Besluit van 21 maart 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit houdende regels met betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en de beheerder van dat net in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Besluit grensoverschrijdend net Nederland - Verenigd Koninkrijk na Brexit) - Main contents

Document date	31-01-2020
Publication date	31-01-2020
Reference	Stb. 2020, 24
External link	original article
Original document in PDF

Besluit van 21 maart 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit houdende regels met betrekking tot de werking en exploitatie van een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt en de beheerder van dat net in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Besluit grensoverschrijdend net Nederland - Verenigd Koninkrijk na Brexit)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 19 maart 2019, nr. WJZ / 19068908;

Gelet op de artikelen 10Aa, achtste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 2b, zevende lid, van de Gaswet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

• - 

  • 1. 

    Hoofdstuk 3 van het Besluit grensoverschrijdend net Nederland - Verenigd Koninkrijk na Brexit, alsmede de hoofdstukken 1, 4 tot en met 6 van dat besluit voor zover het een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt als bedoeld in artikel 10Aa, achtste lid, van de Elektriciteitswet 1998 betreft, treden in werking op het tijdstip waarop onderdeel A van artikel III van de Verzamelwet Brexit in werking treedt.

• - 

  • 2. 

    Hoofdstuk 2 van het Besluit grensoverschrijdend net Nederland - Verenigd Koninkrijk na Brexit, alsmede de hoofdstukken 1, 4 tot en met 6 van dat besluit voor zover het een landsgrensoverschrijdend net dat de grens met het Verenigd Koninkrijk overschrijdt als bedoeld in artikel 2b, zevende lid, van de Gaswet betreft, treden in werking op het tijdstip waarop onderdeel A van artikel IV van de Verzamelwet Brexit in werking treedt.

Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 maart 2019

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Uitgegeven de eenendertigste januari 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Het Besluit grensoverschrijdend net Nederland - Verenigd Koninkrijk na Brexit (hierna: het besluit) strekt ertoe een juridisch kader te bieden op grond waarvan de twee bestaande energieverbindingen voor respectievelijk het transport van elektriciteit en (aard)gas kunnen blijven functioneren in het geval het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (VK) met ingang van 30 maart 2019 de Europese Unie (EU) verlaat zonder terugtrekkingsakkoord (cliff edge Brexit), of na afloop van de overgangsperiode zoals voorzien in deel V van het ontwerpterugtrekkingsakkoord, indien dit akkoord in werking treedt. Het bij de Eerste Kamer aanhangige voorstel voor een Verzamelwet Brexit (hierna: Verzamelwet Brexit) voorziet in de artikelen III en IV in de noodzakelijke wettelijke grondslag voor dit besluit (Kamerstukken I, 2018/2019, 35 084, A). In artikel XI van de Verzamelwet Brexit is voorzien in een flexibele inwerkingtredingsbepaling met het oog op de nog ongewisse situatie rond het verdere verloop van de parlementaire besluitvorming in het VK over de Brexit. Daarmee kan worden ingespeeld op de situatie dat de inwerkingtreding van een onderdeel in het wetsvoorstel moet worden uitgesteld of zelfs achterwege worden gelaten, bijvoorbeeld in verband met bereikte overeenkomsten met het VK. Tevens is voorzien in de mogelijkheid om terugwerkende kracht te verlenen aan onderdelen alsmede besluiten en uitvoeringsregelingen die op deze onderdelen gebaseerd zijn, met het oog op de situatie dat het wetgevingstraject van de Verzamelwet Brexit niet voltooid zal zijn vóór de datum waarop een cliff edge Brexit een feit zou kunnen zijn.

Met het oog op de hierboven geduide wenselijke flexibiliteit is de inwerkingtreding van de diverse onderdelen van dit besluit in het geval van een cliff edge Brexit gekoppeld aan die van de daaraan ten grondslag liggende onderdelen in de Verzamelwet Brexit. De onderdelen van dit besluit die zien op een landsgrensoverschrijdend net met het VK waarmee elektriciteit wordt getransporteerd is gelijktijdig aan die waarop onderdeel A van artikel III van de Verzamelwet Brexit in werking treedt. Voor zover het gaat om het landgrensoverschrijdend net met het VK waarmee gas wordt getransporteerd is dit hetzelfde tijdstip als waarop onderdeel A van artikel IV van de Verzamelwet Brexit in werking treedt.

De bijzondere situatie die ontstaat bij een cliff edge Brexit rechtvaardigt een afwijking van de voor regelgeving geldende vaste verandermomenten en minimum invoeringstermijn.

In het geval met ingang van 30 maart 2019 wel een terugtrekkingsakkoord wordt gesloten met het VK en bovenbedoelde situatie zich dus niet voordoet, zal worden bezien of na afloop van de overgangsperiode zoals voorzien in deel V van het ontwerpterugtrekkingsakkoord, dit besluit in werking kan treden. Daarbij zal ook rekening worden gehouden met de - nu nog onduidelijke - toekomstige relatie tussen Nederland en het VK of tussen de EU en het VK.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes