4 mei: Harm kwam nooit meer terug.

Source: H. (Henk) Nijboer i, published on Monday, May 4 2020.

Vanavond zou ik in Gieten een toespraak houden op de 4 mei herdenking. Ik had willen vertellen over het verhaal van mijn familie Nijboer. Bij ons werd de herdenking heel serieus genomen, maar werd over de oorlog amper gesproken. Tot voor kort was er veel wat ik van mijn familiegeschiedenis niet wist.

Dankzij de journalisten Marjolein Knol en Hilde Boelema weet ik inmiddels veel meer. De afgelopen maanden hebben zij een indrukwekkende podcast gemaakt voor het Drents Archief en RTV Drenthe: De Hilte 11. Je kunt deze podcast hier luisteren.

De Hilte 11 was het adres van de boerderij van mijn overgrootouders in Gieterveen.

Ik kende mijn overgrootvader Geert Nijboer goed. Hij woonde bij mijn opa en oma in huis en overleed toen ik 11 was. Er werd door hem en mijn opa nauwelijks over de oorlog gesproken. Hilde Boelema en Marjolein Knol hebben nauwgezet achterhaald wat er in die tijd allemaal gebeurd is. Ook vonden zij twee lange geluidsopnames uit de jaren ‘80 terug in het Drents Archief, waarin mijn opa en overgrootvader vertelden over wat ze hadden meegemaakt. Opnames die ook mijn vader en zijn broer en zus niet kenden.

Er werd door hem en mijn opa nauwelijks over de oorlog gesproken.

Het verhaal in het kort. Het gezin Nijboer had een boerderij op de Hilte 11 in het Noord- Drentse dorp Gieterveen. Mijn opa Hendrik Nijboer, naar wie ik vernoemd ben, werd in ‘43 opgeroepen om te werken voor de Duitsers. Hij weigerde en dook onder bij een boer aan de rand van de stad Groningen. Zijn andere broer dook onder in Fryslân.

Overgrootvader Geert bleef met mijn overgrootmoeder Grietje, oudste zoon Harm, jongste zoon Piet en dochter Lammie op de boerderij. Zij vingen op hun beurt 4 onderduikers op. Zij verbleven onder het dak van de schuur tussen het hooi. Een dorpsgenoot heeft hen uiteindelijk verraden. De onderduikers, broer Harm en vader Geert werden allemaal opgepakt en verhoord in Assen. Geert kon zich na een aantal dagen verhoren en flinke pakken slaag (voor een vermogen) vrijkopen. Voor Harm lukte dat niet. Hij belandde via kamp Amersfoort in Neuengamme en werd naar vervolgens naar diverse werkkampen gestuurd, versleept als vee.

Zij vingen op hun beurt 4 onderduikers op

Mijn opa Hendrik werd in diezelfde tijd opgepakt en te werk gesteld in Wilhelmshaven, Noord- Duitsland. De omstandigheden waren slecht en er was bar weinig eten. Het was er ellendig koud en nat. Mensen werden ziek, doodziek. Ik ben eerder dit jaar met mijn ouders naar deze Emslandkampen geweest om het met eigen ogen te zien. Vlak over de grens bij Drenthe waren er 15 werk- en strafkampen. In het moerassige gebied moesten gevangenen in de snijdende kou en veelal zonder schoeisel vliegvelden aanleggen of greppels graven om tanks te weren. Sommige mensen noemden het gebied het Siberië van Duitsland.

Richting het eind van de oorlog moest mijn opa op transport naar Emden. Zijn voeten waren inmiddels zo ontstoken dat hij niet meer kon lopen. Met geelzucht, ziek en verzwakt werd hij gedragen door medegevangenen en op de boot gezet. De Duitse commandant gaf opdracht het schip met honderden verzwakte opvarenden tot zinken te brengen. De burgemeester van Delfzijl wist dit ternauwernood te voorkomen. De Delfzijlsters zagen bij aankomst van de boot voor het eerst met eigen ogen welke verschrikkingen mensen waren aangedaan. Ik heb de RTV Noord documentaire “Terug uit Wilhelmshaven” over deze aankomst al vaak gezien en krijg nog elke keer tranen in de ogen:

Ik heb de RTV Noord documentaire “Terug uit Wilhelmshaven” over deze aankomst al vaak gezien en krijg nog elke keer tranen in de ogen

Op weg van Delfzijl naar Gieterveen werd opa grote stukken gedragen. Soms kreeg hij een lift op een kar. Het laatste stuk legde hij op een geleende fiets af. Terug op de Hilte woog hij nog 38 kilo. Zo getekend was hij dat Lammie, zijn zus, hem niet meer herkende. Dat heeft opa tot op het laatst zeer aangegrepen.

Zijn broer Harm kwam nooit meer terug. Hij overleed in een van de Emslandkampen op 5 maart 1945 door ziekte en uitputting. Het bericht van zijn overlijden bereikte de familie pas maanden na de Bevrijding. Al die tijd wisten zij niet wat er met hun zoon en broer gebeurd was. In de kerk van Gieterveen is na de oorlog een gedenksteen geplaatst op de plek waar hij altijd zat.

Zijn broer Harm kwam nooit meer terug

De voormalige buurman en goede vriend van mijn opa en oma is voorzitter van de herdenking van 4 mei in het dorp. Hij vroeg me vorig jaar om vanavond in Gieten de jaarlijkse lezing te houden. Dat kan nu helaas niet. Hopelijk kan het volgend jaar alsnog.

In gedachten zijn we vandaag bij alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, bij de families die alle wreedheden hebben moeten doorstaan, bij de gemeenschappen die uit elkaar zijn gerukt. Opdat wij niet vergeten.