PGB: fabels en feiten

Source: T. (Tamara) van Ark i, published on Tuesday, June 21 2011.

Begin juni kopte de Telegraaf dat het kabinet de toegang tot het persoonsgebonden budget (pgb) beperkt. Sindsdien is mijn Inbox volgestroomd. De teller staat inmiddels op 5.000 mails.

Veel mensen vrezen dat ze de zorg, die zij nu met het pgb inkopen, kwijt zullen raken.

De linkse oppositie schreeuwt onder aanvoering van de PvdA moord en brand. Dat is raar. Want diezelfde PvdA stelt in haar verkiezingsprogramma voor om alle AWBZ- zorg die mensen thuis krijgen (de zogenaamde extramurale zorg) over te hevelen naar de gemeente. Met Job Cohen als premier waren de mensen hun recht op zorg dus volledig kwijt geraakt! Als het aan de VVD had gelegen, zouden voortaan zorgverzekeraars verantwoordelijk worden voor de AWBZ-zorg. Ook een grote verandering, maar beter een verzekerd recht dan de lege huls van links. Daarom is het stuitend om te zien hoeveel energie de PvdA nu steekt in het exploiteren van de angsten van mensen.

De afgelopen weken heb ik tijdens vele en langdurige gesprekken met budgethouders, deskundigen en belangenorganisaties gemerkt dat er sprake is van een aantal linkse fabels rondom de pgb-maatregel. Ik zet ze - en de rechtse feiten - op een rijtje:

Fabel 1

117.000 mensen raken hun pgb kwijt - met een ander kabinet was dat nooit gebeurd

In de verkiezingsprogramma’s van VVD, CDA, PVDA, Groen Links, SGP en D66 werd de begeleiding overgeheveld van de AWBZ naar de WMO. Bijna de helft van de 130000 budgethouders had dus in een willekeurige politieke constellatie te maken gekregen met deze grote verandering. Hoe dan ook zal de VVD er steevast op blijven hameren: gemeenten zullen niet alleen hun collectieve voorzieningen op orde moeten brengen, maar ook werk moeten maken van individuele voorzieningen van niveau.

Fabel 2

90 procent verliest zijn of haar pgb

De toegang tot het pgb wordt beperkt tot mensen die anders in een instelling terecht zouden komen. Omdat veel regels veranderen, zal dus ook persoonlijke situatie tegen die nieuwe meetlat gelegd worden. Meer mensen zullen een verblijfsindicatie krijgen. Hoe dan ook zal meer dan de 10 procent waar nu sprake van is een verblijfsindicatie krijgen. En dus alsnog de mogelijkheid om een PGB te krijgen.

Fabel 3

Het pgb is een instrument om zelf zorg in te kopen

Dit is een halve Fabel. Voor de meeste budgethouders klopt het. Maar regelingen waar veel geld te halen valt, hebben al te vaak een aanzuigende werking hebben. Neem de gastouderregeling. Veel opa's en oma's pasten eerst op hun kleinkinderen zonder dat daar een vergoeding tegenover stond. Na de invoering van de gastoudertoelage gingen veel van hen dat betaald doen. Vaak nog gebruik makend van het schenkingsrecht om het geld weer terug te geven aan hun kinderen. Fraude? Nee. De bedoeling? Ook niet. Houdbaar? Dat zeker niet. Voor veel mensen is het PGB een aanvulling op het inkomen in plaats van een instrument om zorg in te kopen.

Fabel 4

Zorg in natura is geen alternatief

Het is zeker waar dat er in de reguliere zorginstellingen, en in de dienstverlening door thuiszorg, nog een wereld te winnen valt. De schrik van zorgaanbieders en zorgverzekeraars over de pgb maatregel spreekt wat dat betreft boekdelen. Zorginstellingen konden achterover leunen, omdat het pgb ze de verantwoordelijkheid voor de lastigste zorg-vraagstukken uit handen nam. Nu moeten zij samen met zorgverzekeraars volop aan de bak om hun dienstverlening naar een hoger niveau te tillen - en da’s pure winst.

Fabel 5

Zorg in natura is geen alternatief

Dit is geen typfout (zie Fabel 4) - maar Fabel 5 is dan ook geen Fabel. Voor een deel van de huidige budgethouders is de thuiszorg op dit moment nog geen alternatief. Misschien is dat nog zo in 2014, de einddatum van de overgangsregeling voor de huidige budgethouders. En hoogstwaarschijnlijk is die zorg ook in 2012 nog geen alternatief voor een deel van de mensen.

Huidige en toekomstige pgb-houders delen hun terechte zorgen met de politiek. Zij vertellen dat zij ondanks hun dwarslaesie een betaalde baan hebben. Maar om die baan te houden hebben ze zorg nodig die flexibel is qua tijd en plaats. En dit is precies waar de VVD een oplossing voor wil. Op dat punt zijn de voorstellen van het kabinet nog te onduidelijk. De mensen die nu en straks AWBZ zorg krijgen, hebben daar recht op en moeten die zorg dus ook kunnen krijgen. In 2011, 2012, 2013, 2014 en daarna.

Voor de VVD is het recht op zorg in de AWBZ het uitgangspunt. We steunen het pgb standpunt van het kabinet omdat de zorg ook op de lange termijn beschikbaar moet blijven. Wij konden een overschrijding van bijna een miljard euro niet negeren.

Ik waardeer het dat er niet is gekozen voor een kaasschaaf. Dat had ertoe geleid dat het pgb beetje bij beetje volledig was uitgehold. Dan was het een rijkeluisinstrument geworden - een aanvulling op het inkomen en niet een middel om je zorg in te kopen.

Dan pas hadden al die mensen die donderdag op het Plein staan een nog veel groter probleem gehad. Hoe moeilijk de keuze nu ook is, het PGB blijft voor de groep mensen die als alternatief een instelling heeft, een volwaardig alternatief.

PS Toen ik drie weken geleden het verzoek kreeg om bij de demonstratie van budgethouders te zijn, heb ik direct positief gereageerd. Gisteren bleek het programma echter behoorlijk veranderd te zijn.

Aanvankelijk zouden Kamerleden van alle fracties in een politiek blok de demonstranten aan het begin van de manifestatie toespreken. Nu echter sta ik aan het einde in het programma. Een half uur voor het debat, na anderhalf uur opzwepende en misleidende praat van de linkse oppositie en al even opzwepend cabaret mag ik even het podium op. Aan het ‘opwarm-rondje-voor-het-wij-gevoel’ mag ik natuurlijk niet meedoen.

Dat is het domein van verenigd links. Die mogen twee keer moord en brand komen schreeuwen zodat iedereen lekker opgewarmd is voor mijn genuanceerde verhaal. Weet je wat? Ik denk dat ik daarvoor pas. Ik ga wel naar de demonstratie. Maar ik ga daar echt in gesprek met mensen die zich zorgen maken over hun zorg. Niet om even te fungeren als levend doelwit voor een taart.