Klaas Dijkhoff beantwoordt vragen over de coronacrisis

Source: Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) i, published on Wednesday, May 6 2020.

1.

𝗕𝗹𝗶𝗷𝗳 𝘁𝗵𝘂𝗶𝘀! 𝗛𝗼𝘂𝗱 𝘃𝗼𝗹!

Dat was wekenlang zonder twijfel wat we deden.

Elke dag om 14.00 uur werden we pijnlijk herinnerd aan de noodzaak: 180 doden, weer veel mensen meer op de IC, weer een stap dichter bij het moment dat ‘code zwart’ in zou moeten gaan.

Vreselijke weken die gelukkig achter ons liggen.

In al z’n vreselijkheid was die situatie wel glashelder. Nu is er minder duidelijkheid en zijn er meer vragen. Vragen die ik ook veel ontvang. Hieronder een poging om een aantal van die vragen te beantwoorden.

Het zijn mijn antwoorden, ik ben geen viroloog of expert, dus de absolute waarheid claim ik niet in pacht te hebben.

𝗪𝗮𝘁 𝗶𝘀 𝗰𝗼𝗱𝗲 𝘇𝘄𝗮𝗿𝘁?

Dan is er simpelweg niet meer genoeg plek op de IC. Onze artsen moeten dan hartverscheurende, onmenselijke maar noodzakelijke keuzes maken. We moeten dan kiezen wie we op de IC leggen. Dan gaan er mensen dood, ook jongere mensen, die het met een IC plek overleefd hadden. Het sterftecijfer loopt dan hard op. De discussie over code zwart voerden we nog geen 4 weken geleden. Godzijdank is het nu niet zover gekomen. Omdat we thuis bleven. Omdat we buiten 1,5 meter afstand hielden. Omdat we niezen in onze elleboog. Omdat we volhielden.

𝗪𝗼𝗿𝗱𝗲𝗻 𝘄𝗲 𝗻𝘂 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝘀𝘁𝗲𝗲𝗱𝘀 𝗹𝗮𝗸𝘀𝗲𝗿?

Nu zie ik op straat, merk ik aan mijzelf en aan mensen om mij heen: thuisblijven wordt moeilijker en zwaarder. Het voelt inderdaad anders. Ook bij mij. Onze dagelijkse reminders, de cijfers om 14 uur zijn minder heftig. Elke dag horen we nog steeds een cijfer doden dat bij een aanslag breaking news zou zijn. Elke dag horen we gelukkig ook dat er minder mensen op de IC liggen. Het gaat de goede kant op.

𝗞𝗮𝗻 𝗱𝗮𝗻 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝗴𝗲𝘄𝗼𝗼𝗻 𝘄𝗲𝗲𝗿 𝗮𝗹𝗹𝗲𝘀 𝗼𝗽𝗲𝗻?

De cijfers zijn lager. Cijfers die lager zijn, dat voelt als resultaat van ons thuisblijven. En dat is het ook. Deze cijfers zijn het effect van ons gedrag van de afgelopen weken. Want dat is hoe het werkt, het effect van wat wij doen zie je pas een dag of tien tot veertien later. Dat maakt het ook meteen zo lastig. Als we nu iets doen dat het virus meer ruimte geeft, merken we dat pas over twee weken en kunnen we niet meer bijsturen. Niet alles kan dus ‘gewoon’ open. De ruimte die een opening het virus biedt moeten we goed in de gaten houden en dat kost helaas tijd. Dus je kunt een beetje ruimte geven, kijken wat er gebeurt en als het goed gaat weer een beetje ruimte geven en dan weer kijken wat er gebeurt etc. etc.

𝗪𝗮𝗮𝗿 𝗶𝘀 𝗱𝗮𝘁 𝘁𝗵𝘂𝗶𝘀𝗯𝗹𝗶𝗷𝘃𝗲𝗻 𝗻𝘂 𝗽𝗿𝗲𝗰𝗶𝗲𝘀 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗯𝗲𝗱𝗼𝗲𝗹𝗱?

Door met zijn allen zoveel mogelijk thuis te blijven en als we naar buiten gaan 1,5 meter afstand te houden, hebben we ervoor gezorgd dat het virus zich veel minder snel verspreidt.

In het begin van de crisis kon 1 persoon gemiddeld wel 3 andere mensen ziek maken. Na al die weken binnen en op 1,5 meter boodschappen doen maakt 1 persoon nu nog gemiddeld ongeveer een 0,9 persoon ziek. Dat klinkt gek, 0,9 persoon ziek maken. Maar van 3 naar 0,9 gemiddeld, laat wel zien dat we er samen voor gezorgd hebben dat het virus zich minder snel verspreidt er dus minder mensen tegelijk ziek worden.

𝗪𝗮𝗮𝗿𝗼𝗺 𝘇𝗶𝗷𝗻 𝘄𝗲 𝘇𝗼 𝗯𝗲𝘇𝗼𝗿𝗴𝗱 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝗱𝗶𝗲 𝘀𝗻𝗲𝗹𝗹𝗲 𝘃𝗲𝗿𝘀𝗽𝗿𝗲𝗶𝗱𝗶𝗻𝗴?

We weten dat een deel van de mensen dat ziek wordt heel ernstig ziek wordt en naar de IC moet. Als er meer mensen tegelijk ziek worden, wordt die groep dus ook groter. En niet iedereen die aan de beademing moet kan dan terecht op de IC. Het zwarte scenario. Maar ook mensen in de zorg vallen om van de stress. Dat zou funest zijn voor onze zorg. Voor de zorg voor mensen die Corona hebben en voor al die andere zorg die ook gewoon doorgaat. Mensen die kanker hebben, een hartoperatie moeten ondergaan of mensen die na een ernstig ongeluk geopereerd en verzorgd moeten worden in het ziekenhuis.

𝗝𝗲 𝗸𝗮𝗻 𝘁𝗼𝗰𝗵 𝗼𝗼𝗸 𝘇𝗲𝗴𝗴𝗲𝗻, 𝗹𝗮𝗮𝘁 𝗵𝗲𝘁 𝘃𝗶𝗿𝘂𝘀 𝘇𝗶𝗰𝗵 𝗺𝗮𝗮𝗿 𝘃𝗲𝗿𝘀𝗽𝗿𝗲𝗶𝗱𝗲𝗻, 𝗱𝗮𝗻 𝗵𝗲𝗯𝗯𝗲𝗻 𝘄𝗲 𝗵𝗲𝘁 𝘁𝗲𝗻𝗺𝗶𝗻𝘀𝘁𝗲 𝗴𝗲𝗵𝗮𝗱?

Dan nemen we dus het risico dat onze IC’s vol komen te liggen. Dat onze zorg omvalt. En dat heel veel mensen ziek worden. Kwetsbare mensen, die grote kans hebben eraan dood te gaan. Maar ook jonge mensen die ziek worden met blijvende schade aan hun gezondheid als gevolg. Je hoort ook wel eens geluiden dat we kwetsbaren en ouderen meer moeten beschermen, zodat jongeren meer kunnen doen. Maar er worden dus ook jonge mensen ziek, heel ziek. En bij te veel zieken, jong en oud, kan de zorg het gewoon niet aan.

Het is ook niet zo dat we er nu voor kiezen dat er niemand besmet mag raken. Elke week sterven er meer mensen dan in een normale week. Elke dag sterft er een aantal mensen aan Corona dat we in andere omstandigheden schokkend hoog hadden gevonden. We proberen dus het virus onder controle te houden, kwetsbaren te beschermen en niet meer beperkingen op te leggen en schade aan de economie toe te brengen dan nodig is.

𝗠𝗮𝗮𝗿 𝗵𝗼𝗲 𝘇𝗶𝘁 𝗵𝗲𝘁 𝗱𝗮𝗻 𝗺𝗲𝘁 𝗱𝗶𝗲 𝗴𝗿𝗼𝗲𝗽𝘀𝗶𝗺𝗺𝘂𝗻𝗶𝘁𝗲𝗶𝘁 𝘄𝗮𝗮𝗿 𝗥𝘂𝘁𝘁𝗲 𝗵𝗲𝘁 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝗵𝗮𝗱?

Uiteindelijk werkt het met dit soort virussen zo dat als een grote groep mensen immuun is, zij met elkaar als het ware een muur vormen om de mensen die niet immuun zijn. Zo beschermen we elkaar. Je kunt immuun worden voor een ziekte door de ziekte gehad te hebben. Of door er een prik voor gehad te hebben. Een vaccin. Wachten tot we die groepsbescherming hebben door mensen die het gehad hebben, gaat heel lang duren. Bovendien, het is geen onschuldig griepje en we weten bij dit virus nog niet precies hoe het zit met die immuniteit. Ben je bijvoorbeeeld ook immuun als je maar milde klachten hebt gehad? We zullen het dus moeten hebben van een vaccin. Daar wordt op heel veel plekken in de wereld keihard aan gewerkt. Maar zolang er geen vaccin is, zullen we er dus met elkaar voor moeten zorgen dat het virus zich niet opnieuw sneller gaat verspreiden.

𝗠𝗮𝗮𝗿 𝗻𝗮 𝘄𝗲𝗸𝗲𝗻 𝘇𝗲𝗹𝗳𝗯𝗲𝗵𝗲𝗲𝗿𝘀𝗶𝗻𝗴 𝗲𝗻 𝗻𝘂 𝘄𝗲 𝘇𝗶𝗲𝗻 𝗱𝗮𝘁 𝗱𝗲 𝗰𝗶𝗷𝗳𝗲𝗿𝘀 𝗯𝗲𝘁𝗲𝗿 𝘄𝗼𝗿𝗱𝗲𝗻, 𝘃𝗲𝗿𝗱𝗶𝗲𝗻𝗲𝗻 𝘄𝗲 𝘁𝗼𝗰𝗵 𝘄𝗲𝗹 𝗲𝗲𝗻 𝗯𝗲𝗹𝗼𝗻𝗶𝗻𝗴, 𝗲𝗲𝗻 𝗯𝗲𝗲𝘁𝗷𝗲 𝗺𝗲𝗲𝗿 𝗯𝗲𝘄𝗲𝗴𝗶𝗻𝗴𝘀𝗿𝘂𝗶𝗺𝘁𝗲 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗼𝗻𝘀𝘇𝗲𝗹𝗳?

We willen allemaal dolgraag een beloning voor de beperkingen van de afgelopen zes weken. Een beloning voor wat wij met elkaar gedaan hebben. Ik gun die beloning ook iedereen. Ik zal heel eerlijk zijn: ik wil ‘m zelf ook, die vrijheid en die ruimte, die beloning. Ik snap dat ik nog niet in Eindhoven het stadion in kan, dat ik niet ga genieten van The National op Best Kept Secret dit jaar en op vakantie gaan deze zomer hebben we thuis ook al uit ons hoofd gezet. Toch wil ik wel weer eens een terrasje pikken, naar de kapper en m’n dochters met opa en oma zien knuffelen. Ik wil ook heel graag dat dit allemaal klaar is. Ik ben er onderhand wel klaar mee. Maar het virus is alleen nog lang niet klaar met ons. Zolang er geen vaccin is of medicijn om Corona te genezen gaat het besmetten door. Het geluk hebben als het maar lichte klachten zijn gaat door, het zwaar ziek worden als je dat geluk niet hebt gaat door, het in coma aan de beademing liggen gaat door, het de rest van je leven longproblemen hebben gaat door, het sterven gaat door.

𝗘𝗻 𝗼𝗻𝘇𝗲 𝗲𝗰𝗼𝗻𝗼𝗺𝗶𝗲 𝗱𝗮𝗻, 𝗮𝗹 𝗱𝗶𝗲 𝘀𝗰𝗵𝗮𝗱𝗲 𝗮𝗮𝗻 𝗼𝗻𝘇𝗲 𝗲𝗰𝗼𝗻𝗼𝗺𝗶𝗲, 𝗺𝗼𝗲𝘁𝗲𝗻 𝘄𝗲 𝗼𝗻𝘀 𝗲𝗰𝗼𝗻𝗼𝗺𝗶𝘀𝗰𝗵 𝗯𝗲𝗹𝗮𝗻𝗴 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝘇𝘄𝗮𝗮𝗿𝗱𝗲𝗿 𝗺𝗲𝗲 𝗹𝗮𝘁𝗲𝗻 𝘄𝗲𝗴𝗲𝗻?

Onze economie, onze ondernemers worden ongenadig hard geraakt. De terechte noodkreten van ondernemers die weer open willen. Hun zaak willen redden. Ze gaan door merg en been en ik begrijp het dondersgoed. Wat we alleen niet moeten doen is gezondheid en economie tegenover elkaar zetten. Doen alsof het een voor het ander moet gaan. Zo werkt het niet. Want met heel veel hele zieke mensen en veel mensen die dood gaan, doen we onze samenleving en onze economie ook iets vreselijks aan.

Deze crisis werkt totaal anders dan de economische crises die ik eerder heb meegemaakt. In die crises konden wij als politiek de ellende verdelen. Dan legden we pijn neer bij die en bij die. Of we zeiden: als we de een meer belasten, dan hoeven we op de ander minder te bezuinigen. In een crisis met een virus gelden andere wetten. Het is niet zo dat de horeca open kan als de scholen dicht blijven. Of bioscopen open als we jongeren niet laten sporten. In deze crisis wordt de een harder geraakt dan de ander. En dat geldt in het bijzonder voor heel veel ondernemers. Voor mensen die hun eigen zaak door hun vingers zien glippen. Dat is niet eerlijk. Dit virus is niet eerlijk.

Juist voor hen is het aan ons om heel zorgvuldig om te gaan met het beetje ruimte dat er is nu de cijfers wat lager zijn.

𝗗𝘂𝘀 𝗲𝗿 𝗶𝘀 𝗻𝘂 𝗿𝘂𝗶𝗺𝘁𝗲?

Ja, een klein beetje.

De beloning die we nu tussentijds hebben is dat het nog steeds heel erg is, maar geen oncontroleerbaar horrorscenario. Het virus verspreidt zich nog steeds, maar minder snel. Dat moeten we zo houden, alleen zo houden we code zwart ver weg. De beloning is dat we dus een beetje ruimte hebben om door te leven, dat we onszelf minder hoeven te ontzeggen en tegelijkertijd het virus onder controle kunnen houden. Die beloning is echter beperkt en we kunnen die ruimte maar 1 keer gebruiken.

Het grote risico is nu dat we die ruimte allemaal vier keer gaan gebruiken. Dat we nu bij elkaar op visite gaan, laks worden met de anderhalve meter, als we een beetje kuchen toch naar buiten gaan en ook nog willen dat kappers, kroegen, sportscholen en restaurants weer open gaan. Helaas, zo groot is de beloning niet, zoveel ruimte hebben we niet als we code zwart willen blijven voorkomen.

Het doet me denken aan mijn oom. Die riep vroeger heel vaak ‘als ik ooit de loterij win, dan gaan we….. dan krijg je… dan kopen we….’. Het is maar goed dat hij nooit de loterij gewonnen heeft, hij had miljoenen erbij moeten lenen om alle beloftes waar te maken.

𝗛𝗼𝗲 𝘃𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗲𝗻 𝘄𝗲 𝗱𝗶𝗲 𝗿𝘂𝗶𝗺𝘁𝗲 𝗱𝗮𝗻?

We hebben dus te weinig ruimte om alles te doen wat we het liefste zouden willen. De ruimte die er is, moeten we verdelen. Dan moeten er keuzes gemaakt worden en we hebben in ons land de gelukkige gewoonte om dat democratisch te doen. Logisch dus dat mensen naar ‘de politiek’ kijken om die keuzes te maken. Dat zijn we gewend als politici en het is onze taak.

Het lastige is nu alleen dat wij als politiek alleen nog de ruimte kunnen verdelen die er over blijft nadat 17 miljoen mensen zelf bepaald hebben hoeveel ruimte ze zelf nemen. En dan snap ik de kappers die zeggen ‘als we IKEA en de bouwmarkten dicht doen, kunnen wij dan wel knippen?’ en sportschoolhouders die tussen elk apparaat spatschermen hebben hangen en zich afvragen waarom het drukbezochte tuincentrum wel open mag en zij niet.

Dat snap ik. Het probleem is dat ook met voorzorgsmaatregelen het risico wel veel kleiner, maar niet nul is. Dus steeds als we de ruimte een beetje vergroten, vergroten we het risico dat het virus zich weer sneller gaat verspreiden. In de komende weken hoop ik dat er meer ruimte ontstaat, omdat wij met zijn allen doorzetten Ik zou dan beginnen die ruimte aan ondernemers te geven zodat hun zaak weer open kan en niet inzetten om bijvoorbeeld mensen zoals ik die ook thuis kunnen werken, weer naar kantoor te laten gaan.

Ruimte verdelen kunnen wij alleen als we de ruimte ook vergroten. Dat bepalen wij niet als politiek, dat bepalen wij samen als 17 miljoen Nederlanders. Hoe goed of hoe laks elk van ons omgaat met de voorschriften en beperkingen is cruciaal voor hoeveel ondernemers er weer open kunnen, voor knuffelen met opa en oma en een biertje op het terras Dat kunnen we helaas ook niet realtime meten. Het virus sluimert eerst een week of twee en dan pas kunnen we zien hoeveel extra besmettingen, ziekten en doden er zijn. Bijsturen kan dan alleen door de ruimte weer kleiner te maken. Dat is de macabere dans met het virus die we doen. En ja, sneller testen kan helpen, apps kunnen helpen, niet-professionele mondmaskers op straat in de trein en in de winkel kunnen misschien helpen. Aan al die dingen wordt hard gewerkt om onze ruimte te vergroten. Maar dat geeft nooit genoeg om alles weer te doen zoals we gewend waren.

De boodschap blijft dus voorlopig: 𝗵𝗼𝘂𝗱 𝘃𝗼𝗹! 𝗵𝗼𝘂𝗱 𝗮𝗳𝘀𝘁𝗮𝗻𝗱!

Dan worden er minder mensen ziek, dan kan de zorg het aan, dan gaan er minder mensen dood.

Dan kan de kapper eerder open, dan kunnen we eerder naar een restaurant en kunnen we eerder weer sporten.

Dan kunnen we onszelf daarmee weer belonen.

Heb je nog meer vragen? Stel ze op Facebook LIVE direct na de persconferentie van Mark Rutte van 6 mei.