Kwaliteitsverschillen in levensmiddelen: vragen en antwoorden

Source: European Commission (EC) i, published on Monday, June 24 2019.

Wat is het probleem met kwaliteitsverschillen in levensmiddelen in verschillende lidstaten?

Consumenten in een aantal EU-landen hebben geklaagd dat de samenstelling van bepaalde producten, zoals frisdranken, koffie of vissticks, in hun eigen land verschilt van die van producten die in andere lidstaten onder dezelfde merknaam en in dezelfde of sterk vergelijkbare verpakkingen worden verkocht. Uit vergelijkende tests is gebleken dat het op de EU-markt inderdaad voorkomt dat producten die op dezelfde manier aan de consument worden aangeboden, in sommige lidstaten een ander gehalte aan vis of vlees, een hoger vetgehalte of een ander type zoetstof bevatten dan in andere lidstaten.

Daarom heeft voorzitter Juncker in zijn State of the Union-toespraak in 2017 beloofd deze kwestie aan te pakken.

Is het legaal om producten met verschillende ingrediënten in dezelfde of soortgelijke verpakking in de handel te brengen?

Op grond van het EU-recht en de beginselen van de interne markt staat het handelaren vrij hun producten voor verschillende markten te differentiëren. De consument mag echter niet worden misleid doordat verschillende producten hem als zijnde identiek worden voorgesteld, zonder dat dit op grond van rechtmatige en objectieve redenen is gerechtvaardigd.

In de nieuwe bepalingen over kwaliteitsverschillen in het kader van de “new deal” voor consumenten wordt verduidelijkt dat het misleiden van consumenten over de productsamenstelling, na een beoordeling per geval door de bevoegde autoriteiten, kan worden beschouwd als een krachtens het EU-recht verboden oneerlijke handelspraktijk. Tegelijkertijd wordt in de nieuwe bepalingen erkend dat handelaren op rechtmatige en objectieve gronden producten van hetzelfde merk kunnen aanpassen aan verschillende geografische markten.

Bovendien is het ook in het belang van de producenten dat de consumenten op de hoogte worden gesteld van productdifferentiaties. Alleen wanneer consumenten naar behoren worden geïnformeerd, kunnen zij bij hun aankoopbeslissingen begrijpen en waarderen dat producten een andere samenstelling hebben gekregen om bijvoorbeeld gezonder te zijn of lokale ingrediënten te bevatten.

Laat de enquête in Europa patronen zien wat productverschillen betreft?

Uit deze enquête is geen consistent patroon van regionale verschillen tussen producten gebleken.

Wat heeft de Commissie gedaan om het probleem van kwaliteitsverschillen in levensmiddelen aan te pakken?

In september 2017 heeft de Commissie richtsnoeren uitgevaardigd over de toepassing van de levensmiddelen- en consumentenwetgeving van de EU op kwaliteitsverschillen in producten, om de nationale autoriteiten te helpen bij het bepalen of een onderneming de EU-wetgeving schendt wanneer zij in verschillenden landen ogenschijnlijk identieke producten met een andere samenstelling verkoopt.

De Commissie heeft in april 2018 in het kader van haar “new deal” voor consumenten ook een wetgevingsvoorstel ingediend om de toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken te verduidelijken in gevallen van producten met uiteenlopende kwaliteit. Deze regels, waarover het Europees Parlement en de Raad het onlangs eens zijn geworden, maken duidelijk dat het in de handel brengen van goederen die zogenaamd in de hele EU dezelfde samenstelling hebben, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval is, een met deze richtlijn strijdige misleidende handelspraktijk kan zijn. Het staat ondernemingen nog steeds vrij om goederen van hetzelfde merk met verschillende samenstelling of kenmerken in de handel te brengen en te verkopen in verschillende geografische markten, wanneer dat gerechtvaardigd is door rechtmatige en objectieve factoren, zoals nationale wetgeving, de beschikbaarheid of seizoensgebondenheid van grondstoffen of vrijwillige strategieën voor een betere toegang tot gezonde en voedzame levensmiddelen.

Tegelijkertijd heeft het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek i van de Commissie, met de steun van meer dan de helft van de EU-lidstaten en een breed scala van organisaties van belanghebbenden, een gemeenschappelijke testmethode ontwikkeld en een pan-Europese testcampagne voor levensmiddelen gecoördineerd, waarvan de resultaten vandaag zijn bekendgemaakt.

Hoeveel geld heeft de Commissie uitgetrokken om het probleem van kwaliteitsverschillen in voedingsmiddelen aan te pakken?

De Europese Commissie heeft ongeveer 4,6 miljoen euro uitgetrokken om de omvang van het probleem van kwaliteitsverschillen beter te begrijpen en de consumentenautoriteiten en -organisaties te ondersteunen om het probleem doeltreffend aan te pakken:

 

Bedrag

Bron

Beschrijving en stand van zaken

1 000 000 EUR

Consumentenprogramma 2017

Ontwikkeling en uitvoering van een gemeenschappelijke testmethode door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie, in nauwe samenwerking met alle betrokken belanghebbenden. De methode werd in april 2018 gepresenteerd en is ten uitvoer gelegd in een EU-testcampagne waaraan 19 lidstaten hebben deelgenomen. De resultaten zijn vandaag bekendgemaakt.

1 000 000 EUR

Consumentenprogramma 2017

Subsidies voor het uitvoeren van acties voor de medefinanciering van verdere tests en de ontwikkeling van handhavingscapaciteit in de lidstaten

1 430 000 EUR

Proefproject Europees Parlement

De Commissie voert momenteel dit proefproject uit om na te gaan wat de economische redenen voor productdifferentiatie zijn en wat de gevolgen voor de consument zijn.

1 260 000 EUR

Proefproject Europees Parlement

Dit proefproject heeft tot doel de capaciteit van consumentenorganisaties om consumentenproducten te testen en te vergelijken, te versterken en mogelijk misleidende strategieën of misleidende informatie op de verpakking op te sporen. Vandaag is in dat verband een oproep tot het indienen van voorstellen gepubliceerd, en de uiterste termijn voor het indienen van voorstellen is 6 november 2019.

Hoe zal de “new deal” voor consumenten helpen bij het aanpakken van probleem in verband met kwaliteitsverschillen in levensmiddelen?

De EU-regels ter bescherming van de consument behoren tot de strengste ter wereld.

In april 2018 heeft de Commissie het wetgevingspakket een “new deal” voor consumenten voorgesteld om de handhaving te verbeteren en om de EU-regels voor consumentenbescherming te moderniseren en de mogelijkheid open te stellen voor representatieve vorderingen in de EU.

In april 2019 werd de richtlijn over betere handhaving en modernisering voorlopig goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. Zij bevat een specifieke wijziging van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken wat kwaliteitsverschillen in producten betreft. Hierin wordt bepaald dat het in de handel brengen van een product als zijnde identiek aan een product dat in andere lidstaten in de handel wordt gebracht, terwijl de samenstelling of de eigenschappen van dat product aanzienlijk anders zijn, op basis van een beoordeling per geval, als een misleidende handelspraktijk kan worden beschouwd, tenzij rechtmatige en objectieve factoren dat rechtvaardigen. De formele goedkeuring van de nieuwe regels wordt tegen het einde van het jaar verwacht.

Andere belangrijke bepalingen van de ontwerprichtlijn over betere handhaving en modernisering omvatten meer bevoegdheden voor de handhavingsautoriteiten om afschrikkende sancties op te leggen voor wijdverspreide inbreuken die onder gecoördineerde handhavingsacties van de EU vallen, en sterkere rechten voor consumenten op schadevergoeding en andere rechtsmiddelen wanneer zij slachtoffer zijn.

De nationale autoriteiten en rechtbanken in de EU-landen zullen de nieuwe regels over kwaliteitsverschillen die in het kader van de “new deal” worden aangenomen, handhaven. Vandaag wordt het EU-consumentenrecht op dezelfde manier gehandhaafd. De Europese Commissie heeft niet de bevoegdheid om in te grijpen in concrete geschillen tussen handelaren en consumenten.

Wat zijn de volgende stappen?

De Commissie zal de lidstaten blijven ondersteunen bij hun onderzoek naar kwaliteitsverschillen binnen het bestaande wettelijke kader en de resultaten van de vandaag bekendgemaakte studie kunnen dienen als input voor de nationale autoriteiten.

De Commissie zal ook het werk van de autoriteiten vergemakkelijken bij het onderzoeken van grensoverschrijdende kwaliteitsverschillen in het kader van de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (SCB). De herziene verordening, die vanaf 17 januari 2020 van toepassing wordt in alle lidstaten, zal het onderzoek naar kwaliteitsverschillen verder vergemakkelijken door de autoriteiten de mogelijkheid te bieden om testaankopen te doen, en producten te inspecteren, te demonteren of te testen om inbreuken op te sporen en bewijsmateriaal te verkrijgen.

De Commissie ondersteunt voorts ook activiteiten van lidstaten ter voorbereiding van de nieuwe verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming, door ook in het kader van het consumentenprogramma 2019 1 miljoen EUR aan medefinanciering uit te trekken. Met de vandaag gepubliceerde oproep tot het indienen van voorstellen stelt de Commissie bovendien consumentenorganisaties in staat om capaciteit te ontwikkelen om producten te testen en te vergelijken, en om potentieel misleidende merkstrategieën of misleidende informatie op de verpakking op te sporen.

Hoe is de testmethode tot stand gekomen?

Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek heeft de methode ontwikkeld met de steun van andere diensten van de Commissie en vertegenwoordigers van belanghebbenden uit de levensmiddelenketen. Daarbij waren onder meer autoriteiten en vertegenwoordigende organisaties van de voedings- en kleinhandelssector en consumentenorganisaties uit alle lidstaten.

De nationale autoriteiten werd verzocht gegevens te verzamelen over geselecteerde producten die in de EU-brede testcampagne zouden worden onderzocht. Deze selectie was voornamelijk gebaseerd op de resultaten van eerdere nationale enquêtes, en omvatte als zodanig de producten waarover het publiek in verschillende lidstaten het meest bezorgd was.

Hoeveel producten heeft het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek getest?

Over 128 producten werden gegevens verzameld in een dwarsdoorsnede van EU-lidstaten. In totaal vormden de gegevens van 1 380 monsters de basis voor de evaluatie.

Hoewel de producten zorgvuldig werden geselecteerd om een gemiddeld winkelmandje te vertegenwoordigen, zijn deze echter niet representatief voor de grote verscheidenheid van levensmiddelen op de EU-markt.

De producten werden niet geanalyseerd in laboratoria en de smaak ervan is niet beoordeeld door opgeleide sensorische beoordelaars. Alleen de informatie op de productetiketten — de voedingswaardevermelding en de ingrediëntenlijst — en de uiterlijke verschijningsvorm van de producten op de voorkant van de verpakking werden gebruikt om hetzelfde product in verschillende lidstaten te vergelijken.

Werd de sector geraadpleegd tijdens de tests?

Er werd contact opgenomen met de merkeigenaren met het verzoek opmerkingen te maken bij de bevindingen van de enquête. Hun opmerkingen en toelichtingen zijn in het verslag opgenomen.

De bijlage bij het verslag bevat alle gegevens die voor elk product zijn verzameld en vervolgens ook de opmerkingen en toelichtingen van de merkeigenaren.

Worden de tests voortgezet?

De autoriteiten van de lidstaten kunnen nu gebruik maken van de door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek ontwikkelde en gevalideerde methode die voor deze testcampagne is gebruikt, en doorgaan met het testen van producten op hun markten met het oog op geharmoniseerde en wetenschappelijk verantwoorde resultaten. Om de kosten van die tests te dekken, kunnen de lidstaten subsidies aanvragen in het kader van de desbetreffende oproep die de Commissie vandaag heeft gelanceerd.

Wat zijn de volgende stappen in het onderzoek naar kwaliteitsverschillen in levensmiddelen?

Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek onderzoekt ook de kwestie van kwaliteitsverschillen vanuit het perspectief van de consument, alsook van de economische overwegingen van producenten voor differentiatie. Deze uiteenlopende onderzoeksactiviteiten verkeren in een vroeg stadium. Indien de uiteindelijke bevindingen doorslaggevend blijken te zijn, zal het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, dat onder meer als taak heeft de autoriteiten van de lidstaten te voorzien van wetenschappelijke gegevens, de resultaten met hen delen ter ondersteuning van hun activiteiten op het gebied van markttoezicht en handhaving.

QANDA/19/3333

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail