Koninklijke boodschap - Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)
Deze koninklijke boodschap1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 33910 - Wet opheffing bedrijfslichamen2.
Contents
Officiƫle titel | Koninklijke boodschap - Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen) |
---|---|
Document date | 03-04-2014 |
Publication date | 02-05-2018 |
Reference | 33910, nr. 1 |
External link | original article |
T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - G E N E R A A L 2
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2013-2014
33 910
Wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)
Nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Wassenaar, 3 april 2014 Willem-Alexander
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.De koninklijke boodschap is een vaste, formele tekst waarmee de Koning namens de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, met inachtneming van artikel 134, eerste lid, van de Grondwet, dat het wenselijk is de bedrijfslichamen op te heffen en taken van de bedrijfslichamen te beleggen bij de centrale overheid.