Een ongelijke strijd: Marrakesh en de Europese kwetsbaarheid

Source: Jongerenorganisatie Forum voor Democratie (JFVD) i, published on Thursday, November 8 2018.

Een ongelijke strijd: Marrakesh en de Europese kwetsbaarheid

Migratie als mensenrecht, de poorten wijd open: de toekomstfantasie van de Verenigde Naties. Het Marrakesh-Immigratiepact regelt nogal wat: immigranten hebben vooral rechten, gastlanden vooral plichten. Een goede reden om naar Europa te komen is niet meer nodig, want het onderscheid tussen illegale en legale immigratie wordt niet gemaakt. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen, zo lijkt de leidende gedachte achter het akkoord.

Terecht is er op veel aspecten van het Marrakesh-Immigratiepact kritiek geleverd. Bijvoorbeeld op het feit dat een zogenaamd ‘niet-bindend’ VN-pact op basis van rechterlijke interpretaties in de EU of Nederland in de toekomst ons beleid toch kan beïnvloeden. Ook is de kritiek op het proces even luid als terecht. Vrijwel alle partijen in de Tweede Kamer willen het pact als hamerstuk behandelen. Meerdere FVD-verzoeken tot een debat werden afgewezen.

Dat partijen als VVD en CDA in de praktijk weinig aan immigratiebeperking doen, is al langer bekend, maar dat deze partijen nu zelfs dit revolutionaire Marrakesh-Immigratiepact niet op zijn merites willen bediscussiëren, is ronduit verbijsterend. Het lijkt immers onwaarschijnlijk dat VVD en CDA de potentiële effecten van het akkoord niet onderkennen: we leven tenslotte in een tijd waarin immigratie het West-Europese politieke discours domineert. Rest de vraag: van wie mag dit akkoord niet aan een debat worden onderworpen? Wie heeft er zo veel belang bij Marrakesh?

De natiestaat

Het antwoord op deze vragen zal wellicht in nevelen gehuld blijven, maar dat geeft ons de gelegenheid om meer theoretische kanttekeningen bij het akkoord te plaatsen. Een daarvan is ideologisch: de natiestaat is een legitieme politieke entiteit, maar zou door Marrakesh ten onder gaan. De natiestaat functioneert voor een volk zoals een huis voor een gezin. Zij is als brenger van sociale cohesie, veiligheid en welvaart een doorslaand succes geweest. Een natiestaat komt niet vanzelf tot stand: er gaat een proces van natievorming aan vooraf. In dat proces, dat in West-Europa grotendeels in de negentiende eeuw voltooid werd, zijn de verschillende naties een geheel geworden. Toetreding tot de natie is mogelijk, maar vergt aanpassing van de immigrant. En de natie bepaalt wie mag toetreden. Daarbij spreekt het voor zich dat zij die in termen van cultuur, taal of afkomst dichterbij de natie staan een grotere kans hebben om succesvol deel van de natie te worden. Zij van wie op basis van hun achtergrond niet verwacht kan worden dat zij zich aan het huis aanpassen, kunnen in het belang van de natie beter wegblijven. Een coalitie van globalistische opengrenzenidealisten en grote bedrijven probeert dit alles te ontmantelen; Marrakesh is daartoe een instrument. Naties hebben echter het morele recht om zelf te bepalen wie wel en niet tot de natie behoren.

In het verlengde hiervan zijn er meer consequentialistische kanttekeningen bij de gang van zaken te plaatsen. Het idee dat een Deen makkelijker in Nederland integreert dan een Malinees, is niet bepaald revolutionair. Maar als migratie tot mensenrecht wordt gemaakt, kan Nederland vooral op de toestroom van mensen vanuit radicaal andere culturen rekenen. Gezien de duizelingwekkende bevolkingsgroei in de relatief nabije Sahel-regio en de gretigheid waarmee men daar naar het vermeende paradijs Europa trekt, is massale immigratie vanuit deze regio in de 21ste eeuw verreweg het meest waarschijnlijke scenario. Beleidsmakers zouden zich hierop moeten voorbereiden en Europa tegen de onvermijdelijk ontwrichtende werking ervan moeten beschermen. Maar het Marrakesh-Immigratiepact doet precies het tegenovergestelde: het ontwapent en verzwakt Europa. De natie heeft het morele recht om de deur van het huis te sluiten. Maar in Marrakesh wordt de sleutel van het huis weggegeven. De ongenode gasten zullen nooit vrijwillig vertrekken.

De Europese kwetsbaarheid

Op basis van joods-christelijk en humanistisch gedachtegoed heeft de Europese beschaving moraliteit in het handelen tot de eerste plaats verheven. Immanuel Kants categorische imperatief is hiervan een uitstekend voorbeeld en een typisch product van Europees denken. Universaliteit staat centraal. Maar de Europese beschaving heeft tot wasdom kunnen komen in een Europa dat zich verweerde tegen vreemden die deze beschaving te gronde wilden richten.

Vandaag de dag hanteren Europeanen universalistische waarden. Op morele gronden beredeneren Europeanen dat immigranten uit andere continenten net zoveel recht op ons staatsburgerschap zouden hebben als wij. Andere beschavingen, zoals de islamitische, zijn echter meer gericht op de consequenties van hun handelen. Zij hanteren geen universalistisch perspectief, maar een perspectief dat onderscheid maakt tussen wij en zij. Dat moge vanuit ons perspectief misschien moreel laakbaar zijn, maar als strategie voor het verdedigen en uitbreiden van de eigen invloedssfeer werkt het. Omgekeerd verwordt Europa’s wens om universeel goed te doen tot haar grootste zwakte. Een ongelijke strijd: op basis van onze universele moraliteit laten wij mensen toe wier waarden fundamenteel tegen de onze indruisen, mensen bovendien een veel hoger geboortecijfer hebben. Niet één andere beschaving doet dit zichzelf aan. Niet één beschaving schaft zichzelf af.

Het is niet te laat om het tij te keren. Als onder Europeanen een hernieuwde wil tot het behoud van de eigen beschaving ontstaat, en als men bereid is om in het belang van die beschaving onderscheid te maken tussen immigranten, dan kan de massale immigratie van niet-Europeanen en de dreigende demografische transitie een halt worden toegeroepen. De eerste stap? Het verscheuren van het rampzalige Marrakesh Immigratiepact.