Misstanden in zorg niet snel genoeg opgelost

Source: 50PLUS i, published on Wednesday, October 30 2019.

De marktwerking in de zorg moet stevig worden beperkt. “Want de marktwerking is één van de grootste oorzaken van de kostenstijging binnen de zorg”, zei Kamerlid Léonie Sazias bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van VWS. “De minister komt met veel ideeën en ambitie, maar misstanden worden niet snel genoeg opgepakt en opgelost.”

Tegen minister Hugo de Jonge zei Léonie Sazias dat zij vooral een minister ziet die zich bezighoudt met het bedenken en lanceren van allerlei mooie programma's, waarvan de uitvoering bij derden komt te liggen. “Mooi hoor, zoveel ideeën en ambitie, maar de rol van ‘marktmeester van de zorg’ wordt te beperkt ingevuld door de minister, waardoor misstanden niet snel genoeg worden opgepakt en opgelost.”

Met de misstanden doelde Léonie onder meer op gemeenten die hun zorgtaken niet kunnen bolwerken met het huidige budget. “Dat gaat ten koste van andere zorg en voorzieningen. Zo zijn we voor cliënten blij met het abonnementstarief voor de WMO van 17,50 euro per maand. Maar voor gemeenten is dit niet kostendekkend. Bovendien zit er nu een te groot verschil met de eigen bijdrage voor de Wet Langdurige Zorg. De overgang is te groot waardoor mensen langer in de WMO blijven zitten en de druk op de gemeenten nog groter wordt. Het Rijk moet die overgang verzachten.”

Het zorgsysteem is verstopt

Er zijn enorme wachtlijsten in de jeugdzorg en voor verpleeghuizen. “Zorgverzekeraars willen aanpak van die wachtlijsten, maar stellen ondertussen wel budgetplafonds vast waardoor er juist weer meer wachtlijsten ontstaan”, constateerde Léonie Sazias. “Het gat tussen verantwoord zelfstandig thuis wonen en het verpleeghuis is te groot, en dat wordt alleen maar groter door het gebrek aan verpleeghuisplekken. Er moeten gewoon weer vormen van verzorgingshuizen komen; niet iedereen vindt het fijn om alleen in een veel te groot huis te verpieteren.”

Fonds voor nieuwe woonconcepten

Léonie brak een lans voor mogelijkheden voor ouderen om bij elkaar te wonen. “Dan kunnen ze ook een beetje voor elkaar zorgen”, zei het Kamerlid van 50PLUS. “Maar dergelijke woonvormen kosten meer dan gewoon losstaande woningen. Er zijn bredere gangen nodig, een gezamenlijke woonkamer en een gezamenlijke keuken. Voor die extra kosten hebben woningcorporaties meestal geen geld. Er zou een fonds moeten komen om concepten voor woonvormen voor ouderen te kunnen ontwikkelen.”

Ambulancezorg en spoedeisende zorg

Léonie Sazias prees minister De Jonge dat hij de ambulancezorg heeft aangemerkt als een Niet-Economische Dienst van Algemeen Belang (NEDAB). Zij vroeg ook de spoedeisende zorg te bestempelen als een NEDAB. “Op die manier kan, net als bij de ambulancezorg, voor iedereen de continuïteit van de acute zorg worden gegarandeerd. Het zou zoveel onrust in het land schelen als de minister bereid zou zijn om toe te zeggen dat hij bij de bekostiging en de toepasselijke wet- en regelgeving de afdelingen spoedeisende hulp gaat bestempelen tot een Niet Economische Dienst van Algemeen Belang om zo voor alle patiënten óók de continuïteit van spoedeisende zorg in alle ziekenhuizen te garanderen”, aldus Léonie Sazias.

Inbreng van Léonie Sazias bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

“Vijf jaar geleden om deze tijd waren de gemeenten druk bezig om zich voor te bereiden op de grote transitie van de zorgtaken. Ik zat toen in de gemeenteraad van Hilversum en heb gezien wat een enorme stress dat betekende voor het ambtelijk apparaat.

Met de overdracht van de taken kwam er meteen een enorme bezuiniging mee. Dat was de eerste fout. Want elke transitie kost geld: je moet eerst investeren om later te kunnen besparen. Vindt de minister dat de decentralisatie is geslaagd? Hebben we nu meer of minder democratie?

De minister sprak in Buitenhof over zijn wens om een stelselwijziging door te voeren en dat vinden we bij 50PLUS ook hard nodig want er moet het nodige gerepareerd worden. Wij zouden graag zien dat de marktwerking in de zorg stevig wordt beperkt. Want de marktwerking is volgens ons één van de grootste oorzaken van de kostenstijging binnen de zorg.

Die marktwerking vraagt van de overheid een rol als marktmeester. Een marktmeester die misbruik en fraude door zorgcowboys tegengaat en die de continuïteit en toegang tot de allerbeste diagnostiek en behandeling voor iedereen garandeert. Die marktmeester heeft wat dat betreft ook een grote rol te vervullen waar het gaat om uitvoering van de WMO, de Jeugdzorg en de GGZ. Daar waar de minister in zijn begroting de nadruk legt op allerlei decentraal uit te voeren programma's mist mijn fractie vooral de minister in zijn rol als marktmeester met een eigen verantwoordelijkheid die niet overgedragen kan worden aan decentrale overheden.

De decentralisatie van de zorgtaken naar de gemeenten had als onderbouwing dat de zorg dan integraal en dichter bij de burger zou zijn. Maar we zien nog maar al te vaak dat er vanuit één koker wordt gekeken. 50PLUS zou graag zien dat de wijkverpleegkundige domein-overstijgend zou mogen indiceren. Niet alleen in haar eigen vakgebied maar ook voor de WMO en de WLZ. Dat zou al veel bureaucratie schelen.

Gemeenten kunnen de zorgtaken voor het huidige budget niet bolwerken. Dat gaat ten koste van andere zorg en voorzieningen. Zo zijn we voor cliënten blij met het abonnementstarief voor de WMO van € 17,50 per maand. Maar voor gemeenten is dit niet kostendekkend. Bovendien zit er nu een te groot verschil met de eigen bijdrage voor de Wet Langdurige Zorg. De overgang is te groot waardoor mensen langer in de WMO blijven zitten en de druk op de gemeenten nog groter wordt. Het Rijk moet die overgang verzachten.

De enorme tekorten in Jeugdzorg

Kinderen die geestelijke gezondheidszorg nodig hebben, moeten daar door de wachtlijsten maanden op wachten. Maanden van ernstig leed en verslechtering. Als kinderen dan eindelijk geholpen worden, zien ze soms tientallen hulpverleners. Tientallen! Wat vindt de minister van de berichten dat een kwart van de jeugdzorginstelling hun hoofd niet boven water kan houden? En wat betreft de bureaucratie, kan de minister er in zijn rol als marktmeester niet voor zorgen dat de inkoopprocedures bij de gemeenten allemaal uniform zijn?

De Jeugd GGZ had nooit naar de gemeenten toe gemoeten maar gewoon in de zorgverzekeringswet moeten zitten. Dan heb je ook geen overdracht met 18 jaar en hoef je ook niet opnieuw te starten met een nieuw traject met wéér een nieuwe hulpverlener.

Het hele zorgsysteem is verstopt

Enorme wachtlijsten in de jeugdzorg en ook voor verpleeghuizen. Te weinig plekken eerstelijnsverblijven (ELV’s) c.q. revalidatieplekken voor ouderen die in afwachting zijn van een plek in een verpleeghuis of die moeten herstellen voor ze weer naar huis kunnen.

Zorgverzekeraars willen aanpak van wachtlijsten, maar stellen ondertussen wel budgetplafonds vast waardoor er juist weer meer wachtlijsten ontstaan.

Het gat tussen verantwoord zelfstandig thuis wonen en het verpleeghuis is te groot, en dat wordt alleen maar groter door het gebrek aan verpleeghuisplekken. Daardoor is het ambulante zorgveld complex en overbelast. Er moeten gewoon weer vormen van verzorgingshuizen komen, niet iedereen vindt het fijn om alleen in een veel te groot huis te verpieteren.

Samen met BZK zal er een groot actieplan moeten komen naar gemeenten, woningcorporaties en zorginstellingen. Het zijn de gemeenten die de kar moeten trekken. Is de minister het met ons eens dat het gat tussen thuis wonen en het verpleeghuis op dit moment te groot is en ziet de minister de urgentie van dit probleem? De oplossing begint bij wonen, betaalbaar wonen! Als ouderen de mogelijkheid hebben om bij elkaar te wonen dan kunnen ze ook een beetje voor elkaar zorgen.

Maar deze woonvormen kosten meer dan gewoon losstaande woningen. Er zijn bredere gangen nodig, een gezamenlijke woonkamer en een gezamenlijke keuken. Voor die extra kosten hebben woningcorporaties meestal geen geld. Er zou een fonds moeten komen om concepten voor woonvormen voor ouderen te kunnen ontwikkelen. Wat vindt de minister daarvan en is hij bereid om dat te organiseren?

De grote vergrijzingsgolf moet nog komen. Het aantal mantelzorgers wordt minder terwijl we ze juist meer nodig hebben. De ondersteuning voor mantelzorgers is in iedere gemeente anders. Ook het geld dat de gemeente ontvangen voor het mantelzorgcompliment wordt niet geoormerkt en komt zo dus ook niet altijd terecht bij de mensen waar het voor bedoeld is. Mantelzorgers verdienen juist meer ondersteuning want ze krijgen steeds zwaardere taken.

50PLUS pleit al jaren voor basis-tandzorg en mondhygiëne voor iedereen. We zien nu dat kinderen niet naar de tandarts gaan omdat hun ouders niet meer gaan. Daarom zijn we verheugd om te zien dat de beroepsverenigingen in de mondzorg, cliënten- en patiëntenorganisaties, de zorgverzekeraars en de Nederlandse zorgautoriteit 7 ambities voor de mondzorg hebben vastgesteld.

Eén van die ambities is: Maatwerk in de bekostiging en organisatie van mondzorg voor kwetsbare ouderen. De voorzitter van de NZA waarschuwt dat we nu nog te maken hebben met een kunstgebittengeneratie maar dat de generatie ouderen die er nu aankomt voor het merendeel nog hun eigen gebit heeft. Daar kunnen ernstige aandoeningen uit voortkomen en van daaruit weer hoge zorgkosten. Preventieve mondzorg kan dus veel kosten besparen. Voor kinderen tot 18 zit de mondzorg in de basisverzekering. 50PLUS wil ervoor pleiten om ook tandzorg voor ouderen, vanaf de pensioengerechtigde leeftijd, vanuit de basisverzekering te bekostigen. Is de minister bereid om te onderzoeken wat de kosten en baten hiervan zouden zijn?

Dan blijft er natuurlijk de belangrijke vraag: Hoe houden we de zorg betaalbaar?

Bijvoorbeeld door aanpak van fraude in de zorg.

Uit onderzoek van Follow The Money blijkt dat sommige zorgbedrijven sinds 2015 miljoenenwinsten maken zoals onlangs het Utrechtse zorgbedrijf dat voor miljoenen fraudeerde met PGB’s. ICT- bedrijven die de ziekenhuizen voor miljarden factureren maar ondertussen de gegevensoverdracht frustreren en zo de ziekenhuizen in gijzeling houden.

Toezicht op zorgbedrijven is er veel te weinig, hier faalt de marktmeester! Denkt de minister dat zaken als de hoofdlijnakkoorden, een voorgestelde inventarisering van de regiobeelden, de maatregelen ter verbetering van de geboden kwaliteit en het geboden extra budget voldoende zijn om de zorgcowboys te weren uit de zorg? En zo niet, wat zouden dan wel goede maatregelen zijn?

Een andere manier om te besparen is preventie. Wat vindt de minister van de oproep van 67 zorgprofessionals om te investeren in preventie van dementie? Dat zou potentieel een besparing van 2 miljard op kunnen leveren. Zij roepen u op om er werk van te maken.

Bewegen, sociale activiteiten, goed slapen en eten lijken heel normaal, maar dat zijn de dingen die bij ouderen juist vaak in het slop raken. Gaat de minister die investering ook maken?

We zijn blij dat de apotheekbereiding vanaf 2020 wordt vergoed voor heel dure medicijnen. Dat is een goede stap. Want er valt ook veel geld te winnen bij de juiste medicatie, maar ook in de juiste dosering.

In 2015 bedroegen de kosten van overbehandeling met de 11 kostbaarste geneesmiddelen tegen kanker bij benadering 277 miljoen euro. Dit is meer dan de helft van de totale uitgaven aan deze 11 geneesmiddelen. De bijwerkingen van chemo zijn zo heftig dat die de patiënt enorm veel kwaliteit van leven kost. 277 miljoen euro per jaar aan overbehandeling en hier is het: baat het niet, dan schaadt het wel.

Door steeds verfijndere moleculair-biologische technieken gaan we toe naar diagnostiek en behandeling op maat van de patiënt.

Technisch kan dat al en kunnen we steeds meer. We kunnen weten wat de beste behandeling en de beste dosering voor iemand is, maar vervolgens doen we het niet omdat de regels dat niet toelaten, of omdat de vergoeding op basis van die regels niet geregeld kan worden.

Hoewel het beleidskader voorwaardelijke toelating geneesmiddelen hiertoe al wel een kleine aanzet geeft, vindt mijn fractie dat nog onvoldoende en zal samen met enkele andere fracties binnenkort komen met een initiatiefnota op dit punt.

Het is nog niet duidelijk waar het aangekondigde investeringsfonds voor gebruikt gaat worden. 50PLUS zou graag zien dat u een deel daarvan zou gebruiken voor verbeterde diagnostiek.

En bij het testen van nieuwe medicijnen moet er meer aandacht komen voor het vrouwenlichaam. Medicijnen worden vooral getest op (jonge) mannen en ik hoef u niet te vertellen dat het vrouwenlichaam toch echt anders in elkaar steekt. Er is meer onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar de relatie tussen de menopauze/de overgang en burnout-klachten. Hoe gaat de minister daar meer aandacht voor vragen?

Meer maatwerk in medicatie betekent ook hulp bij afbouw van medicatie. Taperingstrips voor afbouw van antidepressiva moeten vergoed worden, maar ook voor de afbouw van zware pijnstillers zoals oxycodon. Is de minister het met 50PLUS eens dat dat ook een besparing kan opleveren en dat die hulp bij afbouw ook gewoon in het basispakket moet zitten?

Omvallende ziekenhuizen

Onlangs mocht ik tijdens het AO Acute zorg kennismaken met een voor mij nieuwe afkorting: NEDAB. De Niet-Economische Dienst van Algemeen Belang. Het ging daarbij om de ambulancezorg. De minister schreef daarover in zijn brief van 24 juni: ‘Als het gaat om ambulancezorg staat continuïteit van de spoedeisende zorg voor de patiënt voorop. Ambulancezorg moet te allen tijde 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar zijn’. En om dat te waarborgen kondigt de minister aan de ambulancezorg aan te willen merken als een Niet-Economische Dienst van Algemeen Belang.

NEDAB dus. Ik vond en vind dat een prachtig voorbeeld van de minister in zijn rol als marktmeester! Een belangrijk voorbeeld ook! Vooral nu we op basis van de jaarlijkse financiële benchmark van ziekenhuizen weten dat er nog zeker elf ziekenhuizen in financieel gevaar zijn.

Want als ziekenhuizen in financiële problemen gaan bezuinigen op een afdeling als spoedeisende zorg, komt diezelfde continuïteit van de benodigde acute zorg in gevaar. En is het dan niet even logisch om in ieder geval en ten minste ook de afdelingen spoedeisende hulp te bestempelen tot een Niet-Economische Dienst van Algemeen Belang? Op die manier kan, op basis van dezelfde argumenten die de minister noemt rond de ambulancezorg, voor iedereen de continuïteit van de acute zorg worden gegarandeerd. Het zou zoveel onrust in het land schelen als de minister bereid zou zijn om toe te zeggen dat hij bij de bekostiging en de toepasselijke wet- en regelgeving de afdelingen spoedeisende hulp gaat bestempelen tot een Niet Economische Dienst van Algemeen Belang teneinde zo voor alle patiënten óók de continuïteit van spoedeisende zorg in alle ziekenhuizen te garanderen?

Kijkend naar deze begroting, dan zie ik vooral een minister die zich bezighoudt met het bedenken en lanceren van allerlei mooie programma's, waarvoor de uitvoering de verantwoordelijkheid bij derden komt te liggen. Mooi hoor, zoveel ideeën en ambitie, maar de rol van ‘marktmeester van de zorg’ wordt te beperkt ingevuld, waardoor de door mij in mijn betoog genoemde misstanden niet snel genoeg worden opgepakt en opgelost waardoor er lokaal grote verschillen in toegang tot en kwaliteit van zorg en diagnostiek blijven bestaan.

50PLUS is van mening dat de minister zijn verantwoordelijkheid moet nemen om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die uit het Recht op Gezondheid voortvloeien en die hij niet naar anderen kan delegeren. Gaat hij die verantwoordelijkheid nu echt oppakken?

Tot slot wil ik onze waardering uitspreken voor al die mensen, verpleegkundigen, verzorgers die ondanks alle problemen, hun werk in de zorg met veel betrokkenheid en liefde blijven doen.”