Ministerie van Maatschappelijk Werk

Source: Parlement.com.

Dit ministerie werd in 1952 ingesteld bij de formatie van het derde kabinet-Drees1. Het kreeg de zorg voor de Armenwet, maatschappelijke dienstverlening (gezinszorg, internaten, opbouwwerk, woonwagenbewoners, zorg voor onmaatschappelijken) en de opvang van Molukkers en repatrianten uit Indonesiƫ. Het ministerie werd ook verantwoordelijk voor de Algemene Bijstandswet, die in 1963 tot stand kwam.

De taken vielen daarvoor grotendeels onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1965 werd het ministerie uitgebouwd tot ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk2.

 

Meer over

  • ministerie3
 

  • 1. 
    Na de verkiezingen van 1952 kwam dit derde kabinet op brede basis tot stand. Het kabinet onder leiding van PvdA-voorman Willem Drees bestond uit ministers van de PvdA, KVP, ARP en CHU en telde verder een partijloze minister. Het was een van de rooms-rode coalities. De VVD, deel van het voorgaande kabinet-Drees II, werd als regeringspartij vervangen door de ARP.
     
  • 2. 
    Dit ministerie werd in 1965 ingesteld door het kabinet-Cals. Het was de voortzetting van het in 1952 opgerichte ministerie van Maatschappelijk Werk, waaraan taken van het voormalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen waren toegevoegd.
     
  • 3. 
    De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak, maar soms gebeurt dat ook door intern of extern verzelfstandigde organisaties of door rechtspersonen met een wettelijke taak.