Koninklijke boodschap - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring
Deze koninklijke boodschap1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 32890 - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring2.
Contents
Officiële titel | Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring ; Koninklijke boodschap; Koninklijke boodschap |
---|---|
Document date | 27-09-2011 |
Publication date | 27-09-2011 |
Nummer | KST328901 |
Reference | 32890, nr. 1 |
External link | original article |
Original document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 890
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring
Nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
’s-Gravenhage, 9 september 2011
Beatrix
The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.
- 1.De koninklijke boodschap is een vaste, formele tekst waarmee de Koning namens de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht te wijzigen in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring, te weten het schrappen van de verjaring van het recht tot strafvordering voor misdrijven waarop een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld alsmede voor enkele ernstige zedenmisdrijven voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.