Seksuele en relationele vorming in het onderwijs, Een inventarisatie van ervaringen, behoeften en aanbod (bijlage bij 32279,nr.181)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Seksuele en relationele vorming in het onderwijs, Een inventarisatie van ervaringen, behoeften en aanbod (bijlage bij 32279,nr.181)
Document date 12-12-2019
Publication date 20-12-2019
Nummer 2019D51569
Reference 32279, nr. 181
External link original article
Original document in PDF

2.

Text

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

Een inventarisatie van ervaringen,

behoeften en aanbod

  • 1. 
    Inleiding

Preventie via het onderwijs Uitvoering inventarisatie

Het onderwijs is onmisbaar om seksueel gezond gedrag te Voor deze inventarisatie is vooral informatie verzameld via bevorderen. Op sommige scholen is het belang hiervan focusgroepen op scholen, aangevuld met informatie uit extra groot, omdat daar relatief veel jongeren op zitten met eerdere inventarisaties en enkele interviews. De focus­

een verhoogd risico op onbedoelde (tiener)zwangerschap 1 . groepen vonden plaats op tien scholen: twee middelbaar

Met het stimuleringsprogramma ‘Seksuele en relationele beroepsonderwijs (mbo), vijf voortgezet speciaal onderwijs vorming – Collectieve preventie van onbedoelde (tiener) (vso) en drie voortgezet onderwijs (vo). De focusgroepen zijn zwangerschappen via het onderwijs’ wil het ministerie van bewust gehouden op scholen met en zonder risicogroepen, Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een goede basis omdat de volgende fase(n) van het programma zich

versterken 2 . Dit programma maakt deel uit van het zeven­ richten op alle scholen (collectieve preventie). Per school is

puntenplan van het kabinet om de komende jaren te gesproken met zowel onderwijspersoneel als meerdere investeren in preventie van en ondersteuning bij onbe­ leerlingen of studenten. Deze gesprekken zijn gevoerd door

doelde (tiener)zwangerschappen 3 . Daaronder vallen ook het adviesbureau Oberon in de periode mei – juni 2019.

investeringen buiten het onderwijs.

Leeswijzer

Opdracht

Deze factsheet beschrijft op hoofdlijnen de bevindingen

Het stimuleringsprogramma bestaat uit drie fasen, te weten van de inventarisatie. In hoofdstuk 2 zijn begrippen inventarisatie, implementatie en borging. Het ministerie van verhelderd en afgebakend. In hoofdstuk 3 komen feiten en VWS heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu cijfers over onbedoelde (tiener)zwangerschappen, risico­

(RIVM) gevraagd om te inventariseren wat de ervaringen en groepen en risicofactoren aan bod. Hoofdstuk 4 beschrijft behoeften van scholen zijn op het gebied van seksuele en ervaringen met en behoeften aan relationele en seksuele relationele vorming en hoe het landelijk aanbod daarop vorming op scholen. Hoofdstuk 5 gaat in op bevorderende aansluit. Ook wil het ministerie weten waar groepen met factoren voor scholen om aan de slag te gaan met het een verhoogd risico op onbedoelde (tiener)zwangerschap­ thema. Hoofdstuk 6 zet het aanbod aan seksuele en pen zich bevinden. De volgende partijen waren betrokken relationele vorming via het onderwijs op een rij. Het laatste bij deze inventarisatie: GGD GHOR NL, MBO­raad, VO­raad, hoofdstuk bevat conclusies en aanbevelingen voor extra

PO­raad en RIVM van het Gezonde School Programma, en inspanningen in de volgende fase(n) van het programma.

Stichting School en Veiligheid, Siriz en Rutgers. Tot slot volgt de verantwoording over de werkwijze 4­8 .

  • 2. 
    Verheldering en afbakening begrippen

Collectieve preventie Onbedoelde (tiener)zwangerschap

Deze inventarisatie richt zich op collectieve preventie van Onder een onbedoelde (tiener)zwangerschap verstaan we onbedoelde (tiener)zwangerschap via het onderwijs. Met een zwangerschap waar een meisje of (jonge) vrouw niet collectieve preventie bedoelen we seksuele en relationele bewust voor gekozen heeft en die ongepland is. In deze vorming die zich richt op alle jongeren, niet alleen op factsheet spreken we over meiden of jonge vrouwen specifieke risicogroepen. Seksuele en relationele vorming in (tot 24 jaar) omdat we ons richten op collectieve preventie het onderwijs geeft de mogelijkheid om aan te haken op in het onderwijs. Niet alle onbedoelde zwangerschappen enkele basisfactoren die het risico op een onbedoelde zijn ongewenst. In sommige gevallen staat de tiener of

(tiener)zwangerschap verhogen: een gebrek aan kennis en jonge vrouw (en partner) positief tegenover zwanger­ of vaardigheden rondom seksueel gedrag en een lage seksuele moederschap, en draagt zij de zwangerschap uit. Is het weerbaarheid (zie verder hoofdstuk 3). ongewenst, dan kiest de tiener of jongere er mogelijk voor

om de zwangerschap af te breken.

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 3

Overheidsbeleid en regelgeving seksuele vorming Binnen het vso onderscheiden we cluster 3­scholen (voor

leerlingen met verstandelijke en lichamelijke beperkingen en Sinds eind 2012 is het primair en voortgezet (speciaal) leerlingen die langdurig ziek zijn) en cluster 4­scholen (voor onderwijs verplicht aandacht te besteden aan een respectvolle leerlingen met gedragsproblemen of psychiatrische omgang met seksualiteit en diversiteit in de samen leving. problematiek). Binnen het mbo onderscheiden we niveau 1 Dit is opgenomen in kerndoelen 38 (po), 43 (onderbouw vo) (entree) en 2, en niveau 3 en 4.

en 53 (vso) 9 . Scholen hebben ook de taak om te zorgen voor een sociaal veilig klimaat en aandacht te besteden Preventie via vier pijlers

aan burgerschap. Scholen zijn vrij om hier zelf invulling aan te geven. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Structureel aandacht besteden aan gezondheid op school

Wetenschap (OCW) wil hiermee respectvol gedrag en kan via de Gezonde School­aanpak, waarbij integraal aan seksuele weerbaarheid van leerlingen bevorderen, en vier pijlers wordt gewerkt: educatie, schoolomgeving, tegelijkertijd (seksueel) grensoverschrijdend gedrag signaleren en beleid. Dit kan voor diverse thema’s: voorkomen. voeding, bewegen en sport, roken en alcohol, welbevinden,

seksualiteit en relaties, fysieke veiligheid, milieu en natuur

Onderwijstypen en -niveaus en mediawijsheid. Scholen kunnen advies vragen van een

Gezonde School­adviseur van de GGD of het onder­ In deze inventarisatie richten we ons op een aantal specifieke steuningsaanbod aanvragen. Als een school binnen het onderwijstypen en ­niveaus, te weten voortgezet onderwijs gekozen thema alle pijlers op orde heeft, kunnen zij het

(vo), voortgezet speciaal onderwijs (vso) en middelbaar vignet Gezonde School aanvragen 10 . In deze factsheet

beroepsonderwijs (mbo). Binnen het vo richten we ons op besteden we aandacht aan elk van de vier genoemde pijlers. zowel het praktijkonderwijs en vmbo als havo/vwo.

4 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

  • 3. 
    Feiten en cijfers

Omvang onbedoelde (tiener)zwangerschappen Figuur 1: Aantal levendgeborenen en aantal zwangerschaps­

afbrekingen bij tienermeiden Door seksuele en relationele vorming via het onderwijs te

versterken zijn ook onbedoelde (tiener)zwangerschappen te 5.000

voorkomen. Er is geen eenduidig cijfer beschikbaar van het 4.500

aantal onbedoelde (tiener)zwangerschappen. Wel is het 4.000

jaarlijks aantal (tiener)zwangerschappen te benaderen door 3.500

cijfers van het jaarlijkse aantal geboortes en het aantal 3.000

afgebroken zwangerschappen bij elkaar op te tellen.

De laatste jaren daalt het aantal (levend) geborenen en het 2.500

aantal zwangerschapsafbrekingen bij zowel tienermeiden 2.000

(zie figuur 1) als bij jonge vrouwen tussen de 20 en 24 jaar 1.500

(zie figuur 2). Een duidelijk verschil tussen deze twee 1.000

leeftijdsgroepen is dat tienermeiden de zwangerschap veel 500

vaker afbreken (rond de 70%), terwijl dat bij de groep jonge

vrouwen juist andersom is: rond de 65% van de vrouwen 0 draagt de zwangerschap uit. Het is niet bekend hoeveel van 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

deze zwangerschappen onbedoeld zijn. Uit cijfers van Seks Figuur 2: Aantal levendgeborenen en aantal zwangerschaps­ onder je 25e weten we wel dat 2,4% van alle meiden tussen afbrekingen bij jonge vrouwen tussen 20-24 jaar de 12 en 24 jaar wel eens ongepland zwanger is geweest en

1,4% ongewenst (respectievelijk 24 en 14 op de 1000 meiden). 18.000

16.000

Via onderwijs bereikbare risicogroepen 14.000

Sommige groepen meiden hebben een verhoogd risico om 12.000 onbedoeld zwanger te raken. Een deel van hen is te

bereiken via het onderwijs (zie box 1) 2 . Risicofactoren om 10.000

onbedoeld zwanger te raken zijn vooral een gebrek aan 8.000 kennis en vaardigheden, een lage seksuele weerbaarheid,

een positieve houding ten opzichte van jong moederschap 6.000

of zwangerschap, een onveilige of instabiele thuissituatie, 4.000

schokkende gebeurtenissen in de jeugd of in een sociaal

isolement zitten. Deze factoren komen relatief veel voor bij 2.000

sommige groepen meiden. Laagopgeleide meiden hebben 0 bijvoorbeeld een gebrek aan kennis en vaardigheden en 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

lagere seksuele weerbaarheid (zie tabel 1). Aantal zwangerschapsafbrekingen

Aantal levendgeborenen

Box 1 Risicogroepen onbedoelde (tiener)zwangerschap 2

Via onderwijs te bereiken: Jonge ‘starters’ (meiden die al vergaande seksuele ervaring hebben), laagopgeleide meiden, meiden met een verstandelijke beperking of gedragsproblemen, een christelijk of een islamitische achtergrond (erg gelovig), een Turkse of Marokkaanse achtergrond, en een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond.

Via andere settingen dan het onderwijs te bereiken: Migranten, vluchtelingen en asielzoekers, meiden in de open en gesloten residentiële jeugdhulpverlening en meiden uit gezinnen met meerdere problemen (schulden, armoede, verslaving of psychiatrische problematiek ouders).

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 5

Aandacht voor risicofactoren Let wel: collectieve preventie via seksuele en relationele

vorming richt zich op alle leerlingen en studenten, en niet

Via het onderwijs is vooral aandacht te besteden aan de alleen op specifieke risicogroepen met een verhoogd risico volgende twee risicofactoren voor onbedoelde (tiener) om onbedoeld zwanger te raken. Wel is het zinvol alert te zwangerschap: zijn op deze risicogroepen en risicofactoren in het onderwijs. • Een gebrek aan kennis en vaardigheden. Bijvoorbeeld: er Hoofdstuk 4 gaat verder in op ervaringen en behoeften

wordt thuis weinig of niet over seks gepraat, de meiden op gebied van seksuele en relationele vorming in meest schatten het risico om zwanger te worden te laag in, ze brede zin. hebben te weinig toegang tot informatie over seksuele voorlichting of missen vaardigheden om anticonceptie toe te passen. Conclusie

  • • 
    Lage seksuele weerbaarheid. Bijvoorbeeld: de meiden stellen Via collectieve preventie in het onderwijs is een groot zich seksueel en emotioneel afhankelijk op van de deel van de risicogroepen voor onbedoelde (tiener)

partner, kunnen geen nee zeggen tegen seks of, worden zwangerschap te bereiken. Enkele basale risicofactoren overgehaald of gedwongen tot seks (al dan niet binnen kunnen hier beïnvloed worden, te weten een gebrek een (onveilige) partnerrelatie). Deze risicofactor hangt aan kennis en vaardigheden en een lage seksuele nauw samen met het niet goed kunnen omgaan met weerbaarheid. Dit geldt voor alle typen onderwijs seksueel grensoverschrijdend gedrag. (vo, vso en mbo).

Tabel 1: Risicofactoren bij risicogroepen voor onbedoelde zwangerschap 11­13

Gebrek aan kennis Lage seksuele Positieve houding Onveilige/ en vaardigheden weerbaarheid moederschap / instabiele zwangerschap thuissituatie

Jonge starters x x x

Laag opgeleiden x x x

(Licht) verstandelijk x x x x beperkten

Jongeren met psychische x en/of gedragsproblemen

Christelijke en islamitische x achtergrond

Turks­Marokkaanse x x achtergrond

Surinaams­Antilliaanse x x x x achtergrond

6 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

  • 4. 
    Ervaringen en behoeften seksuele en relationele vorming

Voorlichting en educatie Aandacht in lessen biologie, verzorging en mens

  • maatschappij

Seksuele voorlichting en ‘omgaan met elkaar’ Seksuele en relationele vorming komt aan bod in lessen als Eerdere inventarisaties laten zien dat de meeste scholen in biologie, verzorging, mens & maatschappij, burgerschap Nederland aandacht besteden aan seksualiteit en seksuele (binnen het mbo) of mentorlessen. Op één bezochte school diversiteit. Hoeveel aandacht dat is en op welke manier dat was er ook een doorlopende leerlijn ‘social media gedrag’, gebeurt, verschilt echter sterk. Meestal is die aandacht van de eerste tot en met de derde klas. De meeste scholen beperkt en incidenteel. Bij de scholen die voor deze gaven aan dat ze een doorlopende leerlijn voor seksuele en inventarisatie zijn bezocht, is er, naast voortplanting en relationele vorming missen. Sommige docenten en mentoren seksuele voorlichting (inclusief onbedoelde zwangerschap grijpen ook momenten (en incidenten) buiten de les aan voorkomen), aandacht voor gedrag op sociale media, om onderwerpen bespreekbaar te maken of om aan te seksuele diversiteit, grenzen aangeven en respecteren, geven welk gedrag gewenst is of niet. Juist op dergelijke (liefdes)relaties, groepsdruk, veiligheid op school, et cetera. momenten ‘dat er iets gebeurt dat niet goed is’ is het mogelijk Op het voortgezet speciaal onderwijs (vso) cluster 4, maar om kennis aan ervaring te koppelen; het ijzer te smeden als ook in cluster 3 en het voortgezet onderwijs (vo), wordt ook het heet is. aandacht besteed aan de weerbaarheid van meiden. De

‘technische kant’ van het verhaal (hoe werkt het lichaam) ‘Tijdens het heen en weer rennen bij de gymles praatten de jongens blijft volgens de bezochte scholen belangrijk, maar grenzen over een meisje uit een andere klas. Er werd gezegd dat ze een aangeven, groepsdruk en gevaren van sociale media goede kont had. Dat vond zij niet leuk. Toen werd wel gezegd dat (pesten, sexting) komen steeds meer voor en vragen dat ongewenst gedrag is.’ (vo­leerling) daarom ook meer aandacht. Een aantal bezochte scholen vindt het belangrijk om niet alleen de risico’s en gevaren van seksueel gedrag te bespreken, maar ook de positieve kant te benadrukken.

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 7

Veilig schoolklimaat en signalering Schoolbeleid

Veilig schoolklimaat belangrijk Onvoldoende structurele aandacht

Alle bezochte scholen geven aan dat een veilig school­ Op de meeste bezochte scholen is er nog geen structurele klimaat belangrijk is en zien dit als een belangrijke basis aandacht voor seksuele en relationele vorming. Bovendien voor het onderwijs. Ook eerdere inventarisaties laten zien hangt de invulling van de lessen bij de bezochte scholen dat een positief schoolklimaat met goede relaties tussen voor een groot deel af van de docent/mentor; niet alle leerlingen en leraren het onderwijs over seksuele diversi­ docenten kunnen even gemakkelijk praten over het onder­ teit, seksuele weerbaarheid en seksuele vorming bevordert. werp. Wel vinden docenten en mentoren van de bezochte Vooral de bezochte vso­scholen hebben naar eigen zeggen scholen aandacht voor dit onderwerp een belangrijke taak een veilig schoolklimaat, ook doordat de klassen klein zijn van de school, ook omdat een deel van de leerlingen thuis en iedereen elkaar kent. Daar is goed zicht op wat er speelt niet over deze onderwerpen praat. Uit de eerdere inventari­ en zijn er weinig incidenten. Veel van de bezochte scholen saties bleek bovendien dat docenten behoefte hebben aan werken met schoolbrede weerbaarheids­ of antipest­ een directie die het belang van aandacht voor seksuele programma’s om een veilig schoolklimaat te scheppen. diversiteit, weerbaarheid en seksuele vorming onderschrijft Volgens docenten van deze scholen is vooral extra aan­ én uitdraagt, en hier een visie op formuleert. dacht nodig voor online weerbaarheid en zijn zij zoekende hoe hierop in te spelen. ‘Het gevaar is anders dat ouders denken dat school het wel doet

en school denkt dat ouders het doen. Scholen moeten de ‘Er gebeurt van alles en er verandert veel. Wij moeten hier ook in verantwoordelijkheid nemen, anders krijg je wel onbedoelde mee bewegen.’ (mbo­docent) tienerzwangerschappen, ongelijkheid en taboes.’ (vo­docent)

Signaleren is taak mentor Geen expliciet thema, wel alert op risicofactoren

Volgens de bezochte scholen is het vooral een taak van de Onbedoelde (tiener)zwangerschappen komen nauwelijks mentor om problemen rondom relaties en seksualiteit bij voor op de bezochte scholen, en het thema speelt niet erg bij leerlingen (inclusief risico op onbedoelde zwangerschap) te het personeel of leerlingen/studenten. Wel zijn deze scholen signaleren. De mentor moet daarvoor over de nodige sensiti­ alert op risicofactoren van onbedoelde zwangerschap, zoals viteit beschikken. Alle bezochte scholen hebben een mentor of grensoverschrijdend en uitdagend gedrag, groepsdruk en vertrouwenspersoon bij wie leerlingen terecht kunnen als ze lage seksuele weerbaarheid. Scholen in vooral het mbo en iets willen bespreken. Het is niet bekend in hoeverre leerlingen vso zien hun leerlingen als kwetsbaar en beïnvloedbaar. hier gebruik van maken. Wel werd duidelijk dat niet alle Sommige meiden in het vso zien een zwangerschap als leerlingen weten dat er een vertrouwenspersoon is of wat ze ‘leuk’. Docenten in het mbo zijn binnen hun studentengroep met deze persoon kunnen bespreken. alert op risicofactoren in de vorm van seks onder dwang,

loverboys, of seks om geaccepteerd te worden. Docenten

Het is van wezenlijk belang dat leerlingen en studenten bij binnen het vo noemen risicofactoren als geen grenzen iemand terecht kunnen die ze vertrouwen en die voor hen durven aangeven, alcohol en drugs, en bepaald gebruik van gemakkelijk toegankelijk is. Dat kan de mentor zijn, maar sociale media. Daarnaast is het opvallend dat er leerlingen ook een docent, als ze die persoon meer vertrouwen. In de zijn die niet goed weten hoe je een zwangerschap kunt bezochte vso­scholen worden problemen makkelijker voorkomen. ‘Als je hem er op tijd uithaalt kun je niet zwanger gesignaleerd doordat er relatief veel mentoren en docenten worden’ is een uitspraak die dit illustreert. zijn en er veel contact is met leerlingen en ouders.

Aansluiting op leerlingen en studenten

‘Omdat het een kleine school is, ken je elkaar beter. Je kunt dus altijd naar je mentor, maar ook naar andere docenten als je daar Te kwetsbare leerlingen meer mee hebt.’ (vso­leerling) Docenten en mentoren op de bezochte mbo­ en vso­ scholen schatten in dat sommige leerlingen/studenten

Als het nodig is, verwijzen enkele bezochte scholen een te kwetsbaar zijn voor seksuele en relationele vorming. leerling door naar het schoolmaatschappelijk werk, de In vso cluster 4 zijn dat vooral leerlingen met trauma’s, schoolpsycholoog, GGD, GGZ of het wijkteam. Uit eerdere en sommige leerlingen met een stoornis in het autisme­ inventarisaties kwam naar voren dat scholen ook graag de spectrum (ASS). Zij krijgen via de school geen (of beperkt) signaleer­ en verwijsstructuur rondom seksualiteit en informatie over seksualiteit vanwege hun kwetsbaarheid. relaties willen versterken (onder andere een goede verwijs­ Uit eerdere inventarisaties blijkt dat juist in vso cluster 4

structuur, kennis over ondersteuning bij zwangerschap) 4 . relatief veel problemen zijn rondom seksuele gezondheid

en is juist daar meer aandacht nodig voor dit thema. In het

vso cluster 3 krijgen leerlingen van de bezochte scholen wel

8 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs seksuele voorlichting via school, maar een deel kan de op school kan komen doordat in sommige milieus en kennis en informatie niet goed verwerken, onthouden culturen thuis niet over seksualiteit wordt gesproken. en toepassen (zoals leerlingen met niet­aangeboren Volgens docenten/mentoren zou het in dat geval kunnen hersenletsel). helpen om informatie op school vaker te herhalen.

Gedetailleerdere seksuele voorlichting gewenst ‘Dat we elkaar respecteren in hoe we zijn, is wel belangrijk.

Leerlingen en studenten van de bezochte scholen zijn op Nu wordt weleens gelachen als het over seksualiteit en relaties zich redelijk tevreden met aandacht voor seksualiteit en gaat, en dat is niet goed.‘ (vso­leerling) relaties. Een groot deel van hen wil wel graag meer diep­ gang en details. Belevingswereld leerlingen

Volgens een aantal docenten op de bezochte scholen

‘Wat ik al zei; het er gewoon iets meer over hebben. Soms een sluiten niet alle (gast)docenten als persoon goed aan bij de

keer een lesje of een halfuur van het mentor uur. Tijdens biologie belevingswereld van de leerlingen. Zo geeft één school aan

kan het misschien ook wel een keer. We verdiepen nooit echt op dat er als gastdocent ‘transseksuele mannen komen die al 60 jaar

een onderwerp. Niet alleen zeggen die doet dit en zo werkt het, zijn, waardoor er geen interactie is met de leerlingen’ . Volgens de

en dan verder.’ (vso­leerling) leerlingen sluiten jongere docenten beter aan bij hun

belevings wereld. Zij hebben het liefst een jonge vrouw

Leerlingen verwachten dat bijvoorbeeld een gastdocent wat (tussen de 20 en 40 jaar oud) als docent op dit gebied.

uitgebreider kan vertellen over een bepaald onderwerp. Ook de docenten op de bezochte scholen geven aan dat het

Een enkeling vindt dat de concrete vertaling naar de praktijk voor seksuele en relationele vorming vaak effectief is om

beter gemaakt kan worden. met jonge professionals (mentoren of acteurs) te werken.

Waarschijnlijk verwachten leerlingen en studenten meer

‘Wat moet ik nu wel of niet ‘doen’ om te voorkomen dat een vrouw begrip en inlevingsvermogen van een vrouw dan van een

zwanger wordt, in plaats van een plaatje van een menstruatiecyclus (oudere) man.

bekijken waaruit je kunt ‘afleiden’ wanneer een vrouw vruchtbaar is.’

(mbo­student) Sociale media leeft sterk onder leerlingen

Leerlingen van de bezochte scholen praten ook onderling

Niet alles bespreken over onderwerpen die te maken hebben met seksualiteit en

Er zijn ook leerlingen op de bezochte scholen die de relaties. Binnen de school doen ze dit alleen als ze zichzelf

geboden seksuele voorlichting ‘wel genoeg’ of zelfs ‘te veel’ veilig voelen.

vinden. Zij geven aan dat je niet alles op school hoeft te

bespreken. Wat leerlingen belangrijke thema’s vinden loopt ‘Ik denk dat iedereen een goede band heeft met elkaar en dat als je

erg uiteen: van voorbehoedsmiddelen tot groepsdruk en ergens mee zit, je het altijd wel met iemand uit de klas kunt

van LHBT tot loverboys. Wel geven ze aan dat hoe je met bespreken die je vertrouwt.’ (vso­leerling)

elkaar omgaat het belangrijkst is. Het niet willen bespreken

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 9 Vaak gaan deze gesprekken over gedrag op sociale media: Ook willen enkele docenten vaker dan nu discussie en ‘Hoe je met elkaar omgaat op sociale media. Want als je iets typt, gesprek met leerlingen over dit soort onderwerpen. komt het soms anders over dan je bedoelt’ . Het gaat ook over het Er zijn ook geluiden dat leerlingen er wel aan toe moeten versturen van naaktfilmpjes en ­foto’s. Ook docenten zijn, en dus niet altijd vroeg moeten starten met seksuele geven aan dat gevolgen van sociale media rondom seksua­ voorlichting. Het is belangrijk dat voorlichting terug blijft liteit en relaties op school aan de orde zijn. Sexting komt komen in latere schooljaren. In de bovenbouw is de bijvoorbeeld regelmatig voor. Volgens de docenten is dit behoefte aan lessen over seksuele en relationele vorming vooral een risico voor meiden die het lastig vinden om nee juist groter, omdat leerlingen er in de praktijk meer mee te te zeggen. Eerdere inventarisaties zijn hiermee in lijn. maken krijgen. Maar dan is er minder tijd voor doordat de

aandacht uitgaat naar de loopbaanoriëntatie. Eerdere

‘Veel leerlingen zijn niet weerbaar genoeg om ‘nee’ te durven inventarisaties laten zien dat seksuele en relationele zeggen. Ook willen ze er vaak bij horen. Het komt voor dat vorming vooral aan bod komt in de biologieles. Echter niet meiden bepaalde dingen doen, omdat andere meiden dit ook alle leerlingen kiezen in de tweede fase een profiel met gedaan hebben.’ (vo­docent) biologie. Bovendien zijn kerndoelen seksualiteit vooral opgenomen voor de onderbouw en niet voor de

Leerlingen kunnen het met docenten over sociale media bovenbouw. hebben, maar ze merken wel dat niet alle docenten sociale media snappen. Docenten geven ook aan dat ze geen volledige grip hebben op wat er (binnen of buiten de Conclusie schoolmuren) gebeurt. Scholen besteden aandacht aan seksuele en relatio­

nele vorming, maar meestal is die aandacht beperkt Meer, eerder en vaker en incidenteel. De invulling verschilt sterk per school Docenten geven aan dat er behoefte is aan meer en eerder of docent. Wel vinden zowel docenten als leerlingen seksuele voorlichting. Meer voorlichting, omdat ze merken het een belangrijk thema. Scholen zijn zoekende hoe dat leerlingen het thema eerst wat ongemakkelijk vinden. ze hier structureler vorm aan kunnen geven. Er lijkt Daarna luisteren ze alsnog aandachtig omdat ze behoefte meer aandacht te komen voor ‘omgaan met elkaar’: hebben aan informatie. En eerder, omdat leerlingen anders grenzen aangeven en respecteren, diversiteit en de zelf op internet gaan zoeken en daar bijvoorbeeld porno invloed van sociale media. Dit is ook zichtbaar in de zien en een onrealistisch beeld krijgen van seks. Het beeld aandacht voor een veilig schoolklimaat. Onbedoelde vanuit porno staat haaks op het belang van een respect­ (tiener)zwangerschappen komen weinig voor op de volle omgang met elkaar, waar ze leerlingen juist bewust bezochte scholen, maar docenten en mentoren zijn van willen maken. alert op de risico’s hiervoor. Het is essentieel om bij

seksuele en relationele vorming goed aan te sluiten ‘Ze zoeken natuurlijk niet naar ‘veilig vrijen’ maar typen eerder in bij de belevingswereld en behoeften van leerlingen en ‘hoe moet ik neuken?’ (…) Het beeld wordt gevormd door wat ze studenten. online zien.’ (vso­docent)

10 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

  • 5. 
    Bevorderende factoren

De bezochte scholen noemen diverse factoren die de ‘Er is hier genoeg aandacht voor verschillen. Dat moet hier wel, niet aandacht voor seksuele en relationele vorming kunnen alleen op gebied van voorlichting. Iedereen is hier anders. Dat is belemmeren of juist bevorderen. Deze liggen op het vlak normaal hier’. (vso­docent) van je veilig voelen op school, competenties en opvattingen

van docenten, organisatorische randvoorwaarden en Competenties en opvattingen docenten

draagvlak vanuit de directie (zie tabel 2).

De houding en opvattingen van docenten richting de

Veilig voelen leerlingen en studenten is bepalend voor de sfeer in de klas.

Ook de vaardigheid om een gevoelig onderwerp als

Volgens de bezochte scholen stellen leerlingen en studen­ seksualiteit bespreekbaar te maken en het om kunnen gaan ten makkelijker vragen over seksualiteit en relaties als ze met individuele verschillen tussen leerlingen (in niveau, zich veilig voelen bij de docent, mentor of vertrouwens­ opvattingen, cultuur/religie) is belangrijk. persoon. Leerlingen zelf geven aan dat ze het lastig vinden als klasgenoten lacherig of negatief op hen reageren bij Dat het voor docenten niet altijd eenvoudig is om het vragen over dit onderwerp. Ook vinden leerlingen het lastig onderwerp bespreekbaar te maken, blijkt ook uit eerdere als ze het gevoel hebben dat in de klas de opvatting inventarisaties. Bij de bezochte scholen bleek dat de overheerst van ‘anders is niet goed’. Een gedeelde opvat­ docenten die gemakkelijk (in de les) over deze onderwerpen ting van ‘anders is normaal’ daarentegen maakt het juist praten (zonder schaamte), ook momenten op de gang en gemakkelijker om het er over te hebben. gebeurtenissen in de klas aangrijpen om bepaald gedrag

bespreekbaar te maken. Bijvoorbeeld een negatieve reactie ‘Het is soms moeilijk om dingen te bespreken. Kijk, als klasgenoten op homoseksualiteit. Dat vraagt om docenten die deskundig gaan lachen als je iets vraagt, ja dan ga je het de volgende keer niet zijn om onderwerpen op een veilige en respectvolle manier meer vragen, toch?’ (mbo­student) bespreekbaar te maken en een open houding hebben. Het is

wel een taak van zowel het personeel als de school.

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 11

‘Ook is het belangrijk dat je als docent een open houding hebt en Ervaringen van experts bij GGD

je mening voor je houdt.’ (mbo­docent) GGD­experts op het gebied van seksualiteit en relaties

Organisatorische randvoorwaarden geven aan dat scholen seksuele en relationele vorming

breder willen insteken, zoals online gedrag en omgaan met De bezochte scholen noemen ook diverse organisatorische elkaar. Het thema concurreert ook met andere thema’s randvoorwaarden om aan de slag te kunnen gaan met dit zoals bewegen en voeding. Of het thema wordt opgepakt, onderwerp: goede gespreksruimtes in de school, tijd, geld hangt sterk af van bevlogen docenten, vooral bij het mbo en coördinatie van het thema seksuele en relationele en vso. Ook blijft het zoeken naar een goede invulling ervan vorming. en geld voor materialen of interventies. Het kan helpen om

het beschikbare aanbod en advies van de Gezonde School­

Draagvlak directie adviseur van de GGD daarbij te gebruiken, bijvoorbeeld bij

het kiezen van interventies.

Docenten vinden het jammer dat het thema seksualiteit en relaties niet altijd is geborgd op directieniveau in de school.

Uit eerdere inventarisaties blijkt dat onvoldoende sturing Conclusie door de schoolleiding belemmerend werkt om aandacht te Bevorderende factoren om aandacht te besteden aan besteden aan het thema. De ervaring is dat het thema seksuele en relationele vorming zijn volgens de seksualiteit en relaties vaak concurreert met andere bezochte scholen vooral: ‘je veilig voelen op school’,

(Gezonde School­)thema’s. Voor scholen die geen Gezonde ‘competenties en opvattingen van docenten’,

School­coördinator of coördinator Seksualiteit en relaties ‘organisatorische randvoorwaarden op orde’ en hebben is het ook lastiger dit thema op te pakken. Scholen ‘draagvlak vanuit de directie’. zijn niet altijd bekend met Gezonde School of vinden het soms ‘gedoe’ (bijvoorbeeld door verantwoording in te vullen of beleidsdocumenten op te stellen).

Tabel 2: Factoren die de aandacht voor seksuele en relationele vorming beïnvloeden

Bevorderende factoren Genoemd door onderwijspersoneel

Veilig voelen op school • Sfeer van ‘anders zijn is normaal’ • Je vrij genoeg voelen om thema bespreekbaar te maken

Competenties, persoonlijke • Betrokkenheid, openheid en vertrouwen uitstralen (oftewel: goede relatie opvattingen en taakopvatting van met leerlingen hebben) docenten • Kennis om thema(s) te behandelen in de les • Kunnen inspelen op situaties buiten de les en sensitief zijn • Open houding hebben tegenover seksuele diversiteit of onbedoelde (tiener) zwangerschap (niet oordelen) • Seksuele en relationele vorming taak van school en eigen taak vinden

Organisatorische randvoorwaarden • Goede (gespreks)ruimtes in de school • Tijd (werkdruk, prioriteiten stellen voor thema) • Geld (lesmateriaal, interventies, reiskosten gastdocent) • Coördinator/trekker voor thema (die thema ook borgt)

Draagvlak vanuit de directie • Steun vanuit het management voor thema • Schoolbreed insteken op het thema (vakoverstijgend, binnen en buiten de les) • Structureel insteken (doorlopende leerlijnen)

12 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

  • 6. 
    Aanbod seksuele en relationele vorming via het onderwijs

Landelijk beschikbaar aanbod voor scholen Overlap met thema welbevinden

Een aantal erkende interventies is binnen Gezondeschool.nl Erkende interventies terug te vinden bij zowel het thema Relaties en Seksualiteit

Half juni 2019 zijn er 30 erkende interventies 1 over het als het thema Welbevinden. Deze interventies zetten sterk

thema seksualiteit en relaties in het onderwijs (zie tabel 3). in op een veilig schoolklimaat. Voorbeelden hiervan zijn

Daarnaast staan er 8 interventies op de planning om Kanjertraining en School­Wide Positive Behavior Support beoordeeld te worden voor erkenning. De meeste interven­ (SWPBS). ties zijn bedoeld voor het voortgezet onderwijs (n=27).

Meer dan de helft daarvan richt zich op vmbo­leerlingen. Onderwerpen

Voor het mbo zijn 14 erkende interventies beschikbaar, voor Veruit de meeste erkende interventies (n=20) zijn gericht op het (v)so zijn dat er 5. De meeste interventies zijn in te seksuele en relationele vorming in brede zin. Specifiek zetten in alle schooltypen. Zowel voor de lagere onderwijs­ vermelde thema’s zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag niveaus van het vo (praktijkonderwijs, mbo niveau 1 en 2) (n=11), onbedoelde zwangerschap (n=10), seksuele weer­ als voor het (v)so staan 3 interventies op de planning om baarheid (n=5) en seksuele diversiteit (n=5). Het thema erkend te worden. 2 onbedoelde zwangerschap komt relatief vaak aan bod bij

interventies voor het mbo en (v)so. Van de 10 interventies

Aanbod pijlers Gezonde School voor onbedoelde zwangerschap staan er 4 nog op de

Bijna alle erkende interventies vallen onder de pijler planning voor erkenning. Het thema seksuele diversiteit zit Educatie (zie tabel 3) van Gezonde School. Voor de andere vooral in het aanbod voor vo en mbo, het aanbod voor drie pijlers is het aanbod veel kleiner, zoals signalering, seksuele weerbaarheid vooral in het vo. Enkele interventies schoolomgeving en beleid. De interventies die bijvoorbeeld zijn specifiek gericht op meiden (zoals Girls’Talk en Liefde aandacht besteden aan de pijler schoolomgeving/veilig is…. Voor meisjes) of juist op jongens (zoals Boys R Us en schoolklimaat richten zich op seksuele diversiteit (LHBT+; Make a Move!). Voor jongeren met een chronische aandoening n=2) en op sexting en online veiligheid (n=1). De interven­ is één interventie beschikbaar. Recent zijn er twee interventies ties SchoolsOUT en Toolkit L.O.V.E. online (gepland voor (po) voor orthodox­christelijke scholen (of ander identiteits­ beoordeling erkenning) richt zich op alle vier de pijlers. gebonden onderwijs) erkend (Be Loved en Veiligwijs).

Tabel 3: Beschikbare erkende interventies seksuele en relationele vorming

Aantal erkende interventies 2 (inclusief nog lopende erkenningsaanvragen)

Totaal PO VO MBO (V)SO

Educatie 36 5 26 13 5

Signalering 4 1 3 4 0

Schoolomgeving 4 2 3 2 1

Beleid 4 1 4 1 1

1 Zie voor selectie interventies de verantwoording.

2 Niveau goed beschreven, goed onderbouwd of effectiviteit.

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 13 Doorlopende leerlijn

De lespakketten van Kriebels in je buik (uitsluitend voor Een andere docent in het vso geeft een voorbeeld van de po), Lang leve de liefde, SchoolsOUT, Living Loving en doelgroep met een bepaalde geloofsovertuiging:

Be Loved zijn in te zetten als doorlopende leerlijn.

‘Omdat er thuis niet over seks wordt gesproken, weten deze Theater of spelvormen leerlingen ook niks. Laatst bleek dat meiden niet wisten dat je In het erkende aanbod zijn ook lessen beschikbaar waarvan van anale seks niet zwanger kunt worden, en was er een jongen bijvoorbeeld theater, spelvormen of gastlessen een die dacht dat alle baby’s door een operatie ter wereld komen. belangrijk onderdeel zijn. Bij Benzies & Batchies (vo) is een Ze gaan zelf op zoek en kijken porno. Wat ze daar zien, gaan ze voorstelling een vast onderdeel; het lesmateriaal van Girls’ als de norm beschouwen.’ (vso­docent) Choice en Boys R Us bestaat uit een bordspel.

De behoefte aan maatwerk kwam ook naar voren in

Ervaringen van scholen met het aanbod eerdere inventarisaties.

Bekendheid erkende interventies Online weerbaarheid

Op de bezochte scholen is niet altijd bekend welke erkende Docenten van de bezochte scholen geven aan dat ze interventies beschikbaar zijn. Een aantal scholen gebruikt behoefte hebben aan meer kennis over online weerbaar­ wel de ‘bekende’ interventie als Lang Leve de Liefde om het heid, vooral bij kwetsbare meiden. Dit is volgens hen nodig onderwerp bespreekbaar te maken. Scholen gebruiken ook voor een veilig schoolklimaat. Eerder in de factsheet het biologieboek, zelfgemaakt lesmateriaal (leesbladen met (hoofdstuk 4) gaven we al aan dat leerlingen opmerkten dat links naar relevante internetpagina’s, filmpjes, opdrachten), docenten niet altijd genoeg weten van sociale media. Dit lesmateriaal en sense.info. Behalve personeel van school moet meer terugkomen in het aanbod van interventies. wordt soms een gastdocent of een toneelgroep ingezet.

In vso cluster 4 is dit echter niet zomaar mogelijk omdat leerlingen onrustig kunnen worden als zij onbekende Conclusie gezichten in de school zien. Creatieve vormen zijn behulp­ Landelijk is een aanbod van erkende interventies vooral zaam om met het thema aan de slag te gaan, zoals theater, voor de pijler educatie beschikbaar. Voor de andere spelvormen en rollenspelen, omdat ze goed aansluiten bij pijlers is het aanbod kleiner. De interventies zijn niet de belevingswereld van de leerlingen. Het landelijk erkend alleen gericht op seksuele voorlichting, maar ook op de aanbod aan erkende interventies daarvoor is beperkt. relationele kant (seksuele weerbaarheid, grensover­

Eerdere inventarisaties laten ook zien dat erkende interven­ schrijdend gedrag). Bij de nieuw te erkennen interventies ties volgens professionals niet structureel in het onderwijs is de aandacht voor onbedoelde tienerzwangerschappen worden gebruikt. Dit geldt voor alle onderwijstypen. terug te zien, evenals de aandacht voor seksuele en

relationele vorming bij lagere onderwijsniveaus Behoefte aan maatwerk (praktijkonderwijs, mbo niveau 1 en 2). Het landelijk De bezochte scholen hebben behoefte aan meer maatwerk beschikbare aanbod is echter niet altijd bekend bij de voor bepaalde doelgroepen. Ze willen weten wat ze deze bezochte scholen. Scholen hebben behoefte aan meer specifieke leerlingen of studenten kunnen aanbieden, en maatwerk voor specifieke onderwijstypen en/of hoe ze dat kunnen doen. Dit maatwerk verschilt sterk per specifieke groepen leerlingen en studenten. Voor een onderwijstype, school of type leerling. Een specifieke deel is dat al beschikbaar en ook het nieuwe aanbod doelgroep is bijvoorbeeld de groep leerlingen in cluster 4 speelt hier al op in. Ook is er behoefte aan meer en beter die last hebben van angstproblematiek of trauma’s, zoals aanbod over online weerbaarheid. door seksueel misbruik. Het onderwerp seksualiteit en relaties dient voorzichtig aan bod te komen in de les.

‘We moeten voorzichtig zijn bij het aanraken van thema’s, maar je moet ze toch blijven bespreken.’ (vso­docent)

De behoefte aan maatwerk geldt ook voor de leerlingen met een lage intelligentie, grote verschillen in ontwikke­ lingsleeftijd (cluster 3), thuismilieu of culturele en geloofs­ achtergrond. Sommige docenten geven aan dat ze daarom nu zelf lespakketten ontwikkelen om goed bij hun leerlingen te laten passen.

14 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

  • 7. 
    Conclusies en aanbevelingen

In deze inventarisatie is bij elkaar gebracht wat scholen relationele vorming is hier meer aandacht aan te geven, al doen aan seksuele en relationele vorming en welke waarbij het belangrijk is alert te blijven op risicogroepen en behoeften ze hebben om dit verder te versterken. Er zijn risico factoren voor onbedoelde (tiener)zwangerschappen. focusgroepen geweest op tien scholen, aangevuld met Dit geldt voor alle typen onderwijs (vo, vso en mbo). bevindingen uit eerdere inventarisaties. Seksuele en

relationele vorming betekent seksueel gezond gedrag in Benut het beschikbare (erkende) aanbod

de breedste zin bevorderen, zoals kennis over het eigen lichaam en respectvol met elkaar omgaan. Door hierop in te Uit deze inventarisatie blijkt dat er een ruim landelijk zetten wordt ook het risico op onbedoelde (tiener)zwanger­ aanbod is van erkende interventies, in elk geval voor de schappen kleiner. Ondanks de daling in het aantal (tiener) pijler voorlichting en educatie. Ook voor de andere pijlers zwangerschappen in de afgelopen jaren, blijven er groepen zijn erkende interventies beschikbaar, maar dat aantal is met een verhoogd risico om onbedoeld zwanger te raken, beduidend minder dan voor voorlichting en educatie. zoals laagopgeleide meiden, meiden die op jonge leeftijd De erkende interventies zijn vooral gericht op seksuele seksuele ervaring hebben en meiden met verstandelijke voorlichting, seksuele weerbaarheid en seksueel grens­ beperking of gedragsproblemen. Deze groepen zijn te overschrijdend gedrag. Ook is aandacht voor onbedoelde bereiken via het onderwijs. In dit hoofdstuk beschrijven zwangerschap terug te zien, evenals de aandacht voor we de belangrijkste conclusies en geven we suggesties voor seksuele en relationele vorming bij vso en lagere onderwijs­ het vervolg van het stimuleringsprogramma ‘Seksuele en niveaus van het vo. De bezochte scholen geven aan dat ze relationele vorming via het onderwijs’. aanbod missen, maar blijken niet altijd te weten wat het

beschikbare landelijke aanbod en het nieuwe aanbod is.

Zorg voor een structurele en brede aanpak Meer bekendheid met en gebruik van erkende interventies

is aan te bevelen.

Alle bezochte scholen vinden seksuele en relationele vorming

belangrijk en vullen dit in vanuit de kerndoelen. Er is vaak Lever maatwerk voor risicogroepen

nog geen structurele en schoolbrede aandacht voor dit thema.

Scholen willen wel vakoverstijgend en integraler werken, maar De bezochte scholen hebben behoefte aan meer maatwerk zijn zoekende hoe ze dit kunnen invullen. Het gaat immers voor bepaalde doelgroepen. Dat bleek ook al uit eerdere niet alleen om het aanbieden van (gast)lessen, maar vooral inventarisaties. Scholen willen weten wat ze deze specifieke om het borgen van het thema seksualiteit en relaties in leerlingen kunnen aanbieden, en hoe ze dat kunnen doen. beleid van de school. Een schoolbrede aanpak is volgens Dit maatwerk verschilt sterk per onderwijstype, school of scholen aan te bevelen met aandacht voor elk van de vier type leerling. Sommige groepen leerlingen zijn erg divers. pijlers van integraal werken: educatie, signalering, (veilig) Bij het mbo zijn bijvoorbeeld grote verschillen tussen de schoolklimaat en beleid. Elk pijler vraagt weer om een vier onderwijsniveaus. Aanbevolen wordt scholen te nadere invulling. Diverse schooltypen kunnen hierin van informeren over het aanbod en hoe ze dat op maat kunnen elkaar leren. Zo hebben vso­scholen al veel ervaring met aanbieden (speciaal onderwijs, lagere onderwijsniveaus hoe je een veilig schoolklimaat kunt creëren en mbo­ en religieus/identiteitsgebonden). Voor advies en onder­ scholen met het signaleren van problemen. steuning kunnen scholen onder andere terecht bij een

Gezonde School­adviseur van de GGD in hun regio of

Geef meer aandacht aan (online) omgaan met elkaar Gezondeschool.nl.

De ‘technische kant’ van het verhaal (hoe werkt het lichaam) Stimuleer deskundigheid docenten

blijft volgens de bezochte scholen belangrijk om zwanger­ schappen te voorkomen. Maar aandacht voor het omgaan Uit deze en eerdere inventarisaties blijkt veel af te hangen met elkaar, zoals grenzen aangeven en respec teren, van de deskundigheid van docenten en mentoren om met groepsdruk en gevaren van sociale media (pesten, sexting), het thema seksualiteit en relaties aan de slag te gaan. is door de jaren heen meer aan de orde. Oftewel: er is een Adequaat kunnen lesgeven over seksualiteit en relaties brede insteek nodig bij seksuele en relationele vorming. De vraagt bepaalde competenties van een docent. Docenten focus op scholen is aan het verschuiven en (online) omgaan dienen betrokken en open te zijn, en ook in te kunnen met elkaar komt steeds centraler te staan, en daarmee ook spelen op situaties buiten de les (bijvoorbeeld negatieve een veilig schoolklimaat. Scholen willen meer kennis op het reactie op homoseksualiteit). Mentoren hebben een gebied van (online) omgaan met elkaar. Via seksuele en primaire taak om problemen te signaleren. Dat vraagt om

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 15 goede (gespreks)vaardigheden en voldoende kennis (reiskosten van) gastdocenten te betalen of theatervoor­ (bijvoorbeeld over online weerbaarheid). Niet alle docenten stellingen in te huren. Deze inventarisatie maakt niet en mentoren zijn even bekwaam in het bespreken van duidelijk hoeveel tijd en geld er precies nodig is. Wel is seksualiteit en relaties, of zien dit als een vanzelfsprekende duidelijk dat door in te zetten op deze randvoorwaarden, taak. Het is een taak van zowel het personeel als de school. seksuele en relationele vorming op diverse schooltypen De benodigde deskundigheid is te stimuleren via bijscholing meer aandacht kan krijgen. en trainingen voor docenten die dat willen. Ook kan het

helpen niet alle verantwoordelijkheid voor het thema bij Laat leerlingen meedenken

één persoon te leggen, maar het liefst bij een groepje docenten al dan niet met intervisie. In huidige opleidingen De bevraagde leerlingen en studenten zijn op zich tevreden van docenten kan een dergelijke bredere taakopvatting al over het aanbod. Ze zeggen dat ze al veel weten (kennis) gestimuleerd worden. maar willen nog meer weten over het hoe (vaardigheden en

handelen). Kennis over een goede omgang met elkaar of

Zorg voor tijd, geld, coördinatie en draagvlak grenzen aangeven wordt niet meteen in concreet gedrag

omgezet. Ook zijn er leerlingen en studenten die minder

Naast deskundigheid zijn tijd, geld, coördinatie en behoefte hebben om het hier over te hebben. Wel vinden draagvlak belangrijke randvoorwaarden om aandacht ze het belangrijk dat de interventie of de lessen aansluiten te besteden aan het thema. Dit is niet altijd aanwezig op bij hun belevingswereld. Jongere docenten en acteurs de bezochte scholen. Het thema seksualiteit en relaties spreken meer aan. Dat geldt ook voor creatieve vormen concurreert vaak met andere (Gezonde School­)thema’s, zoals theater, spelvormen en rollenspellen, vooral voor vso waardoor er minder tijd voor is. Scholen ervaren al veel en lagere mbo­niveaus. Buiten de les is het voor leerlingen druk op hun lesprogramma’s. Het kan helpen aansluiting niet altijd duidelijk dat er een vertrouwenspersoon is bij wie te zoeken bij andere thema’s, zoals welbevinden, mentale ze terecht kunnen met vragen over seksualiteit en relaties, weerbaarheid of mediaopvoeding (wijsheid). Bij de bezochte terwijl ze daar soms wel behoefte aan hebben. Er gebeurt scholen met een eigen coördinator (Gezonde School, immers veel buiten de lesuren, of buiten de school. seksualiteit en relaties) is het thema beter te borgen en Aanbevolen wordt om leerlingen en studenten te blijven integraal op te pakken dan nu het geval is (zie preventie via betrekken bij de verdere vormgeving van seksuele en vier pijlers). Scholen willen graag extra financiële middelen relationele vorming op scholen. om lesmaterialen of interventies aan te schaffen en/of

16 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

Referenties

  • 1. 
    Onderwijsinspectie. Omgaan met seksualiteit en seksuele 7. Meijer S. Achtergronddocument Landelijk aanbod seksuele en diversiteit op scholen . Inspectie van het onderwijs: relationele vorming in het onderwijs (intern document).

Utrecht, 2016. RIVM: Bilthoven, 2019. 2. Kwink. Stimuleringsprogramma seksuele en relationele 8. Meijer S. Achtergronddocument Risicogroepen en risicofactoren

vorming. Collectieve preventie van onbedoelde (tiener) (intern document). RIVM: Bilthoven, 2019. zwangerschappen via het onderwijs. Den Haag, 2019. 9. Seksuelevorming.nl. Kerndoelen onderwijs.

Sport: Den Haag, 2018. 10. Gezondeschool.nl. Gezonde schoolaanpak. 4. Meijer S. Achtergronddocument eerdere inventarisaties https://www.gezondeschool.nl/.

ervaringen en behoeften in het onderwijs (intern document). 11. Graaf de H, Bultinck M, Brink van den, F, Coehoorn I,

RIVM: Bilthoven 2019. Borne van den M, Meijer S. Seks onder je 25 e . Rutgers,

  • 5. 
    Eck van P, Middelbeek L. Aandacht op scholen voor SOA Aids: Utrecht, 2017. relationele en seksuele vorming. Focusgroepen op mbo, 12. Rutgers. In één klap volwassen. Over tienerzwangerschap. vso en vo (ongepubliceerd). Oberon: Utrecht, 2019. Utrecht, 2016.
  • 6. 
    Albers L. Achtergronddocument Cijfers onbedoelde (tiener) 13. Rutgers. Programmeringsstudie Preventie tienerzwanger­ zwangerschappen (intern document). RIVM: Bilthoven schappen . Utrecht, 2014.

2019.

Seksuele en relationele vorming in het onderwijs | 17

Verantwoording werkwijze

Pragmatische aanpak gecheckt uit rapporten van het Stimulerings programma

Collectieve preventie van onbedoelde (tiener)zwanger­

In verband met de korte doorlooptijd (mei­juni 2019) zijn schappen van de Kwink Groep, zevenpuntenplan we pragmatisch te werk gegaan voor de diverse onderdelen Onbedoelde (tiener)zwangerschappen van VWS en het (zie hieronder). Dat betekent ook dat: Impulsprogramma Versterking preventie ongewenste • we vanuit de focusgroepgesprekken geen conclusies tienerzwangerschap van Fiom, Soa Aids Nederland en

kunnen trekken over de ervaringen en behoeften bij Rutgers. specifieke risicogroepen;

  • • 
    we vanuit de focusgroepgesprekken geen betrouwbare Inventarisatie aanbod

conclusies kunnen trekken over de ervaringen en behoeften bij specifieke onderwijstypen; Bij de inventarisatie van het aanbod zijn de erkende

  • • 
    de resultaten van het aanbod geen volledig beeld geven. interventies in de Interventiedatabase van het RIVM (via

    Loketgezondleven.nl en Gezondeschool.nl) geanalyseerd,

Focusgroepgesprekken inclusief het aanbod voor primair (speciaal) onderwijs.

De interventies zijn erkend op het niveau goed beschreven, Gekozen is voor focusgroepsgesprekken om ervaringen en theoretisch goed onderbouwd of een niveau van effectivi­ behoeften van leerlingen en personeel in kaart te brengen. teit. Alle interventies uit het interventie­overzicht

Voor de gesprekken zijn scholen geselecteerd uit het Seksuele gezondheid op Loketgezondleven.nl gericht op netwerk Gezonde School, het netwerk van de onderwijs­ het onderwijs zijn meegenomen. Deze zijn aangevuld met raden, Lecso en Oberon. In de periode mei­juni 2019 deden interventies uit de database Gezonde School­activiteiten tien scholen mee met een landelijke spreiding: 3 vo (waar­ van Gezondeschool.nl die volgens de zoektool Relaties van 2 vmbo en 1 praktijkonderwijs), 5 vso (2 cluster 3 en en seksualiteit als thema hadden. Interventies waarbij

3 cluster 4) en 2 mbo (niveaus 1 t/m 4). Op een aantal vervolgens uit de omschrijving bleek dat ze zich niet primair scholen is alleen een focusgroepgesprek met of personeel op seksuele gezondheid richten (maar bijvoorbeeld op of leerlingen/studenten gehouden. Er was een aanvullend sociaal­emotionele ontwikkeling in brede zin) zijn weggela­ interview op een vo­school (havo/vwo). Er is in totaal met ten. Vanwege de korte doorlooptijd van de inventarisatie

89 leerlingen, van wie 51 jongens en 38 meiden in de leeftijd zijn het aanbod van erkende interventies uit andere van 13 – 22 jaar, en 37 personeelsleden gesproken (meren­ databases (zoals van Movisie en Vilans), niet­erkende deel docenten en mentoren). Scholen uit het primair interventies en activiteiten buiten beschouwing gelaten, onderwijs deden niet mee in deze inventarisatie. evenals de lesmethoden die uitgeverijen aanbieden

De focusgroepen zijn uitgevoerd door het adviesbureau rondom seksuele en relationele vorming.

Oberon.

Aanvullende interviews

Literatuurinventarisatie

Als aanvulling op de focusgroepgesprekken zijn ook een

Voor de literatuurinventarisatie heeft de begeleidingsgroep aantal GGD­adviseurs Gezonde School en seksualiteit en van het stimuleringsprogramma publicaties aangeleverd. relaties geïnterviewd. Deze experts zijn geworven via een

Dit betreffen eerder uitgevoerde inventarisaties naar oproep op GGD Kennisnet. Drie personen reageerden op ervaringen en behoeften bij seksuele en relationele vorming deze oproep en werken bij de GGD Amsterdam, in het onderwijs. Aanvullend zijn de literatuur verwijzingen Haaglanden en regio Utrecht.

18 | Seksuele en relationele vorming in het onderwijs

Auteurs:

Ilse Storm, Lise Albers, Susan Meijer,

Marian Sturkenboom

In samenwerking met: GGD GHOR NL, MBO­raad, VO­raad, PO­raad en RIVM van het Gezonde School Programma, en Stichting School en Veiligheid, Siriz en Rutgers

Dit is een uitgave van:

RIVM Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl

september 2019

De zorg voor morgen begint vandaag

011608


3.

Main document

 
 
 

4.

More information

 

5.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.