Standaard-Eurobarometer voorjaar 2019: Europeanen optimistischer over de Europese Unie – beste resultaten in 5 jaar

Source: European Commission (EC) i, published on Monday, August 5 2019.

Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête die vandaag is gepubliceerd, blijkt dat de burgers over de hele lijn een positiever beeld van de Europese Unie i hebben: van de economie tot de toestand van de democratie. Dit zijn de beste resultaten sinds de Eurobarometer-enquête van juni 2014, d.w.z. sinds het aantreden van de Commissie-Juncker i.

Deze meest recente standaard-Eurobarometer-enquête werd gehouden na de Europese verkiezingen, tussen 7 juni en 1 juli 2019, in alle 28 EU-landen en vijf kandidaat-lidstaten. Enkele belangrijke conclusies zijn dat de steun voor de euro nooit groter was en dat de burgers zich, na immigratie, vooral over de klimaatverandering zorgen maken.

  • 1. 
    Vertrouwen en optimisme over de toekomst op hoogste niveau sinds 2014

Het vertrouwen in de EU staat op het hoogste peil sinds 2014 en blijft groter dan het vertrouwen in de nationale regeringen of parlementen. Het vertrouwen in de EU is in 20 lidstaten toegenomen, met de hoogste scores in Litouwen (72 %), Denemarken (68 %) en Estland (60 %). Daarnaast heeft meer dan de helft van de respondenten “doorgaans vertrouwen” in de EU in Luxemburg (59 %), Finland (58 %), Portugal (57 %), Malta en Zweden (beide 56 %), Bulgarije en Hongarije (beide 55 %), Ierland, Polen, Nederland en Cyprus (alle 54 %), Roemenië en Oostenrijk (beide 52 %) en Letland en België (beide 51 %).

Sinds de laatste standaard-Eurobarometer-enquête in het najaar van 2018 is het percentage respondenten met een positief beeld van de EU (45 %) toegenomen in 23 EU-lidstaten, het sterkst in Cyprus (47 %, +11), Hongarije (52 %, +9), Griekenland (33 %, +8), Roemenië (60 %, +8) en Portugal (60 %, +7). Het cijfer is sinds het najaar van 2018 met twee procentpunten gestegen (+10 sinds het voorjaar van 2014) en daarmee is het hoogste niveau van de afgelopen 10 jaar bereikt. 37 % (+1 in vergelijking met het najaar van 2018) van de respondenten heeft een neutraal beeld van de EU, terwijl minder dan een vijfde een negatief beeld heeft (17 %, -3). Dat is de laagste score in 10 jaar.

Een meerderheid van de Europeanen is optimistisch over de toekomst van de EU (61 %, +3 procentpunten), terwijl slechts 34 % (-3) pessimistisch is. Het optimisme is het grootst in Ierland (85 %), Denemarken (79 %), Litouwen (76 %) en Polen (74 %). Aan het andere eind van het spectrum is het optimisme minder uitgesproken in het Verenigd Koninkrijk (47 % tegenover 46 %) en in Frankrijk (50 % tegenover 45 %).

55 % van de Europeanen zegt dat zij tevreden zijn met de manier waarop de democratie in de EU werkt, de hoogste score sinds het najaar van 2004 (+ 5 procentpunten sinds het najaar van 2018; +11 sinds het voorjaar van 2014), terwijl het aantal “niet tevredenen” met vijf procentpunten is gedaald naar 36 %.

Een meerderheid van de Europeanen is het ermee eens dat “hun stem wordt gehoord in de EU”. Het gemiddelde van de EU-28 bedraagt 56 % (+ 7 procentpunten sinds het najaar van 2018; +11 sinds het voorjaar van 2018; + 14 sinds het voorjaar van 2014), met de hoogste scores in Zweden (86 %), Denemarken (81 %) en Nederland (76 %).

  • 2. 
    Recordsteun voor de euro

De steun voor de economische en monetaire unie en voor de euro bereikt een nieuwe recordhoogte: meer dan drie kwart van de respondenten (76 %, + 1 procentpunt; + 9 sinds het voorjaar van 2014) in de eurozone is voorstander van de eenheidsmunt van de EU. In de EU als geheel blijft de steun voor de euro stabiel op 62 %.

Er zijn meer burgers die de situatie van de nationale economieën positief dan negatief inschatten (49 % versus 47 %). Een meerderheid van de respondenten in 17 lidstaten (16 lidstaten in het najaar van 2018) vindt dat de nationale economie in goede staat verkeert. Luxemburg (94 %), Denemarken (91 %) en Nederland (90 %) zijn de landen met de hoogste scores. De laagste percentages worden opgetekend in Griekenland (7 %), Kroatië en Bulgarije (beide 20 %), Italië (22 %), Spanje (26 %) en Frankrijk (29 %).

  • 3. 
    EU-burgerschap en vrij verkeer als belangrijkste verwezenlijkingen van de EU

In alle 28 lidstaten voelt meer dan de helft van de respondenten zich burger van de EU. In de EU als geheel voelt 73 % van de respondenten zich burger van de EU (+2 procentpunten sinds het najaar van 2018). Op nationaal niveau variëren de scores van 93 % in Luxemburg, 88 % in Duitsland en 87 % in Spanje tot 57 % in Griekenland en Italië en 52 % in Bulgarije.

Een grote meerderheid van de EU-burgers ondersteunt “het vrij verkeer van EU-burgers die overal in de EU kunnen wonen, werken, studeren en zakendoen” (81 %, -2 procentpunten sinds het najaar van 2018) en in elke EU-lidstaat bedraagt die steun meer dan 66 %, van 94 % in Litouwen tot 68 % in Italië en het VK.

  • 4. 
    Belangrijkste punten van zorg op nationaal en EU-niveau: steeds meer burgers maken zich zorgen over de klimaatverandering en het milieu

Immigratie blijft het belangrijkste punt van zorg op EU-niveau voor 34 % van de respondenten, ondanks een sterke daling (-6 procentpunten sinds het najaar van 2018). De klimaatverandering, die in het najaar van 2018 op de vijfde plaats stond, is nu de tweede belangrijkste bron van zorg na een sterke stijging (+6 sinds het najaar van 2018). Drie punten van zorg behalen een identieke score: de economische situatie (18 %, onveranderd), de toestand van de overheidsfinanciën van de lidstaten (18 %, -1) en terrorisme (18 %, -2), gevolgd door het milieu (belangrijkste punt van zorg voor 13 % van de respondenten, een stijging met 4 procentpunten).

De werkloosheid, die nu op de zevende plaats staat op EU-niveau (12 %), blijft de belangrijkste bron van zorg op nationaal niveau (21 %, -2 procentpunten), samen met stijgende prijzen/inflatie/kosten van het levensonderhoud (21 %, onveranderd) en gezondheid en sociale zekerheid (21 %, +1). De problemen in verband met het milieu, het klimaat en energie volgen vlak daarna, na een sterke stijging (20 %, +6). Immigratie (17 % van de respondenten, d.w.z. -4 procentpunten sinds het najaar van 2018 en -19 sinds het najaar van 2015) verdwijnt voor het eerst sinds het voorjaar van 2014 uit de top 3 van zorgen op nationaal niveau. De economische situatie staat op de zesde plaats (16 %, +1).

Achtergrond

De “Standaard-Eurobarometer voorjaar 2019” (EB 91) werd gehouden aan de hand van persoonlijke interviews die tussen 7 en 1 juli 2019 in de 28 EU-lidstaten en in de kandidaat-lidstaten[1] werden georganiseerd. Er werden 27 464 interviews afgenomen in de EU28-lidstaten tussen 7 en 25 juni 2019.

Meer informatie

Standaard-Eurobarometer 91

http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/survey/getsurveydetail/instruments/standard/surveyky/2253

[1] De 28 lidstaten van de Europese Unie (EU), vijf kandidaat-lidstaten (Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië en Turkije) en de Turks-Cypriotische gemeenschap in het deel van het land dat niet door de regering van de Republiek Cyprus wordt gecontroleerd.

IP/19/4969

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail