Multiannual Financial Framework 2021-2027

Source: Europa Nu.
financiele analytisch gegevens op papier

Het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK) is het akkoord waarin de begroting van de Europese Unie i voor een periode van zeven jaar op hoofdlijnen wordt vastgesteld. De EU legt in deze meerjarenbegroting vast wat de hoogte van het budget van de EU is, waar het geld aan uitgegeven wordt en hoeveel iedere lidstaat moet bijdragen. Het MFK voor 2021-2027 komt uit op 1.074,3 miljard euro. Om de economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen is afgesproken dat er boven op de normale begroting een coronaherstelfonds i komt van 750 miljard euro. In juni 2023 heeft de Commissie de lidstaten gevraagd om 66 miljard euro extra aan de meerjarenbegroting bij te dragen. Dit bedrag zou vooral nodig zijn om Oekraïne de komende jaren financieel te blijven steunen. Daarnaast zou het geld gebruikt worden voor het asiel- en migratiebeleid en voor subsidies aan Europese industrieën en technologieën.

Na jaren van moeizame onderhandelingen tussen de lidstaten onderling én vervolgens tussen de lidstaten en het Europees Parlement i is er overeenstemming over de hoogte van de begroting, waar het geld aan besteed moet gaan worden, en aan de voorwaarden die op het terrein van de rechtsstaat worden gesteld aan de lidstaten om EU-gelden te kunnen ontvangen. De Commissie ziet er nu bij al die uitgaven op toe of de financiële belangen van de Unie niet geschaad worden door problemen met de rechtstaat in een lidstaat, zoals bijvoorbeeld door aanhoudende corruptie. Bij ernstige problemen kan een procedure volgen ertoe kan leiden dat subsidies worden stopgezet.

Het geld van de begroting gaat vooral naar het cohesiebeleid voor het versterken van de economie van armere regio's en naar het landbouwbeleid. Beiden zijn goed voor ruim 350 miljard in zeven jaar. Ook onderzoek en innovatie en het nabuurschapsbeleid zijn belangrijke posten, beiden goed voor zo'n 100 miljard in de komende zeven jaar. De rest van het geld gaat naar migratie, defensie, gezondheidszorg en naar uitgaven aan de Unie zelf. Het herstelfonds is helemaal gericht op het aanjagen van economische groei, en sluit daarmee vooral aan bij het cohesie- en innovatiebeleid.

1.

Knelpunten in en uitkomsten van de onderhandelingen

De hoogte van begroting

In haar eerste voorstel van mei 2018 ging de Commissie uit van een meerjarenbegroting van 1.135 miljard euro, 1,11 procent van het gezamenlijk BNP van de Europese Unie. Dat was flink hoger dan de 1 procent BNP die het in 2014-2020 was. Een aanzienlijk aantal lidstaten kon zich daar in vinden of wilde zelfs nog een iets verdere stijging. Zuiniger lidstaten, zoals Nederland, wilden niets weten van een stijging en stelden voor de begroting op die 1 procent te houden, oftewel 1.020 miljard. Het Europees Parlement zette juist veel hoger in en vroeg om 1.324 miljard euro, 1,3 procent van het BNP.

De zuinige lidstaten zetten hun hakken in het zand. Dat waren veelal ook de landen die netto aan de EU betaalden. Iedere verhoging van het MFK zou die landen meer geld kosten. Als compromis waren ze mogelijk wel bereid iets meer te willen betalen, maar dan moesten landenkortingen behouden blijven, voorwaarden over de staat van de rechtsstaat komen voor het geven van subsidies en de uitgaven worden gemoderniseerd.

De toch al zo stroef verlopende onderhandelingen werden door de uitbraak van de coronacrisis nog verder bemoeilijkt. De onderhandelingen over de hoogte van het herstelfonds (1000+ miljard, of 500 miljard) en of het giften of leningen moesten worden liepen veelal langs dezelfde breuklijnen tussen de lidstaten. In de zomer van 2020 waren de lidstaten eruit: 1.074 miljard voor het MFK en 750 miljard in het steunfonds.

Het Europees Parlement eiste vervolgens een verhoging van ruim 40 miljard. Dat werd uiteindelijk 16 miljard, bovendien vooral te financieren uit de boetes die de Commissie oplegt in het kader van het mededingingsbeleid.

Landenkortingen

De Commissie wilde na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk ook meteen een einde maken aan het fenomeen landenkortingen, ook bekend als de 'rebates'. Het idee achter deze kortingen is dat landen die per inwoner relatief veel betalen aan de EU korting krijgen op hun afdracht aan de EU, een tegemoetkoming aan nettobetalers als Nederland.

Waar gaat het geld naar toe

De Commissie wilde minder geld naar landbouw en regionaal beleid, en meer inzetten op bijvoorbeeld programma's voor onderwijs (Erasmus+ i), innovatie en het ondersteunen van economische hervormingen.

Uiteindelijk is daar minder van terecht gekomen dan de Commissie wilde. Ook de Nederlandse regering heeft hier water bij de wijn moeten doen. Er is echter wel afgesproken dat van alle uitgaven 30 procent moet worden besteed aan elementen die helpen bij het tegengaan van klimaatverandering, en dat er binnen bestaande programma's meer aandacht komt voor digitalisering.

Uitgaven verdeeld over posten, 2021-2027 (in miljarden euro's)

 

MFK

Herstelfonds

TOTAAL

Natuurlijke hulpbronnen (landbouw, natuur en milieu)

356,4

17,5

373,9

Cohesie (regionaal en sociaal beleid)

377,8

721,9

1099,7

Interne markt (innovatie, onderzoek en digitalisering)

132,8

10,6

143,4

Migratie (migratie en grensbewaking)

22,7

-

22,7

Veiligheid (justitie en politie, defensie)

13,2

-

13,2

Buitenlands beleid (incl. buurlanden en ontwikkelingssamenwerking)

98,4

-

98,4

Bestuur (salarissen, gebouwen e.d.)

73,1

-

73,1

TOTAAL

1.074,3

750

1824,3

Voorwaarden

Lidstaten die de rechtsstaat niet respecteren riskeren opschorting van Europese subsidies. Dat principe is door alle regeringsleiders in de zomer van 2020 vastgesteld bij het compromis over het MFK en het herstelfonds, dus ook door de lidstaten die tegen het hele principe waren.

Die koppeling tussen subsidies en de rechtsstaat was - zeker in de ogen van het Europees Parlement - erg vaag. Precies daarom was dat compromis tussen de lidstaten mogelijk. In de herfst van 2020 is intensief onderhandeld over de uitwerking van dat principe. Dat komt er nu op neer dat wanneer het beheer van de EU-begroting of de financiële belangen van de EU geschaad worden als resultaat van inbreuken op beginselen van de rechtsstaat er mogelijk sancties kunnen volgen. Dat is een nauwere interpretatie dan dat een lidstaat geen geld krijgt als het de fundamenten van de rechtsstaat uitholt, ongeacht of dat direct iets met EU-programma's te maken heeft.

Eigen middelen

In haar eerste voorstel stelde de Commissie voor dat de EU naast de bijdragen vanuit de lidstaten ook zelf direct inkomsten kon genereren. Dat wilde ze door de inkomsten uit het Europese emissiehandelssysteem aan de Commissie te laten toekomen, maar ook door Europese belastingen.

De lidstaten veegden dat idee snel van tafel. Het idee van een Europese belasting is niet populair. Toch keerde het in een andere vorm terug - het coronaherstelfonds mag worden gefinancierd door te direct te lenen van de kapitaalmarkten, met als onderpand nieuwe, eigen inkomstenbronnen van de EU. Zoals opbrengsten uit het emissiehandelssysteem, en nog uit te werken 'tijdelijke' belastingen op plastics en digitale activiteiten. Dat betekent ook dat lidstaten niet zelf direct geld in het fonds hoeven te storten.

2.

De procedure

Het meerjarig financieel kader wordt formeel vastgesteld door de Raad van Ministers i én het Europees Parlement volgens de instemmingsprocedure i. In de praktijk komt er alleen een meerjarenbegroting als de Europese regeringsleiders i het eens zijn. Dit lukte bij de bijeenkomst van de Europese Raad in december 2020 met een compromisvoorstel waardoor ook Polen en Hongarije akkoord gingen. Op 16 december stemde het Europees Parlement in met de meerjarenbegroting: een dag later, op 17 december, deed de Raad van de Europese Unie dat ook.

Technische aanpassing

Ieder jaar voert de Commissie een technische aanpassing van de meerjarenbegroting door. Dit proces omvat twee werkzaamheden:

  • Het doorberekenen van zaken als inflatie en economische groei of krimp binnen de Europese economie.
  • Het herberekenen van de beschikbare financiële ruimte voor de resterende jaren binnen het financiële kader.

Jaarbegroting binnen de meerjarenbegroting

3.

Meer informatie