Motie Karabulut over ieder nieuw memorandum of understanding inzake defensiesamenwerking met de VS aan de Kamer voorleggen - Goedkeuring van het op 2 juli 2018 te Washington tot stand gekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake de totstandkoming van een raamwerk voor samenwerking op het gebied van defensieaangelegenheden, met bijlage (Trb. 2018, 125 en Trb. 2019, 102) - Main contents
Deze motie i is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 35260 (R2131) - Goedkeuring van het Verdrag met de Verenigde Staten inzake de totstandkoming van een raamwerk voor samenwerking op het gebied van defensie i.
Contents
Officiële titel | Goedkeuring van het op 2 juli 2018 te Washington tot stand gekomen Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake de totstandkoming van een raamwerk voor samenwerking op het gebied van defensieaangelegenheden, met bijlage (Trb. 2018, 125 en Trb. 2019, 102); Motie; Motie van het lid Karabulut over ieder nieuw memorandum of understanding inzake defensiesamenwerking met de VS aan de Kamer voorleggen |
---|---|
Document date | 28-01-2020 |
Publication date | 29-01-2020 |
Nummer | KST352607 |
Reference | 35260, nr. 7 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
35 260-(R2131)
Goedkeuring van het op 2 juli 2018 te Washington tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake de totstandkoming van een raamwerk voor samenwerking op het gebied van defensieaangelegenheden, met bijlage (Trb. 2018, 125 en Trb. 2019, 102)
Voorgesteld 28 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het raamverdrag samenwerking defensieaangelegenheden tussen Nederland en de VS voorschrijft dat sommige afspraken in de memoranda of understanding, die voortvloeien uit de defensiesamen-werking en die door het raamverdrag mogelijk worden gemaakt, juridisch bindend zijn voor de verdragspartijen;
constaterende dat schriftelijke afspraken tussen staten die naar internationaal recht juridisch bindend zijn verdragen zijn;
van mening dat de memorie van toelichting bij het wetvoorstel onvoldoende toeziet op transparantie in nieuwe afspraken omtrent defensiesa-menwerking met de VS;
verzoekt de regering, ieder nieuw memorandum of understanding inzake defensiesamenwerking met de VS aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Karabulut
kst-35260-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 260 (R2131), nr. 7
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.