Referendum – zegen of vloek?
Is het referendum een democratische zegen of vloek? Een nieuwe studie over referenda (Democratische zegen of vloek?, waarvoor Frank Hendriks1, Koen van der Krieken en Charlotte Wagenaar tekenden) zoekt antwoorden via een rondgang door theorie en praktijk, in binnen- en buitenland.
Nieuwe, vergelijkende studie: geen eenheidsworst
Vertrekkend vanuit het Nederlandse Oekraïne-referendum als centrale casus, worden vergelijkbare EU-gerelateerde referenda belicht en ook meer duurzame referendumculturen doorgelicht. Reflectie hierop leert dat het referendum geen eenheidsworst is. Onder gunstige omstandigheden blijken referenda een nuttige rol te kunnen vervullen in een gemengd democratisch bestel. In verkeerde handen kunnen ze echter ook stevig worden misbruikt; dat hebben referenda gemeen met andere instituties, zoals de politieke partij of de massaverkiezing. Toegespitst op de Nederlandse polderdemocratie luidt de conclusie dat het referendum, mits op juiste wijze ingericht en ingebed, van toegevoegde waarde kan zijn.
Op 5 oktober 2017 wordt het boek aangeboden aan de voorzitter van de Staatscommissie Parlementair Stelsel2, Johan Remkes3 [Commissaris van de Koning in4 Noord-Holland], waarna een openbare forumdiscussie volgt. Locatie: Atrium Campus Den Haag Universiteit Leiden, Turfmarkt 99.
Reflectie
Dat er behoefte is aan reflectie op de rol van het referendum in de democratie hoeft nauwelijks nog betoog. In Nederland hebben we sinds 2015 wetgeving die raadgevende referenda, voortgestuwd door kiezersinitiatief, mogelijk maakt. Wetgeving die de uitslag van zulke referenda in de toekomst bindend kan maken is in eerste lezing door Tweede5 en Eerste Kamer6 aanvaard. Ook als deze wet de tweede lezing niet overleeft, en het raadgevend referendum in Nederland dus zijn adviserende status behoudt, zal het referendum een serieus te nemen verschijnsel blijven. Denk maar aan het Brexit-referendum – in formele zin ‘slechts’ een adviserend referendum –, maar ook één met enorme implicaties in reële zin. Het Nederlandse Oekraïne-referendum uit hetzelfde jaar, 2016, was ook een adviserend referendum met zeer reële implicaties, zoals uit de doeken wordt gedaan in het boek Democratische zegen of vloek? Aantekeningen bij het referendum.
Het Oekraïne-referendum was voor Frank Hendriks, Koen van der Krieken en Charlotte Wagenaar aanleiding en opstap om breder naar de rol van het referendum in de democratie te kijken, zowel in de Nederlandse als in de internationale context. Ze vergelijken de zeer weifelende benadering van het referendum in Nederland met veel sterker ontwikkelde referendumpraktijken in landen als Zwitserland, Italië en Denemarken, alsook grote deelstaten als Californië en Beieren.
Geen generieke uitspraken
Een belangrijke conclusie is dat generieke uitspraken over ‘het referendum’ – altijd ‘een vloek’ of altijd ‘een zegen’ voor de democratie – weinig zinvol zijn. Referendumdesign en referendumcontext moeten altijd in samenhang worden bekeken. Over wat voor soort referendum hebben we het? Een adviserend, raadgevend, correctief wetgevingsreferendum, zoals het Nederlandse, of één van de andere varianten? In de context van een gevestigde overlegdemocratie, zoals de Nederlandse, of een andere politieke context?
Democratische zegen of vloek? Aantekeningen bij het referendum is geen vooropgezet pamflet voor of tegen het referendum in de democratie. Het boek is negentig procent onderzoek en analyse, aan het eind afgerond met een oefening in institutioneel ontwerp: wat is, in de Nederlandse context, een wijze omgang met het referendumverschijnsel op nationaal niveau? Hoe kan het referendum zó worden ingericht en ingebed dat het referendum een bijdrage kan leveren aan de democratie? – wetend dat een ongelukkig ingericht en ingebed referendum ook een werkelijkheid kan zijn. De bijdrage van het referendum aan de Nederlandse overlegdemocratie ligt niet zozeer aan de (co)creatieve kant – daarvoor zijn andere democratische instrumenten vooralsnog beter toegerust – maar aan de corrigerende kant – aan de kant die de Franse theoreticus Rosanvallon ‘tegendemocratie’ noemt, zo stelt dit boek.
Democratische zegen of vloek? Aantekeningen bij het referendum
Auteurs: Frank Hendriks, Koen van der Krieken, Charlotte Wagenaar. Uitgave: Amsterdam University Press, 2017
Boekpresentatie Democratische zegen of vloek? Op 5 oktober 2017, 14.00-16.00, neemt Johan Remkes, voorzitter Staatscommissie Parlementaire Democratie, het boek in ontvangst. Aansluitend Forumdiscussie, met o.a. Ruud Koole7, Wim Voermans, Niesco Dubbelboer8, Pia Lokin-Sassen9 en André Krouwel. |
- 1.Prof. Frank Hendriks (1966) is hoogleraar vergelijkende bestuurskunde en onderzoeksdirecteur bij de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur, Universiteit van Tilburg. Sinds 2012 is hij fellow bij het Montesquieu Instituut. Zijn belangstelling richt zich op de analyse, beoordeling en vergelijking van democratie, publieke besluitvorming en ‘governance’, zowel op het nationale niveau als op het subnationale, vooral stedelijke en regionale, niveau.
- 2.De Staatscommissie parlementair stelsel werd op 27 januari 2017 ingesteld door het kabinet-Rutte II om te adviseren over de noodzaak van veranderingen in het parlementaire stelsel en de parlementaire democratie.
- 3.Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.
- 4.De commissaris van de Koning (CvdK) vertegenwoordigt van oorsprong het koninklijk gezag in een provincie en treedt dan ook tegenwoordig nog in een provincie op als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering. De commissaris van de Koning maakt deel uit van het provinciebestuur en is voorzitter van Provinciale Staten, maar officieel geen lid. Daarnaast maakt de commissaris van de Koning deel uit van het College van Gedeputeerde Staten en is daarvan voorzitter.
- 5.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 6.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 7.Ruud Koole (1953) was van 11 juni 2019 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor de PvdA. Eerder was hij dat van 7 juni 2011 tot 9 juni 2015. Van maart 2001 tot december 2005 was hij voorzitter van de PvdA en in 2007 een half jaar waarnemend voorzitter. De heer Koole is politicoloog en was directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen. In de periode 2006-2019 was hij hoogleraar politieke wetenschappen in Leiden. De heer Koole was woordvoerder binnenlandse zaken, buitenlandse zaken, defensie en langdurige zorg van de PvdA-Eerste Kamerfractie en tevens fractiesecretaris.
- 8.Enthousiast en spontaan PvdA-Tweede Kamerlid dat zich met gedrevenheid inzette voor het verkleinen van de kloof tussen kiezers en gekozenen. Stond mede aan de wieg van het referendum over de Europese Grondwet en bepleitte invoering van een referendum en van wijziging van het kiesstelsel. Ook was hij nauw betrokken bij de invoering van het burgerinitiatief. Was voor hij in de Kamer kwam directeur van Agora, een Stichting voor participatieve democratie. Eerder was hij werkzaam bij de gemeente Amsterdam op het gebied van de bestuurlijke vernieuwing.
- 9.CDA-politica uit Groningen, maar met Brabantse roots. Na haar studie in Nijmegen advocaat en daarna docent staatsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van een wetenschappelijke uitgeverij. Verder zat zij korte tijd in de gemeenteraad van Groningen. Kwam in 2011 in de Eerste Kamer en keerde daarin, na in 2015 niet te zijn herkozen, in 2017 nog twee jaar terug. Hield zich vooral bezig met constitutionele zaken en binnenlands bestuur en stond met een door haar ingediende motie aan de wieg van een grondwetsartikel over eerlijke rechtspraak. Dochter van oud-minister, oud-Europees bestuurder en oud-Kamerlid Maan Sassen. De familie Sassen bracht meerdere Kamerleden voort.
- 10.Thursday October 5th book presentation: