Afsplitsing groep-Harmsen (1968)

Source: Parlement.com.
Harmsen, E.J.

Vanwege interne ruzies splitsten op 27 juni 1968 Evert-Jan Harmsen1, Johan van de Brake2, Wouter van Harselaar3 en Hubert Kronenburg4 zich af van de Boerenpartijfractie5.

Het eigenzinnige leiderschap en optreden van fractievoorzitter Hendrik Koekoek6 wekte regelmatig ergernis bij zijn fractieleden. In juni 1968 ontstond er een controverse tussen Van de Brake en Harmsen enerzijds en Koekoek anderzijds. Zij hadden een meningsverschil over de vraag wie de administratie van de partij zou beheren.

Het meningsverschil escaleerde tot een openlijke ruzie omdat Koekoek Harmsen ervan verdacht een coup tegen hem te willen plegen. De hoog oplopende ruzie had tot resultaat dat Van de Brake en Kronenburg werden geroyeerd door het bestuur van de Boerenpartij. Als reactie hierop splitsten Harmsen, Van de Brake, Van Hasselaar en Kronenburg zich af van de de Boerenpartij.

Na de splitsing maakten zowel de groep-Harmsen als de oorspronkelijke fractie aanspraak op de naam Boerenpartij-fractie. De groep-Harmsen was aanvankelijk groter dan de oorspronkelijke fractie waar nog maar slechts drie leden in zaten. Het was zelfs voor de Kamervoorzitter onduidelijk wie nu de ware vertegenwoordiger van de BP was. Omdat allebei de groepen graag de naam Boerenpartij wilden voeren, werd door de Kamervoorzitter besloten dat de fracties 'Boerenpartij-groep-Harmsen' en 'Boerenpartij-groep-Koekoek' genoemd zouden worden.

De Boerenpartij-groep-Harmsen verloor in december 1968 één van haar leden. Kronenburg besloot zich af te splitsen omdat de overige leden van de groep-Harmsen zich hadden aangesloten bij een nieuwe politieke partij, Binding Rechts.

Harmsen, Van de Brake en Van Harselaar deden aan de Tweede Kamerverkiezingen van 19717 mee op de lijst van Binding Rechts. Deze partij wist onvoldoende stemmen te bemachtigen voor een Kamerzetel. Kronenburg deed aan de verkiezingen mee als lijsttrekker van de partij 'Democraten 2000', maar deze partij wist evenmin een zetel te bemachtigen.

 

Meer over

  • Boerenpartij8
  • Tweede Kamerfractie Groep-Harmsen9

  • 1. 
    Fors gebouwde boer van de Veluwe met een krachtig stemgeluid. Actief in de vereniging van vrije boeren, die zich tegen het Landbouwschap keerde. Kwam in 1963 met Koekoek namens de Boerenpartij in de Tweede Kamer, maar kreeg in 1968 ruzie met hem en vormde een eigen fractie. Verdediger van het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Was ook wethouder in Apeldoorn. De partij Binding Rechts waarvan hij voorman was, nam zonder succes deel aan de Kamerverkiezingen van 1971.
     
  • 2. 
    Tweede Kamerlid voor de Boerenpartij, later voor de Groep-Harmsen (Binding Rechts). Was aanvankelijk lid van de SGP. Veehouder op de Veluwe. Als secretaris van de Boerenpartij was hij in 1968 hoofdrolspreler bij de breuk met Koekoek, die hem eigenmachtig optreden verweet. Tijdens de rumoerige partijvergaderingen roerde hij zich danig, maar in de Kamer veel minder.
     
  • 3. 
    Afgevaardigde van de Boerenpartij, die in het conflict in 1968 tussen Koekoek en Harmsen de zijde van de laatste koos. Veehouder en administrateur in een dorp op de grens van de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei. In de Tweede Kamer een onopvallend lid.
     
  • 4. 
    Jurist uit Breda, die als stedeling in de Tweede Kamerfractie van de Boerenpartij een beetje een buitenbeentje was. Combineerde een drukke baan als advocaat met het Kamerlidmaatschap. Koos bij de breuk in de partij in 1968 eerst de zijde van Harmsen, maar vormde later een eenmansfractie. Werd lid van de CDU, een conservatieve splinterpartij, en nam aan de verkiezingen van 1971 deel als lijsttrekker van de partij Democraten 2000, partij voor de gewone man. Politieke randfiguur.
     
  • 5. 
    De fractie van de Boerenpartij van 5 juni 1963 tot 10 juni 1981 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. De fractie liet een conservatief, christelijk en oppositioneel geluid horen. De Boerenpartij heeft nooit deelgenomen aan de regering.
     
  • 6. 
    Voorman van de Boerenpartij. Bekend, kleurrijk, maar ook omstreden Tweede Kamerlid. Leider van de 'Vrije Boeren' die zich keerden tegen regulering van de landbouw via de PBO (Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie). Kreeg midden jaren zestig ook steun van andere ontevreden kiezers en wist zodoende met zijn partij in 1963 drie en in 1967 zeven zetels te behalen. Riep in eigen gelederen weerstanden op, zeker toen hij leden met een besmet oorlogsverleden verdedigde, en kreeg in de jaren zestig geregeld te maken met afsplitsingen. Reageerde op kritiek veelal met persoonlijke aanvallen op politieke tegenstanders. Werd als Kamerlid nauwelijks serieus genomen.
     
  • 7. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1971 waren op 28 april. Het waren reguliere verkiezingen na afloop van de zittingstermijn van de Kamer, maar tevens waren het grondwetsverkiezingen. Grootste partij werd de PvdA, grote nieuwkomer was DS'70 (nieuw met acht zetels). De zittende coalitie haar meerderheid verloor haar meerderheid; alle vier regeringspartijen verloren. Winst was er behalve voor DS'70 en de PvdA ook voor D'66. De nieuwe NMP kreeg twee zetels. Bij deze verkiezingen was voor het eerst de opkomstplicht afgeschaft.
     
  • 8. 
    De Boerenpartij was een conservatief-liberale belangen- en protestpartij. De partij werd opgericht in 1958 als voortzetting van de 'Vrije Boeren', een organisatie die zich tegen overheidsregulering van de landbouw via publiekrechtelijke organisaties verzette. In 1981 werd de partij hernoemd tot Rechtse Volkspartij (RVP), die na 1982 echter in de vergetelheid raakte.
     
  • 9. 
    De fractie groep-Harmsen ontstond op 27 juni 1968, nadat Evert-Jan Harmsen, Johan van de Brake, Wouter van Harselaar en Hubert Kronenburg zich van de Boerenpartij-fractie afscheiden na een ruzie met Hendrik Koekoek. De fractie was tot 10 mei 1971 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Kronenburg ging vanaf 12 november 1968 als eenling verder. Fractievoorzitter was Harmsen.