Spreektekst overleg Mediawet

Source: A. (Anouchka) van Miltenburg i, published on Tuesday, April 3 2012.

Gistermiddag was het wetgevingsoverleg over de nieuwe mediawet. Mevrouw van Miltenburg nam deel aan dit debat. U kunt haar spreektekst hier lezen:

Voorzitter,

Het is een historische dag vandaag en niet per definitie een mooie. De Wereldomroep, de oermoeder van ons omroepbestel, wordt opgeheven. In 1927 begon Philips met uitzendingen naar Nederlands Indië. Op 24 mei 1945 wordt het eerste wereldprogramma uitgezonden voor Nederlanders buiten het vaderland. In 1947 wordt er een scheiding aangebracht tussen de binnenlandse omroep en de Wereldomroep. Vanaf toen werden uitzendingen niet alleen in het Nederlands gemaakt, maar ook in het Indonesisch, Engels en Spaans. Vanaf de jaren ’60 richt de Wereldomroep zich op de training van omroepmedewerkers in ontwikkelingslanden. En vanaf de jaren ’90 wordt er actief samengewerkt met lokale radiostations.

Al die jaren verzorgde de Wereldomroep omroep via radio en later ook via de TV de nieuwsvoorziening voor Nederlanders die korte of lange tijd in het buitenland verbleven.

Voorzitter. De Wereldomroep heeft haar plek in de geschiedenis verdiend. Er staan belangrijke wapenfeiten op haar conto en velen denken er met warme gevoelens aan terug. Maar de ontwikkelingen rondom de moderne communicatie heet het noodzakelijk gemaakt om de taak en functie van de Wereldomroep zoals wij die kenden onder de loep te nemen. De VVD is van mening dat de regering een juiste keuze heeft gemaakt door de Wereldomroep uit de mediawet te halen. Nederlanders overzee kunnen via internet, satelliet en Skype ministens net zo snel bereikt worden als via de uitzendingen van de Wereldomroep. Anders, dat geeft ik toe, maar niet per definitie slechter.

De taken en functies die van de jaren ’60 een steeds groter deel van het werk zijn gaan uitmaken en die samenhangen met het vrije woord, blijven behouden. De Minister van Buitenlands Zaken heeft daar vanaf 1 januari 2013 een extra bedrag van 14 miljoen euro per jaar voor beschikbaar. Dat is geen nieuwe taak voor dat ministerie. Op dit moment geeft Buitenlandse Zaken en OS samen al bijna 35 miljoen aan subsidies aan organisaties die zich met het verspreiden van het vrije woord bezig houden. Ik twijfel er geen moment aan dat de Wereldomroep met de kwaliteit die zij in huis heeft ook de komende jaren een belangrijke positie houdt in die landen waar het vrije woord bevochten moet worden.

Historisch is ook het amendement dat ik vandaag samen met mijn D66 collega Boris van de Ham heb ingediend over het vrijgegeven van de programmagegevens. Het is het logische vervolg op de initiatiefwet van onze partijen die al een aantal jaren op verdere behandeling lag te wachten. Vele partijen hebben ons bij de schriftelijke behandeling destijds laten weten dat zij het eens waren met het principe dat programmagegevens vrijer beschikbaar moesten komen, maar dat zij vonden dat er een redelijke leveringsvergoeding tegenover moest staan. Dankzij het onderzoek van het commissariaat van de media is daarover nu duidelijkheid ontstaan. Het amendement regelt dat de bescherming vanuit de auteurswet wordt beëindigd, maar dat er een redelijke vergoeding betaald moet worden aan derden voor de levering ervan. Er zijn drie tariefgroepen gemaakt: Voor gedrukte gegevens, voor online gidsen en voor EPG’s. Volgens mij zit de toekomst met name daar. Via de EPG kan de gebruiker zijn harde schijf zo programmeren dat hun favoriete programma iedere week wordt opgenomen zonder extra handelingen. Tot nu toe kan dat slechts drie dagen vooruit, iedere keer opnieuw, doordat de programmagegevens door de omroepen werden afgeschermd. Ik ben blij dat deze innovatie, die voor gebruikers in het buitenland al gewoon is, nu ook in ons land gebruikt kan gaan worden.

Tot slot voorzitter wil ik nog een paar woorden wijden aan het stimuleringsfonds voor de Pers. Ik ben daar in mijn schriftelijke inbreng ook al kritisch over geweest. Ik blijf steeds maar zitten met de vraag wat de positieve bijdrage van het fonds nu eigenlijk is geweest de afgelopen jaren en eerlijk gezegd kan ik daar geen antwoord op vinden. Het feit dat de Minister het fonds nu ook wil openstellen voor gratis kranten vind ik helemaal absurd. Daarmee lijkt het mogelijk te worden dat de overheid via een subsidie kranten laat verschijnen. Dat lijkt mij een beweging de verkeerde kant op. Mijn indruk van het stimuleringsfonds is dat daar de betekenis van innovatie is ‘zaken die we altijd al zo gedaan hebben op een manier brengen die modern lijkt’. Volgens mij ligt het het bestaansrecht van het fonds bij het zorgen voor het borgen van de toekomst van de onafhankelijke nieuwsvoorziening in ons land, niet bij het beschermen van bestaande titels.