Ministerie van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie

Source: Parlement.com.

Dit was de naam van het ministerie van Binnenlandse Zaken, nadat bij de formatie van het vierde kabinet-Drees1 de afdelingen Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie waren overgeheveld van Economische Zaken.

Daarmee kon de benoemde staatssecretaris Schmelzer2 minister Struycken3 bijstaan bij diens werkzaamheden als vicepremier en lid van de financieel-economische onderraad van de ministerraad. In 1959 gingen deze taken over naar Algemene Zaken4 en kreeg het ministerie weer de naam Binnenlandse Zaken.

 

Meer over

  • ministerie5
 

  • 1. 
    Het kabinet-Drees IV was een coalitie van PvdA, KVP, ARP en CHU. Na de verkiezingen van 1956 zetten de partijen uit het kabinet-Drees III hun samenwerking voort. Het was het laatste van de rooms-rode kabinetten. Premier was PvdA-leider Willem Drees. Het kabinet trad aan op 13 oktober 1956.
     
  • 2. 
    Leider van de KVP in de jaren zestig, toentertijd de grootste partij. Pragmatische christendemocraat, die na een ambtelijke loopbaan snel carrière maakte in de politiek, mede dankzij de steun van KVP-voorman Romme. Werd na staatssecretariaten in de kabinetten-Drees, -Beel en -De Quay eind 1963 fractievoorzitter. Speelde als zodanig een hoofdrol in de naar hem genoemde 'Nacht'. Een door hem ingediende motie leidde toen (14 oktober 1966) tot de val van het door zijn partijgenoot Cals geleide kabinet. Leidde daarna nog tot 1971 zijn partij en werd vervolgens minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Biesheuvel. Charmante, hoffelijke man, die echter evenzeer als behendig machtspoliticus werd gezien. Door de cabaretier Wim Kan werd hij vanwege zijn rol bij de kabinetscrisis van 1966 omschreven als 'een (gladde) teckel met een vette kluif in zijn bek'.
     
  • 3. 
    Vooraanstaande KVP-minister en bestuurder. Was wethouder in Breda en werd in 1950 minister van Justitie in het eerste kabinet-Drees. Verleende gratie aan de 'vier van Breda'. Keerde in 1951 niet terug en werd Gouverneur van de Nederlandse Antillen. Door Romme in 1956 teruggehaald als minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en PBO in het kabinet-Drees IV. Bracht met Samkalden de Politiewet tot stand. Werd, hoewel hij vicepremier was, na het aftreden van Drees in 1958 geen premier vanwege verzet in de KVP-top en stapte na zijn aftreden over naar de Raad van State. In het kabinet-Zijlstra nog even teruggekeerd als minister van Justitie. Kreeg wel eens het verwijt onvoldoende dossierkennis te hebben, maar had wel leidinggevende capaciteiten.
     
  • 4. 
    Het ministerie van Algemene Zaken (AZ) is verantwoordelijk voor de coördinatie van het algemeen regeringsbeleid, voor zover dit niet is opgedragen aan één van de andere ministeries. De minister-president, Dick Schoof, draagt de verantwoordelijkheid voor het ministerie van AZ en is ook minister van Algemene Zaken. In zijn taken wordt hij bijgestaan door het Kabinet Minister-President (KMP).
     
  • 5. 
    De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak, maar soms gebeurt dat ook door intern of extern verzelfstandigde organisaties of door rechtspersonen met een wettelijke taak.