Relatie EU-Oekraïne

Source: Europa Nu.
Oekraïne en Europese Unie vlaggen
Bron: European Commission

De verstandhouding tussen de Europese Unie i en Oekraïne is sinds 2013 flink verbeterd. De pro-Europese opvolgers van de afgezette president Janoekovitsj haalden de banden met de Europese Unie weer aan. Dit resulteerde in de ondertekening van een associatieverdrag i, dat in september 2017 in werking is getreden.

De EU verleent daarnaast financiële steun aan Oekraïne ter stimulering van de economie en de rechtsstaat. Vanaf juni 2017 geldt een visumliberalisering voor Oekraïense burgers. Tijdens de burgeroorlog in Oekraïne in 2014 scheidde de Krim zich af, waarna het onderdeel van Rusland werd. De Oekraïense regering en de Europese Unie erkenden deze afscheiding niet.

Na een periode van troepenopbouw is Rusland op 23 februari 2022 Oekraïne binnengevallen. De Europese Unie heeft de invasie sterk veroordeeld en heeft erop gereageerd met een pakket van financiële en economische sancties tegen Rusland en materiële en financiële steun voor Oekraïne. Na de invasie diende Oekraïne een verzoek tot kandidaat-lidmaatschap van de EU in, dat in juni 2022 goedgekeurd is door de Europese regeringsleiders.

1.

Inzet Europese Unie

De betrekkingen tussen Oekraïne en de EU worden op dit moment gebaseerd op het Europese Nabuurschapsbeleid (ENB), een instrument binnen het beleid buurlanden i. Ook maakt Oekraïne deel uit van het Oostelijk Partnerschap i.

Handelsverdrag: DCFTA

De EU streeft naar een hechte samenwerking met Oekraïne. Het belangrijkste instrument om deze samenwerking te versterken is de in 2017 gesloten associatieovereenkomst. In dit verdrag hebben de EU en Oekraïne afspraken gemaakt over politieke en economische samenwerking. Een onderdeel van de associatieovereenkomst is de Deep and Comprehensive Free Trade Area (DCFTA), een vrijhandelszone tussen de EU en Oekraïne. De DCFTA is op 1 januari 2016 in werking getreden. Sindsdien is de handel tussen Oekraïne en de EU toegenomen.

Visumliberalisering

De Raad heeft op 11 mei 2017 een verordening aangenomen inzake visumliberalisering voor Oekraïense burgers. Oekraïeners met een biometrisch paspoort mogen nu maximaal 90 dagen vrij reizen door de EU, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Deze versoepelingen van de visumregels gelden overigens alleen voor tijdelijk verblijf: werken in de EU is niet toegestaan. De visumliberalisering ging op 11 juni 2017 in.

Strategisch partnerschap inzake grondstoffen

Op 13 juli 2021 maakten de Europese Commissie i en Oekraïne bekend een strategisch partnerschap inzake grondstoffen aan te gaan. Dit moet zorgen voor een betere integratie van de grondstoffen- en batterijwaardeketens en het versterken van de aanvoer van kritieke grondstoffen. Op deze manier kunnen de groene en digitale transities verwezenlijkt worden en blijft het mondiale concurrentievermogen behouden.

Europese steun

Sinds 2014 hebben de EU en de Europese financiële instituten verschillende subsidies en leningen aan Oekraïne verstrekt. Deze financiering moet Oekraïne helpen om zijn economie en bestuur te hervormen. Prioriteiten zijn de aanpak van corruptie en het hervormen van de rechterlijke en de bestuurlijke macht, de grondwet en het kiesstelsel.

Daarnaast diende Oekraïne zijn bedrijfs- en investeringsklimaat en energie-efficiëntie te verbeteren. Behalve leningen heeft de EU ook geld verstrekt aan humanitaire hulp in Oost-Oekraïne.

Ook stuurde de Europese Unie op 1 december 2014 een adviesmissie naar Oekraïne om het land te adviseren op het gebied van politie en justitie. Het doel van de commissie was om de rechtsstaat in Oekraïne te versterken en corruptie terug te dringen. De missie is meermaals verlengd en loopt tot en met 31 mei 2024.

2.

Geschiedenis van de betrekkingen

Vanaf het begin van de jaren '90 van de twintigste eeuw streefde de EU naar betere samenwerking met voormalige Sovjetlanden. Na de officiële onafhankelijkheid van Oekraïne in 1991 besloot de EU om prioriteit te geven aan economische integratie en een verdieping van de politieke samenwerking. In 1994 kwam een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) tot stand; deze trad in 1998 in werking. De overeenkomst legde de juridische basis voor samenwerking op gebieden als politiek, handel en economie. Later is dit uitgebreid met zaken als energie, justitie en wetenschap.

Het associatieverdrag

In 2008 besloot de EU om een associatieverdrag met Oekraïne te sluiten. Na lang onderhandelen lag er in 2012 een handelsakkoord. In dat jaar vonden er ook parlementsverkiezingen plaats in Oekraïne, die niet goed verliepen. Omdat het vermoeden bestond dat er gesjoemeld was met de verkiezingsuitslag, stelden de Europese ministers van Buitenlandse Zaken i strengere eisen aan het akkoord.

Alleen wanneer Oekraïne de rechtsstaat zou waarborgen, werd het verdrag geratificeerd. Bovendien gebruikte de EU het associatieverdrag om politieke invloed te verkrijgen bij mensenrechtenschendingen, bijvoorbeeld bij de gevangenzetting van Joelia Timosjenko, voormalig premier van Oekraïne. President Janoekovitsj i besloot, onder druk van Rusland, op het laatste moment het verdrag niet te ondertekenen.

Dit leidde tot grote woede onder de pro-Europese Oekraïeners. Velen verzamelden zich op een plein in Kiev, dat werd omgedoopt tot 'Euromaidan' (Europlein). Maandenlang bezetten zij dit plein, en het lukte de oproerpolitie niet om hen uit elkaar te drijven.

Toen president Janoekovitsj geweld liet gebruiken tegen de demonstranten, groeide het verzet. Janoekovitsj week uit naar Rusland en het Oekraïense parlement zette hem af. De nieuwe regering zette een pro-Europese koers in, en uiteindelijk werd het associatieverdrag alsnog ondertekend door de nieuwe president Porosjenko i. Het verdrag per september 2017 in werking getreden.

In Nederland werd op 6 april 2016 een referendum gehouden over de associatie-overeenkomst tussen de EU en Oekraïne. Bij dit referendum bracht ruim 30 procent van de kiesgerechtigden een stem uit, hiervan stemde 61 procent tegen het associatieverdrag. Op 30 mei 2017 stemde, na de Tweede Kamer, ook een meerderheid van de Eerste Kamer in met ratificatie van het verdrag, nadat premier Rutte i toezeggingen had gekregen van andere EU-lidstaten om de zorgen van de Nederlandse kiezer te verminderen. In een aanvullende verklaring bij het verdrag werd vastgelegd dat het verdrag niet leidt tot lidmaatschap van de EU.

President Porosjenko (2014-2019)

Petro Porosjenko trad na de Maidanrevolutie in 2014 aan als president van Oekraïne. Eén van zijn belangrijkste verkiezingsbeloften was de toenadering tot de EU. Belangrijke mijlpalen in zijn presidentschap waren het associatieakkoord met de EU en de visumliberalisering. Zijn belangrijkste doel, het voorbereiden op lidmaatschap van de Europese Unie, haalde hij niet, maar het presidentschap van Porosjenko was echter wel een belangrijk keerpunt in de relatie tussen EU en Oekraïne.

President Zelensky (2019-)

Op 21 april 2019 werd Volodymyr Zelensky i verkozen tot president van Oekraïne. Hij versloeg Porosjenko door zich te profileren als de anti-corruptiepoliticus. Corruptie is een groot probleem in Oekraïne en Porosjenko heeft daar weinig aan gedaan. Verschillende analytici zien de overwinning van Zelensky, die in het dagelijks leven tot nu toe als komiek actief was, als een protest tegen het establishment. De beloofde hervormingen in het kader van de pro-Europese revolutie van 2014 zijn nauwelijks van de grond gekomen, ondanks beloftes en toenadering tot de EU.

Tijdens het Krim Platform in 2021 werd duidelijk dat Zelensky zijn blik op Europa heeft gericht. Na de Russische inval in Oekraïne in 2022 vroeg de president zelfs om een direct EU-lidmaatschap voor Oekraïne. Of de EU-lidstaten die wens zullen inwilligen is zeer de vraag. Een besluit over toetreding tot de EU moet door de lidstaten unaniem genomen worden en uitbreiding is in veel landen een gevoelig onderwerp.

De burgeroorlog, Russische annexatie van De Krim en invasie in 2022

In het oosten van Oekraïne heeft een groot deel van de bevolking een Russische achtergrond. Zij reageerden in 2014 negatief op de nieuw aangetreden Oekraïense regering en vormden separatistische bewegingen. Op de Krim organiseerden de pro-Russische separatisten een referendum, waarna het schiereiland onderdeel van Rusland werd. De Oekraïense regering en de Europese Unie erkenden deze afscheiding niet. EU-president Charles Michel ziet het als "taak van de EU om zeker te stellen dat de annexatie nooit wordt gelegaliseerd."

Andere Oost-Oekraïense regio's zagen hun kans, en gebruikten steeds meer geweld in een poging zich af te scheiden van Oekraïne. Er brak een oorlog uit tussen troepen van de Oekraïense regering en Oost-Oekraïense separatisten. Begin 2015 sloten de presidenten van Rusland, Frankrijk, Oekraïne en Duitsland het 'Minsk II' akkoord, waardoor er sinds 15 februari van dat jaar een staakt-het-vuren geldt voor de Oekraïense regeringstroepen en de Oost-Oekraïense onafhankelijkheidsstrijders.

Op 23 februari 2022 viel het Russische leger Oekraïne binnen. De Europese Unie veroordeelde de invasie sterk en reageerde met een pakket van financiële en economische sancties voor Rusland en materiële en financiële steun voor Oekraïne. Als gevolg van het oorlogsgeweld kwam een grote stroom vluchtelingen op gang. Vooral buurland Polen kreeg honderdduizenden vluchtelingen te verwerken. Begin maart 2022 nam de Raad i unaniem een uitvoerings­besluit aan voor tijdelijke bescherming voor personen op de vlucht voor oorlog. Brussel maakt extra middelen vrij voor de lidstaten om te zorgen voor adequate opvang van oorlogsvluchtelingen.

In 2022 reikte het Europees Parlement i de Sacharovprijs i uit aan president Zelensky en 'het dappere Oekraïense volk.' Volgens het Europees Parlement verdienden de Oekraïners de prijs voor het verdedigen van de vrijheid, democratie, de rechtsstaat en Europese waarden tegen een regime dat de democratie wil ondermijnen en de Europese eenheid wil verzwakken.

Ook is de EU voornemens Oekraïne te steunen in de wederopbouw van de infrastructuur. Tijdens de Europese top op 15 december 2022 bespraken de regeringsleiders en staatshoofden op de korte termijn Oekraïne bij te willen staan in de levering van prioritaire uitrusting, zoals mobiele verwarmingcentrales, stroomgeneratoren en bijvoorbeeld verlichtingsapparatuur. Op de langere termijn kijkt de EU naar financiële middelen om het herstel van Oekraïne te steunen.

Kandidaat-lidmaatschap

Na de invasie van Oekraïne door Rusland in februari 2022 vroeg Oekraïne het EU-lidmaatschap aan. De behandeling van dit verzoek werd sneller opgepakt dan gebruikelijk, omdat EU-leiders het belangrijk vonden Oekraïne te steunen in de strijd met Rusland. In juni 2022 volgde een positief advies van de Europese Commissie op dit verzoek en stemden de Europese lidstaten ook in met het vergeven van de kandidaat-lidstaat aan Oekraïne.

Hulppakket

In december 2022 bereikte de Raad van de Europese Unie i overeenstemming over een financieel steunpakket aan Oekraïne. Het pakket bedraagt in totaal 18 miljard euro aan goedkope leningen. De regering in Kiev ontvangt vanaf januari 2023 elke maand 1,5 miljard euro van de EU zodat het land zijn lopende uitgaven kan blijven betalen. Bijzonder aan het pakket is dat niet de EU zelf, maar de 27 lidstaten garant staan voor de terugbetaling van de lening. In eerste instantie steunde Hongarije dit pakket niet, vanwege het inhouden van EU-subsidies aan Hongarije. In ruil voor het verlagen van het bedrag aan EU-subsidies dat bevroren wordt voor Hongarije, steunde Hongarije het hulppakket alsnog.

Tussen 2014-2022 steunde de EU Oekraïne met financiële hulp die bestond uit meer dan 7 miljard euro aan leningen en schenkingen.

Wapenleveranties

In het kader van de Russische invasie heeft de Europese Unie geld gestoken in een fonds, de Vredesfaciliteit, waaruit lidstaten kunnen putten om wapens en militair materieel voor Oekraïne aan te schaffen. Het is de eerste keer in haar bestaan dat de Europese Unie wapens levert aan een ander land.

Een ander gevolg van de oorlog is dat de EU-landen in maart 2023 besloten tot het gezamenlijk inkopen van munitie voor Oekraïne. Het is voor het eerst dat de Europese Unie dit op grote schaal doet. Door gezamenlijk op te treden zou er een lagere prijs afgedwongen kunnen worden bij Europese leveranciers, waardoor er uiteindelijk meer munitie kan worden gekocht voor Oekraïne.

3.

Meer informatie

Factsheet Europees Parlement