Medewerkers Montesquieu Instituut relativeren betekenis PvdA-voorstel over koningschap

Monday, August 29 2011, 15:35

DEN HAAG (PDC) - De vorige week door een PvdA-commissie gepresenteerde plannen voor modernisering van het koningschap bevatten nauwelijks nieuws en slaan op één punt de plank mis. Dat betogen Jan Schinkelshoek1 en Bert van den Braak2 in 'De Hofvijver', de digitale nieuwsbrief van het Montesquieu Instituut3.

Beide auteurs vinden het wel positief dat de PvdA vasthoudt aan het in de regering laten van de Koning. Daarmee blijft de kern van de constitutionele monarchie overeind en wordt voorkomen dat de monarchie onderdeel wordt van politieke strijd.

Het voorstel om de Kamer zelf de formatie ter hand te laten nemen, is echter niet nieuw en sluit aan bij een voorstel van D66 uit mei 2010. Schinkelshoek wijst er op dat de Tweede Kamer nu al het initiatief kan nemen bij de formatie, maar dat dit - ook in 2010 niet - na 1971 nooit meer is gebeurd.

Van den Braak is verbaasd over het voorstel om de Koning niet langer voorzitter te laten zijn van de Raad van State. Dat voorzitterschap is louter ceremonieel en de Koning neemt geen deel aan de werkzaamheden van de Raad. Sinds een wetswijziging in 2010 kan dat zelfs niet meer, omdat de Koning geen deel uitmaakt (en ook geen voorzitter is) van de afdelingen advisering en bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • Lees de bijdragen van Van den Braak en Schinkelhoek4
  • Lees de Hofvijver

Verwant nieuws

  • PvdA wil 'politieke' rol koning sterk beperken (26 augustus 2011)

  • 1. 
    Jan Schinkelshoek (1953) was van 30 november 2006 tot 17 juni 2010 Tweede Kamerlid van het CDA. Hij was eerder parlementair journalist, voorlichter van het CDA, directeur voorlichting van het ministerie van Justitie, hoofdredacteur van de 'Haagsche Courant' en directeur communicatie van de Rabobank. Sinds 2010 is hij zelfstandig communicatieadviseur. De heer Schinkelshoek was als Kamerlid onder meer woordvoerder binnenlands bestuur en initiatiefnemer voor de 'parlementaire zelfreflectie'. Tevens was hij ondervoorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie financieel stelsel.
     
  • 2. 
    Kenner van de parlementaire geschiedenis met grote parate feitenkennis. Als medewerker van het PDC nauw betrokken bij websites over parlement en politiek en beheerder van het omvangrijke biografisch archief, het databestand over Nederlandse politici. Promoveerde in 1998 op een lijvig proefschrift over de Eerste Kamer, schreef samen met J.Th.J. van den Berg een boek over de parlementaire geschiedenis 1946-2016 en publiceert regelmatig in tijdschriften en dagbladen. Sinds 1 december 2018 is hij bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel in Maastricht.
     
  • 3. 
    Het Montesquieu Instituut is het kenniscentrum voor parlementaire democratie en begeeft zich op het snijvlak van democratie, politiek en parlementaire besluitvorming in zowel Nederland als Europa
     
  • 4. 
    Hoe revolutionair is het plan van de PvdA eigenlijk voor een modern koningschap?