Motie-Dijksma over betrokkenheid van de regio's - Bedrijfslevenbeleid

Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 32637 - Bedrijfslevenbeleid.

Contents

  1. Kerngegevens
  2. Text
  3. More information
  4. EU Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Bedrijfslevenbeleid; Motie; Motie-Dijksma over betrokkenheid van de regio's
Document date 28-04-2011
Publication date 28-04-2011
Nummer KST326373
Reference 32637, nr. 3
External link original PDF
Original document in PDF

2.

Text

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2010–2011

32 637

Bedrijfslevenbeleid

Nr. 3

MOTIE VAN HET LID DIJKSMA

Voorgesteld 27 april 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat innovatiemiddelen niet langer regionaal maar sectoraal worden verdeeld en dat de regio’s niet zijn vertegenwoordigd in de topteams die de businesscases voor de sectoren vaststellen;

constaterende, dat regio’s hierdoor niet langer direct betrokken zijn bij de vormgeving van het innovatiebeleid, ondanks dat dit van grote invloed is op onder meer de regionale economie en het regionale onderwijs;

verzoekt de regering om de regio’s de mogelijkheid te bieden om een bijdrage te leveren aan het opstellen en uitvoeren van de businesscases, waarbij ook de mogelijkheid van cofinanciering door regio’s wordt betrokken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dijksma

 
 
 

3.

More information

  • 32637 - Bedrijfslevenbeleid
 

4.

EU Monitor

The EU Monitor enables its users to keep track of the European process of lawmaking, focusing on the relevant dossiers. It automatically signals developments in your chosen topics of interest. Apologies to unregistered users, we can no longer add new users.This service will discontinue in the near future.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.