'Gebruik Europese kaartenprocedures nationale parlementen kan effectiever'

Wednesday, December 3 2014, 14:24

DEN HAAG (PDC i) - De Tweede Kamer i is sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon voortvarend aan de slag gegaan met de extra mogelijkheden die het verdrag biedt voor nationale parlementen om nieuwe wetgevende voorstellen van de Europese Commissie i te toetsen. Dit heeft de afgelopen vijf jaar echter weinig invloed gehad op de Europese besluitvorming. Op Europees niveau spelen nog veel andere overwegingen een rol. Dat is de conclusie van een rapport van de Radboud Universiteit, uitgevoerd in opdracht van de Tweede Kamer. Het rapport werd vanmiddag aan de voorzitter van de Tweede Kamer, Anouchka van Miltenburg i, aangeboden in het kader van 'vijf jaar na Lissabon'. 

Nationale parlementen kunnen bezwaar maken tegen voorstellen wanneer zij vinden dat de zaak in kwestie beter door de lidstaten zelf kan worden behandeld. Dit staat beter bekend als de gele kaartprocedure i. Nederland blijkt één van de actievere Europese parlementen in dat opzicht te hebben. Maar het is moeilijk om het vereiste aantal - één derde van de parlementen van de lidstaten - mee te krijgen. Pas dan kan een gele kaart uit worden uitgereikt zodat de Commissie het voorstel in heroverweging moet nemen. De onderzoekers menen dat nationale parlementen beter en gerichter kunnen en moeten samenwerken willen ze vaker een kaart kunnen trekken. 

De Tweede Kamer kan intern ook nog een aantal verbeteringen doorvoeren, zoals het aanstellen van één rapporteur die een dossier volgt. Dat kan helpen het overzicht en afstemming met andere parlementen te verbeteren. Ook moet de Kamer zich beperken tot kerndossiers en tenslotte zou de Kamer de eigen controle- en informatievoorziening aan moeten scherpen.

Volgens de onderzoekers lijkt ook de Europese Commissie te moeten wennen aan het nieuwe instrument. De Commissie geeft de voorkeur aan betrokkenheid van parlementen in de raadplegingsfase, nog voor zij met wetgevende voorstellen komt. De Tweede Kamer lijkt daar weinig oog voor te hebben. Daarnaast zijn de bezwaren van nationale parlementen slechts één van de vele 'adviezen en eisen' die op de Commissie af komen in het wetgevend proces. Zeker wanneer verschillende parlementen heel andere bezwaren maken is het makkelijk er beperkt rekening mee te houden. 

De relatie tussen nationale parlementen en het Europees Parlement i lijkt zwak. Het EP doet weinig met de bezwaren van de nationale parlementen bij de verdere behandeling van wetsvoorstellen. Betere contacten zijn wenselijk.

Bron: "Gericht op Europa, bestuurlijk rapport"