Veelgestelde vragen associatieverdrag Oekraïne

Source: ChristenUnie (CU) i, published on Tuesday, December 20 2016, 16:44.

De ChristenUnie ontvangt momenteel veel vragen over het associatieverdrag met Oekraïne en de omgang met de uitslag van het referendum. Op deze pagina proberen we de meest gestelde vragen te beantwoorden. Mogelijk wordt deze pagina bij nieuwe vragen nog aangevuld.

De ChristenUnie heeft zelf inderdaad vóór het associatieverdrag met Oekraïne gestemd. In de campagne rond het referendum onderstreepten we dat met het motto ‘samenwerking JA, toetreding NEE’. Een rechtsgeldige referendumuitslag is tegelijkertijd ook iets waar we niet lichtvoetig mee om willen gaan. Direct na de uitslag van het referendum stelde de ChristenUnie al het volgende: “Dat een ruime meerderheid van de kiezers tegen het associatieverdrag heeft gestemd, is een duidelijk signaal dat moet doorklinken in het debat over de betekenis van het referendum en de mogelijke aanpassing van het verdrag.”

De eigen beoordeling van het associatieverdrag (vóór) en de stem van de kiezer (tégen) moeten dus tegen elkaar worden afgewogen. Het eerste, inhoudelijke belang, weegt bij de ChristenUnie zwaar. Het tweede, democratische belang, dat invloed heeft op het vertrouwen van de kiezer in de politiek, weegt echter óók zwaar. Juist in een tijd waar de kloof tussen samenleving en politici groter lijkt te worden, is dit voor de ChristenUnie relevant. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Uiteindelijk geeft dat voor de ChristenUnie in deze worsteling de doorslag.

De ChristenUnie is inderdaad tégen raadgevende referenda. Enkele jaren geleden heeft een partijcommissie onder leiding van Gert Schutte zich gebogen over het referendum. Terecht stelde de commissie over het raadgevend referendum: “Deze vorm lijkt door het raadgevend karakter de rechten van het parlement intact te laten. Dit is echter schijn. Bij een negatieve uitslag is de positieve beslissing van het parlement van rechtswege vervallen. De beide Kamers moeten dan opnieuw een besluit nemen, maar staan dan niet meer vrij tegenover de kiezers. Dan het wetsvoorstel opnieuw aanvaarden schept pas echt een kloof met de kiezers. (...) Wie een referendum wil, zal de consequentie moeten aanvaarden dat het bindend is.’”

De nasleep van het Oekraïne-referendum heeft de onwenselijkheid van dit instrument helder aangetoond. Ook nu het raadgevend referendum wél bestaat als rechtsgeldig instrument, staat de ChristenUnie achter de stellingname van de commissie-Schutte. Bij kiezers is immers een vraag voorgelegd en aan de voorwaarden voor rechtsgeldigheid is voldaan, waarmee het ‘nee’ gewicht heeft gekregen. Dat betekent, zoals de commissie-Schutte ook stelt, dat hoe je het ook wendt of keert de Kamer ‘niet meer vrij tegenover de kiezers staan’. De ChristenUnie wil de nu al grote kloof tussen de politiek en de kiezers niet vergroten, maar juist verkleinen. Dat maakt dat de ChristenUnie de uitslag van het referendum niet zonder meer kan negeren. om democratische schade te voorkomen. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Uiteindelijk geeft dat voor de ChristenUnie in deze worsteling de doorslag.

Inderdaad is een grote groep stemgerechtigden níet gaan stemmen. Een deel deed dat met overtuiging uit bezwaar tegen het referendum. Een ander deel kwam niet stemmen omdat steeds meer Nederlanders ervan overtuigd zijn ‘dat het toch geen zin heeft’. Het is niet goed te zeggen wat de uitkomst zou zijn als al deze mensen wél gestemd hadden. Uiteindelijk is met de opkomst voldaan aan de voorwaarden voor de rechtsgeldigheid van het referendum, ook omdat de drempels voor rechtsgeldigheid volgens de ChristenUnie erg laag liggen. De ChristenUnie is dus niet blij met het instrument van het raadgevend referendum en evenmin met de lage voorwaarden voor de rechtsgeldigheid van zo’n referendum. Nu het raadgevend referendum wél bestaat als rechtsgeldig instrument en aan de voorwaarden voor rechtsgeldigheid is voldaan, is van een bestaand politiek instrument gebruik gemaakt. Dat betekent, zoals de commissie-Schutte ook stelt, dat hoe je het ook wendt of keert de Kamer ‘niet meer vrij tegenover de kiezers staan’. De ChristenUnie wil de nu al grote kloof tussen de politiek en de kiezers niet vergroten, maar juist verkleinen. Dat maakt dat de ChristenUnie de uitslag van het referendum in het belang van het vertrouwen van de kiezer niet zonder meer kan negeren. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Uiteindelijk geeft dat voor de ChristenUnie in deze worsteling de doorslag. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 2.

Er ligt nu een aanvullende verklaring. In die verklaring is nog eens uiteengezet wat het verdrag niet is. Maar, zo concludeert de advocaat van de Europese Raad, deze verklaring wijzigt niets aan de inhoud van het verdrag en vormt evenmin een voorbehoud ten aanzien van het verdrag. Er verandert dus niets, de juridisch bindende oplossing is een lege huls.

Het op deze wijze negeren van de nee-stem levert democratische schade op en zal het vertrouwen in de politiek verder aantasten. Het versterkt het gevoel van ‘wat wij zeggen doet er niet toe. Europa gaat door. Zonder ons en over ons. Dat is schadelijk voor ons land en dat is ook schadelijk voor het draagvlak voor de Europese samenwerking die op zo veel punten een zegen is voor het continent. Het hierin meegaan vergroot zou de breuklijnen in onze samenleving vergroten. Dat levert blijvende schade op voor onze democratie. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.