Motie Koopmans / Snijder-Hazelhoff over het uitspoelrisico na ontsmetten - Mestbeleid
Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 33037 - Mestbeleid.
Contents
Officiële titel | Mestbeleid; Motie; Motie Koopmans / Snijder-Hazelhoff over het uitspoelrisico na ontsmetten |
---|---|
Document date | 23-12-2011 |
Publication date | 24-12-2011 |
Nummer | KST330373 |
Reference | 33037, nr. 3 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2011–2012
33 037
Mestbeleid
Nr. 3
MOTIE VAN DE LEDEN KOOPMANS EN SNIJDER-HAZELHOFF
Voorgesteld 22 december 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de verplichting een vanggewas te telen direct na oogst van maïs geteeld op zand- en lössgrond is ingevoerd om stikstof vast te leggen;
overwegende, dat wegens aaltjesbestrijding het gewenst is grond te ontsmetten voordat nieuw gewas wordt ingezaaid;
overwegende, dat er aanwijzingen zijn dat grondontsmetting de minerali-satie en nitrificatie beperkt en daarmee de uitspoeling van nitraat;
overwegende, dat de Commissie van Deskundigen Meststoffen (CDM) advies is gevraagd over de effectiviteit van dit proces in vergelijking met de teelt van een vanggewas;
verzoekt de regering indien CDM aangeeft dat uitspoelingsrisico na ontsmetten vergelijkbaar is met vanggewas, onmiddellijk de regels aan te passen en niet te wachten op het 5e Actieprogramma Nitraat,
en gaat over tot de orde van de dag.
Koopmans Snijder-Hazelhoff
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.