6

27,4

22,7

19,6

14,5

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

144,7

117,5

13,6

8,4

4,2

1,1

-

-

-

Vervanging MK48 Torpedo

182,2

104,6

1,1

1,4

17,3

15,6

19,2

19,1

4

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF)

193,9

104,0

26,5

32,7

13,9

11,1

5,6

-

-

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

231,0

4,6

5,4

22,7

23,2

33,9

33,7

26,5

80,9

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

462,9

2,6

55,4

113,8

111,7

68,3

32,7

14,0

64,3

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM)

923,2

20,0

19,1

32,4

87,5

66,6

103,2

130,8

463,6

Vervanging M-fregatten

1.000-2.500

Commercieel vertrouwelijk

       

Vervanging Onderzeeboten

> 2.500

Commercieel vertrouwelijk

       

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij projecten:

  • Het project Vervanging Onderzeeboten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan;
  • Het project Vervanging M-fregratten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.

Toelichting projecten in realisatiefase

 

Projecten in realisatie

Toelichting

Vervanging maritiem suface-to-surface missile

Vanwege de operationele veroudering van het huidige systeem is het nodig dat Defensie haar fregatten met een vervangende SSM-capaciteit uit te rusten om vijandelijke oppervlakteschepen te kunnen bestrijden en andere missies met een hoog geweldsniveau te kunnen uitvoeren

Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem

Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo's is daarom noodzakelijk.

Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en    De LC-fregatten zijn uitgerust met gelaagde sensor-, wapen- en

 

Commandofregatten

commandosystemen voor de inzet op de korte, middellange en lange afstand. Het huidige 127 mm kanon vormt hiervan een integraal onderdeel maar is sterk verouderd waardoor vervanging noodzakelijk is.

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

Door de modificatie van de SMART-L radar op de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) levert Nederland een belangrijke bijdrage aan de Europese en bondgenootschappelijke raketverdediging.

Vervanging MK48 Torpedo

Het torpedowapensysteem voor onderzeeboten kan zowel tegen oppervlakte-eenheden als tegen onderzeeboten worden ingezet. Met deze verbeterde torpedo kan beter in ondiep water worden opgetreden.

Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en    Met dit instandhoudingsprogramma kan Defensie de Luchtverdedigings- en

 

Commandofregatten (IP-LCF)

Commando-fregatten in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant houden.

Vervanging MK46 Lightweight Torpedo

Het betreft het verwerven van nieuwe Lightweight Torpedo's. De Lightweight Torpedo kan door fregatten en NH-90 maritieme helikopters tegen onderzeeboten worden ingezet voor zelfverdediging of juist offensief. De Lightweight Torpedo die Nederland momenteel gebruikt is operationeel verouderd en de onderhoudbaarheid staat onder druk.

Verwerving Combat Support Ship (CSS)

Bevoorradingsschepen ondersteunen marineschepen tijdens hun inzet en vergroten daarmee hun effectiviteit. Nederland beschikt momenteel over één schip dat de bevoorradingstaak op zee kan uitvoeren, het Joint Support Ship (JSS) Zr.Ms. Karel Doorman. Om de effectiviteit van de inzet van marineschepen van het Commando Zeestrijdkrachten te vergroten heeft Defensie behoefte aan een tweede bevoorradingsschip.

Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM)

Bewegingsvrijheid op zee is van belang, maar kan worden bedreigd door zeemijnen en ongesprongen explosieven. Defensie zal zes mijnenbestrijdingsvaartuigen met onbemande mijnenbestrijdingssystemen verwerven. Dit gebeurt in de vorm van internationale samenwerking met België.

Vervanging M-fregatten

M-fregatten vormen in combinatie met onderzeeboten en geëmbarkeerde maritieme gevechtshelikopters (NH-90) een belangrijke capaciteit tegen de dreiging van onderzeeboten en van oppervlakteschepen.

Vervanging Onderzeeboten

Zowel het garanderen van de vrije doorgang op zee als de bondgenootschappelijke verdediging vereisen het beschermen van de maritieme aan- en afvoerlijnen van Nederland. Maritieme capaciteiten tot op het hoogste geweldsniveau zijn daarvoor van belang en onderzeeboten nemen hierbij een belangrijke plaats in. De huidige Walrusklasse-onderzeeboten moeten in 2028 worden vervangen.

 

Instandhouding maritiem materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Maritieme Instandhouding gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF

De instandhoudingsuitgaven van de grootste maritieme wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de marine doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor

instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de marine aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

 

Wapensysteem

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Luchtverdedidings- en Commandofregatten (LCF)

45,5

39,5

39,5

35,2

37,2

34,9

34,2

36,5

Onderzeeboten

28,1

22,7

23,0

20,4

18,9

18,4

19,5

20,4

Landing Platform Docks

20,3

12,0

16,3

22,0

11,7

23,6

11,1

16,0

M-fregatten

17,6

17,0

15,8

9,6

9,9

10,5

8,9

11,8

Patrouilleschepen

15,5

18,5

17,3

16,7

19,4

15,8

14,9

17,0

Mijnenbestrijdingsvaartuigen

9,3

16,7

15,5

15,0

16,8

15,5

13,4

10,4

Joint Support Ship

10,0

5,9

5,2

6,2

8,2

6,0

21,6

16,1

Over-/onderprogrammering maritiem materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.

Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS)

Vanvanging MK 48 Torpedo

Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP)

Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU)

Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA)

Dit betreft de Midlife Update van het Joint Support Ship om het schip in de tweede fase van haar levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden. Dit betreft de vervanging van de «heavy weight» torpedo die door onderzeeboten kan worden gelanceerd.

Dit betreft de vervanging van het Middelzware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het LCVP (Landing Craft Personnel) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU (Landing Craft Utility) en is in de eerste plaats bedoeld voor het verplaatsen van personeel. Het vaartuig kan eventueel ook twee landrover-terreinwagens of een BV-206 rupsvoertuig vervoeren. Het landingsvaartuig kan vanuit zogenaamde davit (hijstakels) ingezet worden vanaf verschillende typen schepen.

Dit betreft de vervanging van het Zware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het Landing Craft Utility is bestemd voor het vervoer van (zwaar) materieel vanaf de amfibische transportschepen. Het kan ook personeel vervoeren.

Dit project betreft de vervanging van de Standard Missile 2 Block IIIA voor de luchtverdediging op grote afstand.

Figuur 4 Maritiem materieel

1.500 I

1.250

1.000

750

500

250 -1-

2020    2021    2022    2023    2024    2025    2026    2027    2028    2029    2030    2031    2032    2033    2034    2035

  • - 
    BEHOEFTE - BUDGET

3.3. Artikel 3: Land materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het land materieel. Dit artikel is voor de investeringsuitgaven gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten uit beleidsartikel 6 (Investeringen) en voor de instandhoudingsuitgaven aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 3 (Koninklijke Landmacht) van de Begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

 

Artikel 3 Land materieel (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

1.149.905

557.537

717.002

757.564

688.053

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

0

605.553

643.123

731.966

774.749

713.549

waarvan juridisch verplicht

   

58,9%

       
 

Verwerving

Opdrachten

0

0

529.403

570.504

713.111

727.573

639.480

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

14.887

40.153

260.980

349.128

228.361

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

5.358

19.513

21.371

16.553

26.981

Verwerving: realisatie

0

0

509.158

510.838

430.760

361.892

384.138

Instandhouding

Opdrachten

   

241.834

246.206

237.724

245.073

242.126

Instandhouding materieel

0

0

241.834

246.206

237.724

245.073

242.126

Over-/ onderprogrammering

   
  • - 
    165.684
  • - 
    173.587
  • - 
    218.869
  • - 
    197.897
  • - 
    168.057
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Overige ontvangsten materieel

0

0

0

0

0

0

0

Artikel 3 Land materieel (bedragen x € 1.000)

 

'sf

00

o

CM

606.115

O

o

 

727.861

     

360.526

220.241

8.244

132.041

 

co

CM

cd

CM

oa

CN

cd

'St

CN

121.207

 

0

0

oo

PO

o

CM

co co

o

6

<o

o

o

 

CM

CO

LO

CO

     

o

co

LO

CM

00

co

d

o

o

co

'St

oa

b

O

 

co

CM

cd

CM

OO

CN

cd

'«t

CN

CM

d

LO

 

0

0

CM

00

O

CM

o

«o

c\i

r>

LO

o

o

 

co oo

co

b

o

O)

     

CM

r-

00

N

CM

OO

oo

LO

'St

LO

o

CM

o

CM

r--

CM

 

co

CM

cd

CM

OO

CN

cd

'«t

CN

co

03

00

d

co co

 

0

0

00

O

CM

CD

O

00

LO

r>

o

o

 

CM

CO

OO

O

o

     

co oo

cd oo

't

o

o

LO

00

LO

LO

oo

b

 

co

CM

cd

CM

OO

CN

cd

'«t

CN

<0

LO

«0

03

LO

CM

 

0

0

O

oo

o

CM

o

LO

OO

oo

LO

o

o

 

r>

o

N

't

00

     

co

CM

co cd

LO

co

oo

LO

cd

CM

CM

O

OO

o

CM

 

co

r>

cd

CM

oa cd

'St

CN

(O

LO

N

't

CM

 

0

0

OO

CM

O

CM

r>

«O

co oo

LO

o

o

 

CO

CO

o

o

co

     

co

LO

co

N

't

co

oa

LO

d

00

CM

o

'St

00

cd

 

co

r>

cd

CM

oa cd

'St

CN

r>

0

CM

N

O

CM

 

0

0

OO

CM

O

CM

r>

o

o

o

 

co

CM

CM

6

r>

     

co co

LO

LO

LO

OO

co oo

o

co oo

oa

CN

 

co

r>

cd

CM

oa cd

'St

CN

CO

't

cd

<0

 

0

0

CM

o

CM

00

co co

b

oo

o

o

 

co cd

co

LO

     

co

LO

CM

LO

00

LO

'St

oa oo

co

CN

CM

co

LO

o

cd oa

 

co

r>

cd

CM

oa cd

'St

CN

LO

LO

00

cd

<0

 

0

0

co

CM

O

CM

o

LO

N

CD

LO

o

"03

c

co

(0

03

Q.

CD

O

c

co

>

c

CD

b

c

c

CD

O)

c

i:

o

¦Q.

CD

>

0

c

co co

O)

c

§

co

1

o

"03

c

"c/3

co co

Q.

CD

o

c

co

>

c

CD

b

c

c

CD

0)

c

-C

o

"o.

0

>

CD

.03

0

>

o

c

§

co

1

 

O

o

LO

CO

     

co

CM

r>

cd

CM

OO

LO

CM

O

'St

00

'St

cd

CM

oo oo

o

cd

00

oo

 

0

0

LO

't

CM

O

O

'«t

LO

'si'

CN

<0

CM

r>

<d

LO

1

 

0

0

 

c

0

03

c

'+¦>

.c

o

O.

1

   

i:

o

¦Q.

0

>

-C

o

co

b

.0

c

§

co

1

     

C/3

0

C/3

OO

c

b

b

0

.Q

o

o

>

0

C/3

0

0

Jsi

0

O

N

0

T3

C

O

#0

0

0

"0

0

03

c

b

0

0

.c

¦0

c

0

+¦>

0

c

 

0

0

0

0

E

03

C

b

0

0

-C

"O

c

0

0

c

03

c

0

E

E

0

03

O

Q.

0

"0

C

O

0

>

0

 

c

0

+¦>

0

03

c

0

>

+¦>

c

0

0

0

0

0

E

c

0

0

03

C

0

c

0

0

03

0

>

O

   

c

0

>

0

03

+¦>

b

 

03

c

'E

0

5

c

0

+¦>

.c

o

0

¦G

CL

o

öo

c

¦fc

0

5

1

03

C

0

5

1

03

C

0

£

1

c

0

+¦>

.c

0

0

¦0

CL

O

 

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 58,9 procent van het uitgavenbudget.

Verwerving land materieel

De geraamde uitgaven aan verwerving van land materieel betreffen uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die op het land worden ingezet, zoals de CV90, Fennek, Boxer, Bushmaster, grondgebonden lucht-verdedingssystemen, de Leopard II bergings- en brugleggende tanks en de Kodiak, de Pantserhouwitser, UAV's en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving land materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de land materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Indien van toepassing wordt ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is in de tabel opgenomen.

 

Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

         

Projecten in voorbereiding    Projectbudget 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD)    100-250    A-brief

Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)    100-250    A-brief

Vervanging Amarok    100-250    A-brief

MLU Boxer    250-1.000    A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het project MLU Boxer is nieuw in de voorbereidingsfase.
 

Toelichting projecten in voorbereidingsfase

 

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD)

In dit project is een modernisering van de Very Short Range Air Defence capaciteit voorzien.

Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT)

Defensie beschikt over niet-voertuig gebonden anti-tank wapensystemen, waarmee vijandelijke pantservoertuigen en tanks kunnen worden bestreden. Om technische en operationele veroudering te voorkomen worden de huidige Very Short Range Anti-Tank (VSRAT) systemen en de Short Range Anti-Tank (SRAT) systemen vervangen.

Vervanging Amarok

In het project wordt de huidige vloot aan Amaroks vervangen. De Amarok is een civiel terreinvoertuig bedoeld voor personenvervoer en vervoer van persoonlijke uitrusting en vracht in de vredesbedrijfsvoering, tijdens oefeningen en voor nationale inzet.

MLU Boxer

Dit betreft de Midlife Update van het groot pantserwielvoertuig Boxer om dit voertuig in de tweede fase van de levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden.

Verwerving land materieel - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de land materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek    Projectbudget 2020    2021    2022    2023    2024    2025

Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit)    100-250    B-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Het project Medium-Range Air Defence is nieuw in de onderzoeksfase.
 

Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit)

Dit project betreft de vervanging van interceptiecapaciteit van de luchtverdediging op middellange afstand om eenheden, vitale objecten en gebieden te beschermen tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote Unmanned Aircraft Systems (UAS) en Cruise Missiles.

Verwerving land materieel - realisatiefase

De volgende land materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

 

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2019 2020    2021    2022

2023

2024

2025    2026 e.v.

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten

Verlenging levensduur Patriot

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

Midlife Update Fennek

100-250

100-250

149,6

151,5

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk Commercieel vertrouwelijk

28,8    15,3    22,5    30,2

36,0    39,6    42,9    16,6

Commercieel vertrouwelijk

27,6

16,4

17,4

7,8    -

Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-

pakket    250-1.000

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie    836,5

Commercieel vertrouwelijk 790,7    11,1    14,5    20,2    -

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij projecten:

  • Het project aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten is nieuw in de realisatiefase.

Toelichting projecten in realisatiefase

Projecten in realisatie    Toelichting

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten Verlenging levensduur Patriot

C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit

Midlife Update Fennek

Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

Dit project betreft de invoering van bevelvoering- en communicatievoorzieningen en lanceersystemen voor de grondgebonden luchtverdediging voor middellange en korte afstand. Het past binnen de benadering van informatiegestuurd optreden en bij de noodzaak om te kunnen optreden op alle geweldsniveaus.

Dit project betreft het aanvullen van de voorraad PAC-3 Patriotraketten tot het niveau dat benodigd is voor de tweede hoofdtaak van Defensie.

Het project betreft de vernieuwing en instandhouding van componenten van de Patriot en de aan het wapen verbonden apparatuur. Hierdoor zal het Patriot-systeem tenminste tot 2040 operationeel kunnen worden ingezet voor lucht- en raketverdediging. Dit project versterkt de effectieve inzet, veiligheid en bescherming en hoogwaardige commandovoering.

Nederlandse militaire eenheden worden steeds vaker geconfronteerd met de dreiging van aanvallen met Rockets, Artillery and Mortars (RAM). Vooral de geïmproviseerde varianten van deze wapens zijn eenvoudig te verkrijgen, gemakkelijk te bedienen en vormen een significante bedreiging voor Nederlandse eenheden. Ook is er een toenemende dreiging van kleine onbemande vliegtuigen (Class 1 UAV of drones). Gestreefd wordt naar de introductie van multi-missie-sensoren die naast de dreigingen van RAM en Class 1 UAV ook de dreiging van Air Breathing Threats (vliegtuigen en helikopters) en Cruise Missies aankunnen.

Dreigingen zijn complexer geworden en daarbij is het belang van het snel verzamelen, verwerken en analyseren van informatie vergroot. De Fennek levert aan informatievergaring een belangrijke bijdrage. Het doel van de Midlife Update is de Fennek technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden tijdens de resterende levensduur. De Midlife Update omvat een breed scala aan maatregelen voor verbetering van de functionaliteiten bescherming, vuurkracht, mobiliteit, waarneming, commandovoering, training en instandhouding.

De Midlife Update dient om het wapensysteem technisch inzetbaar te houden tot aan het einde van de levensduur en de operationele relevantie te waarborgen binnen de huidige veiligheidscontext en dreiging. Met de Midlife Update blijven ook de instandhoudingskosten van de CV90 beheersbaar. Daarnaast wordt de bescherming van de CV90 verhoogd.

Dit project betreft de internationale ontwikkeling van een nieuw pantserwielvoertuig, de Boxer. Het betreft de ontwikkeling van een gemeenschappelijk basisvoertuig en specifieke landgebonden missiemodulen. Voor Nederland worden momenteel voor operationeel gebruik vier versies voorzien: commandopost, ambulance, vracht, en genie.

Instandhouding land materieel

De instandhouding van het land materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de volgende tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Landmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortiments-gewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat er sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Landmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

 

Wapensysteem

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Grondgebonden Luchtverdediging

24,3

26,7

27,0

35,5

46,7

32,5

32,4

32,4

CV9035NL Infanterie Gevechtsvoertuigen

35,5

36,7

44,8

44,0

35,0

30,9

29,8

29,8

Pantserwielvoertuigen

38,6

32,5

31,4

32,0

31,7

30,7

30,5

30,5

Artillerie

30,1

28,1

27,7

23,1

24,0

33,2

25,9

25,9

Ondersteunende tanks

17,2

16,2

11,2

12,7

12,4

12,4

12,8

12,8

Wissellaadsystemen en trekkeropleggercombinaties

14,5

14,9

13,8

13,7

14,1

14,1

14,1

14,1

Vrachtwagens

0,0

14,7

13,2

12,9

10,8

9,5

9,5

9,5

Unmanned Aerial Vehicles

4,9

13,4

11,1

11,0

11,0

11,9

11,9

14,5

Over-/onderprogrammering land materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering.

Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.

Figuur 5 Land materieel 1.000

800

600

400

200

  • - 
    BEHOEFTE - BUDGET

3.4. Artikel 4: Lucht materieel

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het lucht materieel. Dit artikel is voor de investeringsuitgaven gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten uit beleidsartikel 6 (Investeringen) en voor de instandhoudingsuitgaven aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 4 (Koninklijke Luchtmacht) van de Begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

 

Artikel 4 Lucht materieel (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

1.063.617

828.294

1.524.220

1.110.862

978.820

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

0

1.420.232

1.314.045

1.409.728

1.275.133

939.931

waarvan juridisch verplicht

   

94,2%

       
 

Verwerving

Opdrachten

0

0

1.715.005

1.518.501

1.641.865

1.338.025

925.206

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

11.386

71.826

303.910

288.519

317.794

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

         

Verwerving: realisatie

0

0

1.703.619

1.446.675

1.337.955

1.049.506

607.412

Instandhouding

Opdrachten

   

243.102

229.773

237.657

242.585

256.581

Instandhouding materieel

0

0

243.102

229.773

237.657

242.585

256.581

Over-/ onderprogrammering

   
  • - 
    537.875
  • - 
    434.229
  • - 
    469.794
  • - 
    305.477
  • - 
    241.856
 

Ontvangsten

0

0

0

0

100

400

600

Overige ontvangsten materieel

0

0

0

0

100

400

600

Artikel 4 Lucht materieel (bedragen x € 1.000)

 

'sf

00

o

CM

450.428

o

o

 

501.860

     

189.741

47.435

 

co

o

03

CN

'St

 

260.618

260.618

51.501

 

o

o

o

o

o

o

oo

PO

o

CM

r>

co

«o

r>

o

o

 

oo co

b

CM

CO

     

oo co

6

CM

co

LO

od co

 

03

o

03

CN

'St

 

00

co

6

co

CM

00

00

d

co

CN

CM

co

LO

c\i

LO

 

o

o

03

o

o

03

CM

00

O

CM

o

co co

oo

o

o

o

 

CM

CO

cd co

LO

     

CM

cd

LO

co co

LO

 

'sl-

r--

CN

'St

 

00

03

6

co

CM

00

03

o

co

CN

03

CM

b

LO

 

o

o

03

o

o

03

03

O

CM

CM

LO

CM

o

o

 

co oo

r>

't

LO

LO

     

LO

co oo

6

oo

oo

CN

r<

 

co

LO

CN

cd

00

 

00

o

co

CM

00

o

5

CN

LO

03

r>

c\i

o

 

o

o

co

o

o

00

O

oo

o

CM

CM

CD

CO

oo

o

o

 

CM

o

co

LO

co

     

co

CM

co

CM

co

LO

r<

LO

 

CN

co

o

r<

 

00

CM

CM

CM

co

CM

03

CN

CN

CN

co

CN

«o

cd

LO

 

o

o

co

o

o

00

OO

CM

O

CM

co

CM

cd oo

't

o

o

 

co co

03

cd co

co

     

o

CM

o

LO

co

CM

oo oo

LO

cd

0D

 

CN

'St

LO

 

co

o

cd co

CM

00

o

cd co

CN

co

LO

co

6

't

 

o

o

r>

o

o

OO

CM

O

CM

CD

co

N

co co

o

o

 

co oo

oo

LO

o

co

     

't

00

co co

co

co co

CN

od

00

 

00

cd

03

 

CM

o

cd co

CM

CN

o

cd co

CN

CM

o

co cd

LO

 

o

o

«o

o

o

co

CM

o

CM

o

co cd

LO

LO

o

o

 

co co

oo oo

CM

co

     

03

r*.

oo

03

CM

03

co

CN

LO

 

o

o

00

cd

'St

CN

 

't

co

CM

co

CM

'sl-

CN

co

CN

o

03

co

N

«o

 

o

o

«o

o

o

co

co

CM

O

CM

co

CM

cd

o

oo

o

'oj

c

co

«

03

Q.

CD

o

c

o:

>

c

CD

TO

c

c

CD

03

c

o

"o.

CD

>

.0

c

2

03

03

c

§

03

1

o

'oj

c

"c/3

0

CU

Q.

CD

o

c

CU

>

c

CD

b

c

c

CD

03

c

-C

o

"o.

>

CD

.03

>

o

C

§

03

1

 

o

LO

LO

cd co

     

't

03

o

c\i

r>

co

03

o

b

O)

CN

 

CN

o

od

03

 

00

o

CM

CM

co

CM

03

o

CN

CN

co

CN

r>

't

r>

LO

co

1

 

o

o

«o

o

o

co

 

c

0

03

c

'+¦>

.c

o

Q.

1

   

o

"o.

>

-C

o

C/3

b

.0

c

§

CU

1

     

C/3

0

O)

03

c

b

'0

0

-Q

o

o

>

0

C/3

0

co

-34

0

o

N

0

T3

c

o

.0

0

0

"cü

0

03

c

b

o

o

.c

¦O

c

0

+¦>

V)

c

 

0

0

0

0

E

03

c

b

o

o

-C

TJ

c

0

0

c

O)

c

0

E

E

0

O)

o

Q.

0

¦G

c

o

0

>

o

 

c

0

+¦>

0

O)

c

0

>

+¦>

c

o

0

0

0

0

E

c

0

0

03

c

0

a

c

o

0

03

0

>

o

   

c

0

>

0

03

+¦>

b

 

03

c

't

0

5

c

0

+¦>

.c

o

0

¦G

CL

o

03

c

£

0

5

1

03

c

£

0

5

1

03

c

£:

0

1

c

0

+¦>

.c

o

0

¦O

CL

o

 

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 94,2 procent van het uitgavenbudget.

Verwerving lucht materieel

De geraamde uitgaven betreffen de uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die in de lucht worden ingezet, zoals de jachtvliegtuigen (F-16 en F-35), helikopters (Apache, Chinook, Cougar en NH-90) en tank- en transportvliegtuigen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudings-budget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.

Verwerving lucht materieel - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

 

Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding

Projectbudget 2020    2021    2022    2023    2024    2025

Vervanging PC-7

100-250    A-brief

Block upgrade NH-90

100-250    A-brief

Vervanging C-130

250-1.000    A-brief

Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden.

Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Vervanging PC-7

Dit betreft de vervanging van de dertien PC-7 opleidingsvliegtuigen in verband met het geplande einde van de levensduur in 2026.

Block upgrade NH-90

Om de NH-90 operationeel relevant en inzetbaar te houden krijgt het helikoptertype een Block upgrade. Het moderniseringsprogramma voorziet de helikopter van nieuwe sensoren, communicatiemiddelen en bewapening. Nederland loopt dit project op samen met de andere NH-90 gebruikers.

Vervanging C-130

Dit betreft de vervanging van de vier C-130 transportvliegtuigen. Einde levensduur stond in verband met een MLU gepland in 2030. Nu de MLU vervalt, wordt de C-130 eerder vervangen.

Verwerving lucht materieel - onderzoeksfase

Net als vorig jaar zijn er geen verwervingsprojecten van luchtmaterieel boven € 100 miljoen die zich in de onderzoeksfase bevinden.

Verwerving lucht materieel - realisatiefase

De volgende lucht materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit project-budget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

 

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

AH-64D zelfbescherming (ASE)

100,9

22,0

-

17,5

13,3

14,6

15,1

18,4

-

AH-64D block II upgrade

119,1

73,5

8,7

18,3

8,3

10,2

-

-

-

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket

126,5

0,9

1,0

29,3

0,3

0,8

1,6

61,4

31,2

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV)

188,4

49,6

43,1

55,7

39,2

0,8

-

-

_

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

250-1.000

Commercieel vertrouwelijk

       

Apache Remanufacture

918,8

18,9

6,6

31,3

136,5

319,4

269,7

136,4

-

Chinook Vervanging en Modernisering

1.019,7

352,5

305,1

207,8

54,1

51,1

49,0

-

-

NH-90

1.216,3

1.075,7

10,4

44,9

43,4

33,5

8,2

0,1

-

Verwerving F-35

6.013,7

2.055,6

844,8

886,5

848,1

511,8

369,1

223,9

273,8

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Het investeringsbudget van de verwerving F-35 is met is de Voorjaarsnota 2019 verhoogd naar aanleiding van de extra aanschaf van negen F-35's.
  • Het project AH-64D zelfbescherming (ASE) is nieuw. Door het toekennen van prijspeilbijstelling is het projectbudget vanaf dit jaar boven

€ 100 miljoen, waardoor het project vanaf nu wordt opgenomen in het DMF

 

Toelichting projecten in realisatiefase

 

Projecten in realisatie

Toelichting

AH-64D zelfbescherming (ASE)    Dit project voorziet de AH-64D (Apache) van nieuwe zelfbeschermingsmiddelen.

AH-64D block II upgrade    De huidige versie van de Nederlandse Apache, de block I-versie, heeft de grenzen van haar operationele capaciteiten bereikt. De enige andere gebruiker van deze versie van de Apache, de Amerikaanse landmacht, is in hoog tempo zijn toestellen aan het moderniseren. Door de block II upgrade houdt Nederland operationele en logistieke aansluiting met de Verenigde Staten.

F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket    Het project betreft de behoefte aan een lucht middellange- tot lange afstandsraket voor de F-35. Voor het jachtvliegtuig is een middellange tot lange afstandsraket een onmisbare capaciteit voor het scheppen en behouden van het luchtoverwicht en zelfverdediging.

Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle Dit betreft de verwerving en introductie van een MALE UAV-systeem,

(MALE UAV)    bestaande uit vier MALE UAV-toestellen met sensoren en grondstations van waaruit de toestellen worden bediend.

Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT))

Doel van dit internationale project onder de vlag van het Europees Defensie Agentschap is de gezamenlijke verwerving van Air-to-Air refueling- en luchttransportcapaciteit (Multi Role Tanker Transport vliegtuigen) (MRTT). Het gaat hierbij om een reductie van de tekortkoming van een belangrijke strategische capaciteit in Europa. Naast het gebruik voor Air-to-Air refueling en luchttransport wordt inzet van de vliegtuigen voorzien voor humanitaire noodhulp en (medische) evacuaties.

Apache Remanufacture

De inzet van de AH-64D (Apache) wordt gaandeweg bemoeilijkt door technische en operationele factoren. De US Army, de belangrijkste gebruiker, biedt een Remanufacture programma aan waarmee de helikopter gemoderniseerd wordt naar de nieuwe E-standaard. Door deel te nemen aan het Remanufacture programma beschikt Defensie vanaf begin 2025 over een operationeel relevante, kosteneffectieve en toekomstbestendige Apachevloot en loopt daarmee gelijk op met de laatste standaard van de US Army, de AH-64E.

Chinook Vervanging en Modernisering    Dit betreft de verwerving van veertien nieuwe CH-47F MYII CAAS Chinook helikopters voor de vervanging van de elf oudere CH-47D toestellen en de uitbreiding van de vloot, alsmede de standaardisatie van de Chinookvloot door de modernisering van de huidige zes CH-47F(NL). De toestellen kunnen naar verwachting tot 2045 worden ingezet als tactische transporthelikoptercapaciteit van Defensie.

 

Projecten in realisatie

Toelichting

NH-90

Dit project betreft het verwerven van twaalf helikopters voor diverse maritieme taken en acht helikopters in een transportconfiguratie, die geschikt zijn gemaakt voor tactische transporttaken vanaf het land en vanaf schepen. Defensie neemt daarom deel aan het helikopterproject NH-90, een internationaal programma met België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Helikopters zijn inmiddels geleverd. Er vinden nog werkzaamheden plaats om de reeks geleverde producten op de afgesproken configuratie te brengen.

Verwerving F-35

Het project Verwerving F-35 heeft tot doel te voorzien in de aanschaf en invoering van de F-35 ter vervanging van het F-16 gevechtsvliegtuig. Defensie wil over 46 F-35 toestellen beschikken die in 2024 volledig operationeel inzetbaar zijn. Het project is er op gericht dat doel, het bereiken van de status Full Operational Capability (FOC), tijdig en binnen het investeringsbudget te halen.

Instandhouding lucht materieel

De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF

De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Luchtmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortiments-gewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.

Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Luchtmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.

Instandhoudingsuitgaven (in miljoenen euro)

 

Wapensysteem

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Jachtvliegtuigen F-16

64,8

88,7

82,2

64,1

48,4

32,8

3,8

0,0

Jachtvliegtuigen F-35

7,3

75,2

115,0

148,1

185,7

237,7

283,7

284,2

Gevechtshelikopters AH-64 Apache

37,0

37,3

39,0

41,1

42,9

44,7

45,0

39,7

Maritieme helikopers NH-90

37,9

39,8

50,1

52,6

51,4

52,8

49,6

44,9

Transporthelikopters CH-47 Chinook

30,2

28,4

28,7

30,1

31,1

33,1

34,6

33,1

Transporthelikopters AS-532 Cougar

21,3

24,1

32,3

25,8

25,3

27,7

27,7

25,8

Transportvliegtuigen C-130

11,1

12,3

15,0

11,8

13,2

11,4

11,9

13,1

Tankvliegtuigen KDC-10

10,8

11,7

10,3

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Multi Role Tanker Transport (MRTT)

0,0

3,8

7,4

16,7

18,1

17,8

18,7

18,8

Over-/onderprogrammering lucht materieel

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.

3.5. Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X. Dit artikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 6 (Investeringen) en 8 (Defensie Ondersteuningscommando) op de Begroting hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

 

Artikel 5 Infrastuctuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

645.976

580.621

577.828

547.688

538.762

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

0

684.927

617.788

611.140

582.084

576.481

waarvan juridisch verplicht

   

22,2%

       
 

Verwerving

Opdrachten

0

0

465.071

607.193

574.489

452.604

419.592

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

133.148

219.954

259.685

183.024

226.718

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

         

Verwerving: realisatie

0

0

331.923

387.239

314.804

269.580

192.874

Instandhouding

Opdrachten

   

396.860

251.639

254.628

253.059

245.978

Instandhouding infrastructuur

0

0

396.860

251.639

254.628

253.059

245.978

Onzekerheidsreservering

   

0

0

0

0

0

Over-/ onderprogrammering

   
  • - 
    177.004
  • - 
    241.044
  • - 
    217.977
  • - 
    123.579
  • - 
    89.089
 

Ontvangsten

0

0

26.629

25.599

27.899

27.899

27.899

Overige ontvangsten infrastructuur

0

0

26.629

25.599

27.899

27.899

27.899

Artikel 5 Infrastuctuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)

 

'sj or

o

CM

544.606

O

o

 

583.773

     

189.053

28.516

 

160.537

 

249.286

249.286

2.033

143.401

 

27.899

27.899

OD OR

o

CM

or

o

CO

*t

LO

o

o

 

r*.

o

r>

co co

LO

     

co

LO

CO

c\i

co

CM

CM

CM

ar

r--

 

co or

LO

o

co

 

co co

CM

or

't

CM

co

0D

CM

ar

'St

CM

co co

c\i

^t

LO

*t

or or

LO

 

or

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

CM

or

o

CM

OT

LO

00

LTI

*t

LO

o

o

 

CM

o

'j- co

LO

     

O

r>

or co

ar ar

0D

CM

 

ar

'St

O

co

 

co or

't

CM

co ar

'St

CM

0

CM

0

LO

't

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

or

o

CM

LO

CM

CO

LO

o

o

 

LO

co

o

6

co

LO

     

co

o

LO

6

or

r--

o

o

d

or

 

co ar

'St

o

co

 

*t

or

LO

LO

't

CM

'St

ar

LO

LO

'St

CM

0

co co

or cd

't

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

o

or

o

CM

CO

O'

er

*t

LO

o

o

 

co co

co or

r*.

LO

     

co

CM

CO

or

o

or

'sj or

 

or ar

or

o

co

 

r>

or co

b

^t

CM

r--

ar

0D

b

'St

CM

0

co co

co

c\i

't

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

or

CM

o

CM

or co

co

r>

o

o

 

or co

LO

N

o

LO

     

o

co co

LO

or

'St

co

LO

CN

or

 

co ar

o

or co

 

co or

r- cd

^t

CM

0D

ar

r--

od

¦st

CM

0

or cd

co

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

00

CM

O

CM

co

LO

s

't

o

o

 

o

CM

co cd

o

LO

     

or

r*.

o

LO

or

r--

LO

or or

 

oa

o

LO

5

 

or

CM

LO

or

't

CM

ar

CM

LO

ar

'St

CM

0

CM

r>

cd co

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

CM

o

CM

'j- or

co or

co

o

o

 

co or

cd

o

LO

     

CM

LO

CM

cd co

ar

o

o

od

 

or

'St

CM

od co

 

't

CM

co

b

^t

CM

'St

CM

co

b

'St

CM

0

LO

CO

O

co

r>

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

co

CM

O

CM

co co

«o

LO

co

't

o

o

 

CM

r>

co

LO

CM

LO

     

r>

co

CM

cd

LO

co

LO

0D

LO

cd

r--

 

CM

0D

co ar

r--

 

co

r>

cd

't

CM

or

r--

or

'St

CM

0

co

CM

or

s

1

 

O)

O)

co

N

CM

ar ar

0D

r<

CN

 

c

0

or

c

+¦>

.c

o

O.

1

"or

c

co

(0

03

Q.

CD

O

c

co

>

c

CD

TT

c

c

CD

O)

c

i:

o

O.

CD

>

CD

C

co co

O)

c

§

co

1

"or

c

’co co

co

Q.

CD

O

c

co

>

c

CD

TT

c

c

CD

OT

c

-C

o

"o.

ar

>

CD

OT

ar

>

o

c

§

co

1

   

i:

o

¦Q.

ar

>

-C

o

co

b

p

c

§

co

1

     

0

C/5

0

or

c

b

'ar ar

.Q

o

o

>

0

0

0

0

Js4

0

O

N

0

TT

C

O

#0

0

C/5

"0

0

or

c

b

0

O

.c

TT

C

0

+¦>

0

c

 

0

0

0

0

or

0

c

ar

c

b

a

O

-C

TT

C

0

0

C

or

c

0

£

0

0

0

0

TT

‘0

.C

1

0

N

c

0

or

c

0

£

£

0

or

0

Q.

0

TT

c

0

0

>

0

 

c

0

+¦>

0

or

c

0

>

+¦>

c

0

a

a

0

a

0

0

c

c

0

0

ar

c

0

c

0

0

ar

0

>

O

   

c

0

>

0

or

+¦>

b

 

or

c

E

0

5

c

0

+¦>

.c

o

0

¦G

CL

O

O)

c

£

0

5

1

O)

c

£

0

5

1

or

c

£

0

£

1

c

0

+¦>

.C

O

0

¦G

CL

O

 

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2021 gaat het op 1 januari 2021 naar verwachting om 22,2 procent van het uitgavenbudget. Dit percentage is exclusief de jaarover-eenkomst tussen het RVB en Defensie.

Verwerving infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van infrastructuur en vastgoed. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget.

Met de Kamerbrief over het Strategisch Vastgoedplan ((SVP), Kamerstuk 33763, nr. 151) is de Kamer geïnformeerd over de ambitie van Defensie om de vastgoedportefeuille op lange termijn weer gezond te krijgen. Voor de voorbereiding en uitwerking van het SVP is een eerste bedrag van € 700 miljoen gereserveerd voor de komende tien jaar. Binnen dit beschikbare budget kan nu, naast het bestaande bouw- en onderhoudspro-gramma, slechts één revitaliseringsprogramma ontwikkeld worden.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.

Projecten in voorbereidingsfase (in miljoenen euro)

Projecten in voorbereiding    Projectbudget 2020    2021    2022    2023    2024    2025

Revitalisering Bernhardkazerne    250-1.000 A-brief

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het project revitalisering Bernhardkazerne is toegevoegd.
 

Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Revitalisering Bernhardkazerne

Dit is het eerste project in het revitaliseringsplan voor het Defensievastgoed. De Bernhardkazerne vormt een pilot waarbij wordt gekozen voor een integrale aanpak vanuit een objectbenadering in plaats van de huidige gebouwbenadering, om zo een object in samenhang weer op technische kwaliteit te brengen.

Verwerving infrastructuur en vastgoed - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

 

Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek

Projectbudget 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD

Marinierskazerne Kamp Nieuw Milligen (KNM)

250-1.000

250-1.000

         

De volgende wijzigingen zijn ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden:

  • Omdat de verhuizing van de Marinierskazerne naar Zeeland niet doorgaat, zal Defensie een bijdrage leveren aan het compensatiepakket Zeeland. Zie hiervoor begrotingshoofdstuk X (2.2 belangrijkste beleidsmatige mutaties);
  • Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne Zeeland (MARKAZ) is gewijzigd in Marinierskazerne Kamp Nieuw Milligen (KNM).
 

Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD

Dit project voorziet in gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Met de kamerbrief van 1 juli 2019 (Kamerstuk 30 977, nr. 155) is het voornemen van gezamenlijke huisvesting herbevestigd en is de Kamer geïnformeerd over de verschillende ontwikkelingen, waaronder de groei van de diensten, die resulteren in een aangepaste raming van de jaarlijkse gebruiksvergoeding. Naar verwachting wordt de gezamenlijke huisvesting voor de AIVD en de MIVD opgeleverd in 2028 en in gebruik genomen in 2029.

Marinierskazerne Kamp Nieuw Milligen (KNM)

Vanwege de ongeschiktheid van de Van Braam Houckgeestkazerne als toekomstige fit-for-purposekazerne voor het Korps Mariniers is het noodzakelijk dat alle eenheden op de Van Braam Houckgeest-kazerne elders worden gehuisvest. Op 14 februari 2020 heeft het kabinet het voorgenomen besluit genomen om de marinierskazerne op Kamp Nieuw Milligen (KNM) in Apeldoorn te realiseren (Kamerbrief 33 358 nr. 15 Voorgenomen besluiten inzake verhuizing Korps Mariniers en compensatie Zeeland). Dit is op 14 juli 2020 omgezet in een definitief besluit waarover de Kamer is geïnformeerd met de Kamerbrief «definitief besluit verhuizing Korps Mariniers».

Verwerving infrastructuur en vastgoed - realisatiefase

De volgende infrastructuur en vastgoed projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.

Projecten in realisatiefase (in miljoenen euro)

 

Projecten in realisatie

Projectbudget

t/m 2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026 e.v.

DBFMO Nationaal Militair museum

111,7

20,4

5,4

5,4

5,3

5,1

5,3

5,9

58,9

Legering Defensiebreed (fase 1)

127,1

-

30,4

49,0

39,2

8,4

-

-

-

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

140,8

102,7

30,1

8,0

-

-

-

-

-

Nieuwbouw Technology Center Land (TCL)

100-250

Commercieel vertrouwelijk

       

Aanpassingen vastgoed a.g.v. wijziging regelgeving

303,7

44,3

34,3

42,4

56,3

37,8

32,1

35,5

21,0

DBFMO Kromhoutkazerne

639,7

136,5

33,1

33,5

31,8

28,2

29,1

31,9

315,6

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:

  • Het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) is nieuw toegevoegd aan de realisatiefase;
  • Hetzelfde geldt voor het project Legering Defensiebreed.

Toelichting projecten in realisatiefase

 

Projecten in realisatie

Toelichting

DBFMO Nationaal Militair museum

De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Dit is dus geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie gezamenlijk aanbesteed. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van het gebouw, is het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels is het gebouw in gebruik genomen.

Legering Defensiebreed (fase 1)

Het programma Legering Defensiebreed is gestart naar aanleiding van de bevindingen van de vastgoedinventarisatie in 2019. Dit project betreft het eerste deel van het programma, fase 1, waarvan de uitvoering is gepland van 2020 tot en met 2023. Binnen fase 1 worden van 51 gebouwen het interieur en stoffering vervangen en wordt groot onderhoud gepleegd aan de binnenzijde van zeventien gebouwen. Daarnaast worden negen legeringsgebouwen geheel vervangen.

Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid

Dit project betreft het op veiligheidsniveau aanpassen van de legeringsgebouwenin Nederland, Duitsland en het Caribisch gebied en is in uitvoering. Waar nodig worden interim-maatregelen getroffen voor de legering. De Kamer is hierover op 25 april 2019 en 22 mei 2020 geïnformeerd met de brieven Stand van zaken vastgoed Defensie (Kamerstukken 2018-2019, 34919, nr. 35 en 2019-2020, 34919, nr. 55) en de afwijkingsrapportage Defensie Projectenoverzicht op 20 mei 2020 (Kamerstuk 2019-2020, 27830, nr. 306). In 2020 is het merendeel van de legeringsgebouwen aangepast.

Nieuwbouw Technology Center Land (TCL)

De huidige zeer gedateerde en niet meer passende huisvesting van MatlogCo, Afdeling Techniek wordt vervangen door nieuwe en toekomstbestendige huisvesting in het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL). Hoewel initieel renovatie van de bestaande gebouwen was beoogd, bleek dat dit de kosten van nieuwbouw evenaarde. Het projectbudget is inmiddels op de juiste hoogte gebracht. Het TCL wordt het centrum voor technologische activiteiten in het grondgebonden domein. Defensie krijgt met de bouw van het TCL een moderne faciliteit voor technisch hoogwaardige, betrouwbare en innovatieve instandhouding, modificaties en beproevingen van grondgebonden systemen en voor conceptdevelopment& experimentation

(CD&E).

Aanpassingen vastgoed a.g.v. wijziging regelgeving    Dit project betreft het aanpassen van bestaande infrastructuur aan nieuwe en aangescherpte wet- en regelgeving en bestaat uit zeven deelprojecten: o.a.

 

DBFMO Kromhoutkazerne

vervanging installaties HCFK's, op norm brengen van drinkwaterinstallaties, verwijderen van asbest, vervangen brandmeldinstallaties, onderhouden monumenten, middelgrote stookinstallaties en brandveilig maken van overige gebouwen niet zijnde legering.

De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Dit is dus geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie gezamenlijk aanbesteed. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van deze gebouwen, is het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels zijn de gebouwen in gebruik genomen.

 

Instandhouding infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld over totaal 464 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 350 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag. Zoals aangegeven in de leeswijzer onder de opzet DMF wordt naar aanleiding van de toezegging van de minister (Kamerstuk 35 280, nr. 7) uitgezocht of het mogelijk is een

instandhoudingsbijlage te maken. Het voornemen is vanaf volgend jaar (DMF 2022) de instandhoudingsbijlage vastgoed op te nemen in de begroting van het DMF

Over-/onderprogrammering infrastructuur en vastgoed

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.

Figuur 7 Infrastuctuur en vastgoed

700 -

600 -

500 -

400 -

300 -

200 -

100

2020    2021    2022    2023    2024    2025    2026    2027    2028    2029    2030    2031    2032    2033    2034    2035

  • - 
    BEHOEFTE - BUDGET

Ontvangsten

De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.

Onzekerheidsreservering

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico's afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico's bij internationale samenwerking. Deze risico's kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico's.

3.6. Artikel 6: IT

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle IT van Defensie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X. Het artikel IT is nauw gerelateerd aan de beleidsartikelen 6 (Investeringen) en 7 (Defensie Materieel Organisatie) op de begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

 

Artikel 6 IT (bedragen x € 1.000)

 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

0

0

599.169

608.852

669.010

497.768

504.058

waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

0

0

0

0

0

0

0

 

Uitgaven

0

0

599.169

711.352

669.010

497.768

504.058

waarvan juridisch verplicht

   

35,3%

       
 

Verwerving

Opdrachten

0

0

529.838

545.470

440.048

446.447

291.645

Verwerving: voorbereidingsfase

0

0

249.983

312.043

311.404

359.991

208.658

Verwerving: onderzoeksfase

0

0

         

Verwerving: realisatie

0

0

279.855

233.427

128.644

86.456

82.987

Instandhouding

Opdrachten

   

243.373

239.001

228.234

227.892

228.623

Instandhouding infrastructuur

0

0

243.373

239.001

228.234

227.892

228.623

Onzekerheidsreservering

   

0

0

0

0

0

Over-/ onderprogrammering

   
  • - 
    174.042
  • - 
    73.119

728

  • - 
    176.571
  • - 
    16.210
 

Ontvangsten

0

0

6.669

6.669

6.669

6.669

6.669

Overige ontvangsten infrastructuur

0

0

6.669

6.669

6.669

6.669

6.669

Artikel 6 IT (bedragen x € 1.000)

 

'sj or

o

CM

762.490

O

o

 

762.490

     

451.928

380.979

 

70.949

 

231.015

231.015

O

79.547

 

6999

699'9

or or

o

CM

o

or

'j-

N

or

«o

o

o

 

o

or

'j-

N

or co

     

co or

00

cd

o

00

or

LD

r<

or

CM

 

5

0D

d

 

co

LD

CM

cd

CM

CM

0D

LD

CM

0D

CM

CM

O

CO

LD

c\i

00

0

00

od

r>

 

ar

<0

<0

<d

ar

CD

CD

CD

CM

or

o

CM

o

or

r>

o

o

 

o

or

r>

     

co

LD

cd

r>

CM

'St

C\i

ar

 

or

o

0D

 

CO

O

CM

CO

CM

CM

0D

O

CM

0D

CM

CM

0

CM

00

OT

«0

 

ar

<0

<0

<d

ar

CD

CD

CD

or

o

CM

o

00

6

LD

't

o

o

 

o

co

6

LD

'j-

     

LD

co

LD

N

'j-

or or

ar or

 

CM

or

CD

or

 

CM

r>

«0

cd

CM

CM

CM

CD

0D

CM

CM

0

co

*j- or

cd

r>

 

ar

<0

«0

<d

ar

CD

CD

CD

o

or

o

CM

CM

CO

00

LD

CO

o

o

 

CM

co

00

LD

co

     

or

'j

r>

LD

00

CM

co ar

LD

 

o

CD

 

OT

CO

CO

cd

CM

CM

ar

0D

OT

0D

CM

CM

0

CM

r>

 

ar

<0

«0

<d

ar

CD

CD

CD

or

CM

o

CM

OT

r*.

o

or co

o

o

 

or

r*.

o

or co

     

LD

00

CO

or

OD

od

0D

 

0D

o

LD

LD

 

OT

OT

O

co

CM

CM

ar ar

0

0D

CM

CM

0

LD

co

«0

<d

ar

 

ar

<0

<0

<d

ar

CD

CD

CD

00

CM

O

CM

r>

'j-

00

c\i

CM

o

o

 

r>

'j- co

c\i

CM

     

OT

O

ó

co

o

'St

O

ar ar

 

or ar

o

0D

 

LD

OT

't

CO

CM

CM

LD

ar

-sj or

CM

CM

0

co co

co cd

 

ar

<0

<0

<d

ar

CD

CD

CD

CM

o

CM

or co

LD

N

LD

't

o

o

 

or co

LD

N

LD

't

     

co co

00

CM

LD

CM

CD

CD

'sj;

 

O

O

ar

o

0D

 

CM

00

00

CM

CM

CM

0D

0D

CM

CM

0

ar

LD

ar

c\i

CM

1

 

ar

<0

<0

<d

ar

CD

CD

CD

co

CM

O

CM

CO

r>

or

'j-

o

o

 

CO

r>

or

'j-

     

CO

'j-

*j-

CM

or

0D

CD

CD

CD

O

0D

LD

ar

r<

 

r>

LD

CM

od

CM

CM

LD

CM

0D

CM

CM

0

co co

00

od

 

ar

<0

«0

<d

ar

CD

CD

CD

 

c

0

ÖT

c

+¦>

.c

o

O.

1

"ar

c

co

(0

03

Q.

CD

O

c

co

>

c

CD

TT c

c

CD

O)

c

i:

o

O.

CD

>

0

c

co co

O)

c

§

co

1

"ar

c

"co co

co

Q.

CD

o

c

co

>

c

CD

TT

c

c

CD

ar

c

-C

o

"o.

ar

>

CD

ar ar

>

o

c

§

co

1

   

i:

o

¦Q.

ar

>

-C

o

co

b

p

c

§

co

1

     

0

co

0

or

c

b

'ar ar

.Q

o

o

>

0

0

0

CO

Jsi

0

O

N

0

TT

C

O

#0

0

0

"0

0

ör

c

b

o

0

.c

TT

C

0

+¦>

0

c

 

3

3

O

3

00

0

c

ar

c

b

3

0

-C

TT

C

0

0

C

ör

c

0

£

0

0

0

0

TT

'0

.C

1

0

N

c

0

ör

c

0

£

£

0

ör

0

Q.

0

TT

c

0

0

>

0

 

c

0

+¦>

0

ÖT

C

0

>

+¦>

c

0

3

3

O

3

0

0

C

c

0

0

ar

c

0

c

0

0

ar

0

>

O

   

c

0

>

0

ÖT

+¦>

b

 

ÖT

c

E

0

5

c

0

+¦>

.c

o

0

¦G

CL

O

ör

c

£

0

5

1

ör

c

£

0

5

1

ör

c

£

0

£

1

c

0

+¦>

.c

0

0

¦G

CL

O

 

Toelichting op de instrumenten

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2020 gaat het naar verwachting om 35,3 procent van het uitgavenbudget.

Verwerving IT

De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in IT. Onderstaande tabellen tonen de IT-projecten voor de komende vijftien jaar die groter zijn dan € 100 miljoen, onderverdeeld naar voorbereidingsfase, onderzoeksfase en realisatiefase. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het project-volume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget. Aangezien Defensie een nog meer informatiegestuurde organisatie wil worden zal een groter deel van het investeringsbudget binnen de Defensiebegroting, nu en in de toekomst, bestemd worden voor IT uitgaven. Momenteel wordt gewerkt aan een analyse van de concrete investeringsbehoefte voor IT.

Verwerving IT - voorbereidingsfase

In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de IT projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.

 

Projecten in voorbereidingsfase (in

miljoenen euro)

         

Projecten in voorbereiding

Projectbudget 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Joint EOV: Electronic attack

100-250

A

       

SAP4HANA

100-250

         

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Het project Joint EOV: Electronic attack is toegevoegd aan de voorbereidingsfase.
 

Toelichting projecten in voorbereidingsfase

Projecten in voorbereiding

Toelichting

Joint EOV: Electronic attack

Het project Joint EOV: Electronic attack voorziet in capaciteit om cyber- en elektromagnetische activiteiten te beïnvloeden.

SAP4HANA

Dit project betreft het invoeren van een nieuw Enterprise Resource System, ter vervanging van het huidige verouderende SAP, bedoeld om de defensiebrede bedrijfsvoering, materiele gereedheid en besturing doelmatig te ondersteunen op het gebied van materieellogistiek en financiën. Als zodanig is het essentieel voor het ondersteunen van operationele activiteiten.

Verwerving IT - onderzoeksfase

In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing -de planning van Kamerbrieven weergegeven van de IT projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.

Projecten in onderzoeksfase (in miljoenen euro)

Projecten in onderzoek    Bandbreedte 2020    2021    2022    2023    2024    2025

GrIT    250-1.000

Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:

  • Hoewel de bandbreedte van het investeringsbudget van het programma GrIT gelijk is gebleven (250-1.000), is het totale programmabudget GrIT verhoogd. De ophoging kent meerdere oorzaken, waaronder de kosten voor de migratie van applicaties, de kosten voor de programma-organisatie en inhuur die daar mee gemoeid is. Ook de afbouw van de huidige IT zal extra kosten met zich meebrengen, verder zijn er stijgingen in de ramingen als gevolg van de aanpassing van het prijspeil. De Kamer is hier in september aanvullend over geïnformeerd in twee brieven: 1. Kamerbrief «inventarisatie exploitatie en investeringen van de IT en voortgang programma's Foxtrot en TEN» en 2. de «commercieel vertrouwelijke brief uitwerking hoofdscenario's programma Grensverleggende IT». Het ophogen van het programmabudget GrIT heeft consequenties voor de projecten LCF en Fennek. In dit geval betekent dit dat er voor deze projecten met een andere fasering gewerkt wordt. Hiermee stelt Defensie het tempo van de instroom van de vervanging bij. Binnen de begroting is nu rekening gehouden met de verwachte hogere instand-houdingskosten van de huidige systemen als gevolg van deze aanpassing.
 

Tabel 1 Toelichting projecten in onderzoeksfase

Projecten in onderzoek

Toelichting

GrIT

De IT-infrastructuur binnen Defensie dient te worden vervangen, om voor de langere termijn de continuïteit te waarborgen. Het belang en invloed van IT op zowel de operationele inzet als de bedrijfsvoering is groot. Vernieuwing van de IT-infrastructuur is nodig om invulling te kunnen geven aan de ambities van Defensie zoals verwoord in de Defensienota 2018. Met GrIT legt Defensie hiervoor de basis. De doelstelling van GrIT is het samen met de markt realiseren van het fundament voor de nieuwe IT van Defensie en het migreren van de bijbehorende huidige applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT. Het programma GrIT heeft daarmee de opdracht om in samenwerking met de markt een technisch en organisatorisch IT-platform voor de IT vernieuwing van Defensie te realiseren.

Verwerving IT - realisatiefase

Er zijn momenteel geen IT-projecten groter dan € 100 miljoen die zich in de realisatiefase bevinden. In deze fase is de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties gegeven.

Instandhouding IT

De geraamde uitgaven dienen voor instandhouding van de IT van Defensie.

Over-/en onderprogrammering IT

In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2028 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.

Ontvangsten

Dit zijn de ontvangsten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan IT, bijvoorbeeld als het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) van Defensie diensten levert aan derden.

Onzekerheidsreservering

Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico's afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico's bij internationale samenwerking. Deze risico's kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico's.

3.7. Artikel 7: Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die vanuit de reguliere Defensiebegroting (Hoofdstuk X) overgeheveld worden naar het DMF De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn daarom terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X; artikel 13: Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Bijdragen andere begrotingen rijk (bedragen x € 1.000)

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Ontvangsten

0

0

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

Subtotaal

   

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1)

 

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1)

 

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

4.511.343

4.854.498

4.643.817

4.697.356

4.286.367

 

'st

CO

o

CM

O

co od

00

o

'St

o

co od

ra

o

'«t

o

o

co od

ra

o

"St

O

o

co od

ra

o

"St

 

CO

co

o

CM

LO

CO

00

od

00

o

'St

LO

CO

ra od

ra

o

'St

o

LO

CO

00

od ra

o

"St

o

LO

CO

00

od ra

o

"St

 

CM

CO

O

CM

CM

00

o

'sf

CM

ra

o

"St

o

CM

ra

o

"St

o

CM

ra

o

"St

 

CO

O

CM

co

r<

'st

co

r<

"St

o

co

r<

"St

o

co

r<

"St

 

O

co

o

CM

O)

O

O

d

CM

'st

ra

o

o

o

CM

"St

o

ra

o

o

o

CM

"St

o

ra

o

o

o

CM

"St

O

o

o

CJP

07

CM

O

CM

co

'St

O)

00

CM

'St

co

'St

ra id

ra

CM

"St

 

co

'St

ra

d

ra

CM

"St

 

co

'St

ra

d

ra

CM

"St

X

     

Bijdragen andere begrotingen rijk (bedragen

00

CM

O

CM

O

LO

LO

'St

'St

'St

O

LO

LO

"St

'St

"St

o

O

LO

LO

"St

'St

"St

o

O

LO

LO

"St

'St

"St

CM

o

CM

O)

O)

CM

CM

'St

r--

ra ra

CM

CM

"St

o

r--

ra ra

CM

CM

"St

o

r^

ra ra

CM

CM

"St

co

CM

O

C\i

ra

LO

CM

"st-

ra

d

CM

'st

 

ra

d

CM

'st

 

ra

d

CM

'st

~Ö3

             

'•*—>1

co

"O

0

CD

_Q

C

CO

>

c

0

O

>

     

03

.03

05

O

>

o

£

o

E

o

o

35

o:

C/5

T3

C

'o

05

05

"O

O

O

.>

Ó

z

 

03

03

CO

05

c

O

05

05

-Q

O

£

o

E

o

30

O

T3

03

C/5

T3

C

‘CD

05

"O

O

O

.>

cc

z

 

0

05

0

         
           

’cö

-i—1 +-< 0 03 "O O CO

~0

_Q

£

 

c

£

07

05

C

O

c

O

"Ö3

03

O

£

O

d

"Ö3

03

"cö

03

£

  • 4. 
    BIJLAGEN

Bijlage 1: Conversietabel

Onderstaande tabellen laten per artikel zien uit welke budgetten van de reguliere Defensiebegroting het artikel is opgebouwd. Een * betekent dat niet het volledige budget van het artikel uit de reguliere begroting is overgeheveld naar het DMF Dit doet zich voor bij de verplichtingen: de verplichtingenbudgetten op de reguliere begroting worden ten dele overgeheveld naar het begrotingsfonds; alleen waar het de verplichtingen betreft die gerelateerd zijn aan investeringen en instandhouding. Daardoor wordt een deel van de verplichtingen van de artikelen 2 (Marine), 3 (Landmacht), 4 (Luchtmacht), 7 (DMO) en 8 (DOSCO) overgeheveld. Alle verplichtingen uit artikel 6 (Investeringen) worden overgeheveld naar het begrotingsfonds en uitgesplist naar de betreffende artikelen binnen het DMF. Daarnaast geldt voor artikel 2 (Marine) dat de uitgaven aan het onderhoud van de Groene Draeck niet binnen de reikwijdte van het DMF vallen, omdat dit geen Defensiematerieel betreft. Dit zijn echter wel instandhoudingsuitgaven die door de Marine worden gedaan, waardoor in de reguliere Defensiebegroting op artikel 2 nog (beperkte) instandhoudingsuitgaven zichtbaar zullen zijn.

 

Bijlage conversie

Van begroting X Defensie

Naar begroting DMF (K)

detail

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

   

8.448.390

4.085.843

4.926.960

4.577.432

4.383.734

 

Uitgaven

   

4.610.299

4.934.062

5.059.472

5.105.654

4.491.350

 

Art 2 Kon. Marine

Art 2 Maritiemmaterieel

instandhouding materieel

148.995

142.712

142.676

142.696

143.360

Art 2 Kon. Marine / Kustwachten

Art 1 Defensiebreedmaterieel

instandhouding materieel

25.384

11.053

4.664

4.664

4.664

Art 2 Kon. Marine

Art 5 Infrastructuur en vastgoed

Instandhouding infrastructuur

2.449

2.459

2.468

2.131

2.131

Art 2 Kon. Marine

Art 6 IT

Instandhouding IT

1.464

1.464

1.464

1.464

1.466

Art 2 Kon. Marine

 

Totaal

178.292

157.688

151.272

150.955

151.621

Art 3 Kon. Landmacht

Art 3 Landmaterieel

instandhouding materieel

241.834

246.206

237.724

245.073

242.126

Art 3 Kon. Landmacht

Art 5 Infrastructuur en vastgoed

Instandhouding infrastructuur

1.585

1.688

1.681

1.681

1.681

Art 3 Kon. Landmacht

 

Totaal

243.419

247.894

239.405

246.754

243.807

Art 4 Kon. Luchtmacht

Art 4 Luchtmaterieel

instandhouding materieel

243.102

229.773

237.657

242.585

256.581

Art 4 Kon. Luchtmacht

Art 5 Infrastructuur en vastgoed

Instandhouding infrastructuur

361

361

361

361

361

Art 4 Kon. Luchtmacht

Art 6 IT

Instandhouding IT

7458

7.477

6.867

6.662

6.662

Art 4 Kon. Luchtmacht

 

Totaal

250.921

237.611

244.885

249.608

263.604

Art 7 DMO

Art 1 Defensiebreedmaterieel

instandhouding materieel

299.558

276.688

289.342

283.770

275.409

Art 7 DMO

Art 5 Infrastructuur en vastgoed

Instandhouding infrastructuur

117

       

Art 7 DMO

Art 6 IT

Instandhouding IT

234.451

230.060

219.903

219.766

220.495

Art 7 DMO

 

Totaal

534.126

506.748

509.245

503.536

495.904

Art 8 DOSCO

Art 5 Infrastuctuur en vastgoed

Instandhouding infrastructuur

392.348

247.131

250.118

248.886

241.805

Art 6 Investeringen

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Verwerving:

voorbereidingsfase

81.408

84.147

63.091

78.162

104.070

Art 6 Investeringen

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Verwerving:

onderzoeksfase

830

1.269

60.599

145.177

114.595

Art 6 Investeringen

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Verwerving:

realisatie

794.548

617.343

531.875

446.432

238.346

Art 6 Investeringen

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Onzekerheidsreservering 16.192

13.798

11.005

2.122

2.236

Van begroting X Defensie

Naar begroting DMF (K)

detail

2021

2022

2023

2024

2025

Art 6 Investeringen

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Over-/

onderprogrammering

580.792

  • 251.943
  • 215.029
  • 142.797
  • 138.573
 

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Totaal

312.186

464.614

451.541

529.096

320.674

Art 6 Investeringen

Art 2 Maritiemmaterieel

Verwerving:

voorbereidingsfase

64.510

87.109

83.911

192.368

207.755

Art 6 Investeringen

Art 2 Maritiemmaterieel

Verwerving:

onderzoeksfase

224.134

388.847

532.035

703.631

677.964

Art 6 Investeringen

Art 2 Maritiemmaterieel

Verwerving:

realisatie

451.782

534.370

417.484

402.586

449.750

Art 6 Investeringen

Art 2 Maritiemmaterieel

Over-/

onderprogrammering -

258.197

  • 289.719
  • 316.105
  • 314.971
  • 354.325
 

Art 2 Maritiemmaterieel

Totaal

482.229

720.607

717.325

983.614

981.144

Art 6 Investeringen

Art 3 Landmaterieel

Verwerving:

voorbereidingsfase

14.887

40.153

260.980

349.128

228.361

Art 6 Investeringen

Art 3 Landmaterieel

Verwerving:

onderzoeksfase

5.358

19.513

21.371

16.553

26.981

Art 6 Investeringen

Art 3 Landmaterieel

Verwerving:

realisatie

509.158

510.838

430.760

361.892

384.138

Art 6 Investeringen

Art 3 Landmaterieel

Over-/

onderprogrammering -

165.684

  • 173.587
  • 218.869
  • 197.897
  • 168.057
 

Art 3 Landmaterieel

Totaal

363.719

396.917

494.242

529.676

471.423

Art 6 Investeringen

Art 4 Luchtmaterieel

Verwerving:

voorbereidingsfase

11.386

71.826

303.910

288.519

317.794

Art 6 Investeringen

Art 4 Luchtmaterieel

Verwerving:

onderzoeksfase

0

0

0

0

0

Art 6 Investeringen

Art 4 Luchtmaterieel

Verwerving:

realisatie    1.703.619

1.446.675

1.337.955

1.049.506

607.412

Art 6 Investeringen

Art 4 Luchtmaterieel

Over-/

onderprogrammering -

  • 537875
  • 434.229
  • 469.794
  • 305.477
  • 241.856
 

Art 4 Luchtmaterieel

Totaal    1.177130

1.084.272

1.172.071

1.032.548

683.350

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Verwerving:

voorbereidingsfase

133.148

219.954

259.685

183.024

226.718

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Verwerving:

onderzoeksfase

0

0

0

0

0

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Verwerving:

realisatie

331.923

387.239

314.804

269.580

192.874

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Over-/

onderprogrammering -

¦ 177.004

  • 241.044
  • 217.977
  • 123.579
  • 89.089
 

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Totaal

288.067

366.149

356.512

329.025

330.503

Art 6 Investeringen

Art 6 IT

Verwerving:

voorbereidingsfase

249.983

312.043

311.404

359.991

208.658

Art 6 Investeringen

Art 6 IT

Verwerving:

onderzoeksfase

0

0

0

0

0

Art 6 Investeringen

Art 6 IT

Verwerving:

realisatie

279.855

233.427

128.644

86.456

82.987

Art 6 Investeringen

Art 6 IT

Onzekerheidsreservering

0

0

0

0

0

Art 6 Investeringen

Art 6 IT

Over-/

onderprogrammering -

174.042

  • 73.119

728

  • 176.571
  • 16.210
 

Art 6 IT

Totaal

355.796

472.351

440.776

269.876

275.435

   

Bijdrage grote

         

Art 6 Bekostiging

Art 1 Defensiebreedmaterieel

onderzoeksfaciliteiten

3.019

3.020

3.020

3.020

3.020

Art 6 Bekostiging

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Technologieontwikkeling

22.546

22.559

22.559

22.559

22.559

Art 6 Bekostiging

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Kennisgebruik

3.113

3.113

3.113

3.113

3.113

   

Kort Cyclische

         

Art 6 Bekostiging

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Innovatie

3.388

3.388

3.388

3.388

3.388

 

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Totaal

32.066

32.080

32.080

32.080

32.080

 

Ontvangsten

   

98.956

92.126

129.826

129.826

129.826

Art 2 Kon. Marine

Art 2 Maritiemmaterieel

Overige ontvangsten

9.600

9.600

9.600

9.600

9.600

At 7 DMO

Art 6 IT

Overige ontvangsten

6.669

6.669

6.669

6.669

6.669

Van begroting X Defensie

Naar begroting DMF (K)

detail

2021

2022

2023

2024

2025

Art 8 DOSCO

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Overige ontvangsten

17877

17.877

17.877

17.877

17.877

Art 6 Investeringen

Art 1 Defensiebreedmaterieel

Overige ontvangsten

56.058

50.258

85.658

85.658

85.658

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Overige ontvangsten

7.200

6.170

8.470

8.470

8.470

Art 6 Investeringen

Art 5 infrastructuur en vastgoed

Overige ontvangsten

1.552

1.552

1.552

1.552

1.552

Bijlage 2: Lijst met afkortingen

 

Afkortingen

 

ATV

All Terrain Vehicle

AAR

Air-to-Air refueling

AGBADS

Army Ground Based Air Defence System

BBP

Bruto binnenlands product

BIT

Bureau ICT-toetsing

CODEMO

Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling

C-RAM

Counter-Rockets, Artillery and Mortars

C-UAS

Counter Unmanned Aircraft Systems

DBBS

Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem

DBFMO

Design, Build, Finance, Maintain and Operate

DIS

Defensie Industrie Strategie

DMO

Defensie Materieel Organisatie

DMP

Defensie Materieelproces

DOKS

Defensie Operationeel Kledingsysteem

DPO

Defensie Projectenoverzicht

DVOW

Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen

ESSM

Evolved Sea Sparrow Missile

FOC

Full Operational Capability

FRONT

Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking

GPW

Groot Pantserwielvoertuig

GrIT

Grensverleggende IT

HOV

Hydrografisch Opname Vaartuig

IT

Informatietechnologie (inclusief communicatietechnologie)

JSS

Joint Support Ship

KNM

Kamp Nieuw Milligen

KORV

Kader Overname Rijksvastgoed

KPU

Kleding en Personele Uitrusting

LCF

Luchtverdedigings- en Commandofregatten

LCVP

Landing Craft Vehicle Personnel (landingsvaartuig)

LPD

Landing Platform Dock

MALE UAV

Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle

MARKAZ

Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne

MBMD

Maritime Ballistic Missile Defence

MCTC

Mobile Combat Training Centre

MILSATCOM

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed

MRAT

Medium Range Anti-Tank

MRIT

Multi Role Tanker Transport

NAVO

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

RAM

Rockets, Artillery and Mortars

SM2-IIIA

Standard Missile 2 Block IIIA

SRAT

Short Range Anti-Tank

SSM

Surface-to-surface Missile

SVP

Strategisch Vastgoedplan

TCL

Technology Center Land

UAV

Unmanned Aerial Vehicle

VOSS

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem

VSHORAD

Very Short Range Air Defence

WTB

Wissellaadsystemen, trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 570 K, nr. 2 61


 
 
 

3.

More information

 

4.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.